Wij komen binnenvallen in de kleine zaal bij Katie Koss (de artiestennaam van Katja Poltavets) terwijl ze net begint aan Nelly Furtado-cover ‘I Am Like A Bird’. Haar eigen liedjes hebben al net zo’n vrolijke en lichtvoetige feel als de songs van de Canadese. Ze maakt tijdens haar optreden maar weinig referenties aan de oorlog in haar thuisland. Of beter het thuisland Oekraïene van haar ouders om preciezer te zijn, want aan het vloeiende ABN dat Katie Koss spreekt valt op te maken dat ze in Nederland is opgegroeid. Getuige haar songs speelt háár strijd zich vooral af op het relationele vlak waarbij mannen niet zelden met een humoristisch-feministische knipoog op hun nummer worden gezet. Het beste voorbeeld daarvan is wellicht de song ‘Girl U Did Good’, waarbij in eerste instantie alleen de vrouwen maar uiteindelijk toch ook de mannen het refrein (enthousiast) meezingen. Met zoveel vrolijke female empowerment moet het met de wereld wel goed komen.
Van een andere orde is Sinan Arat’s Sufidelica die als volgende artiest in de grote zaal speelt aangekondigd als fluitist, maar in werkelijkheid een trio bestaande uit een ud-speler (een arabische luit), een tabla-speler en een Soefi-danseres. Aangezien de Soefi-danseres met haar weelderig opwaaiende jurk voor het podium danst zijn de eerste meters voor het podium in gebruik waardoor het publiek in een cirkel om haar heen staat. Terwijl de beide mannelijke bandleden hun virtuositeit op ud en kabla tentoonspreiden. Waarbij vooral de kabla opvalt als een uiterst melodieus percussie-instrument dat je kunt laten spreken, tel daar de scat-zang van de percussionist bij op en je krijgt niet alleen een visueel, maar óók muzikaal een hypnotiserend optreden.