Het blijkt dat men steeds weer terug keert naar Behind the Corner: er lopen veel vaste bezoekers rond. En dat is ook met een goede reden. De line-up van dit kleinschalige gebeuren weet aardig te overtuigen. Ook veel beginnende bandjes kiezen er voor om juist hier de spits af te bijten. En dat leverde al meer dan eens prettige optredens op.
Ook vanavond is dit het geval. Te beginnen met Yellow Suitcase. Dit trio bestaande uit twee dames en één heer speelt vanavond een eerste show. Zij zijn nu een half jaar samen. Met een keyboard, drumstel en bas weten zij een vrij originele sound neer te zetten. Zangeres Roos van den Broek heeft een prettig stemgeluid. Zij weet de muziek overtuigend over te brengen met een zuivere maar toch krachtige klank. De melodieën zijn daarnaast pakkend. Het geheel klinkt echter nog wel wat rommelig en de band is nog niet voldoende op elkaar ingespeeld. We zien hier nog een roos in de knop, maar wel een die aangenaam weet te verrassen.
Op het hoofdpodium staat daarna het vierkoppige Captain Albatross. De heavy grunge-achtige rock knalt de zaal in. Over het flinke gitaargeweld klinken de rauwe en stevige vocalen van Hans Kolenbrander, ook wel Captain Albatross genoemd. Met een potje stevig drumwerk en bas komt het wel binnen. Maar na enkele nummers wordt het wat veel van hetzelfde. De rechttoe-rechtaan-rock had wat minder immer gerade aus mogen zijn.
Op het kleine podium wordt vervolgd met het uit Groenlo afkomstige Thee Black Albinos. Gewapend met een drumstel en twee gitaristen vuren zij hun 60’s garagesurf op de zaal af. Deze lichte kost is goed dansbaar, en het drietal heeft zichtbaar plezier. Op het podium wordt gaandeweg veel bewogen. Nummers als Pipeline en Witch hebben een aanstekelijke sound. Door het gebrek aan een bassist klinkt het geheel echter wel wat vlak. De gitaren zijn in samenspel hier en daar wat onsamenhangend. Dit geeft het optreden een wat rommelig accent.
Veelzijdig muzikant Alan Gascoigne is vanavond ook van de partij met het naar hem genoemde trio. Zijn muziek wordt gekleurd door blues, country, rockabilly en vele andere stijlen. Vrij duidelijk is dat de heer Gascoigne al een aardig tijdje meedraait. Hij en zijn band klinken als een geoliede machine, waar met groot gemak de prachtigste deuntjes uit komen. Het gitaarspel van de man is van hoog niveau. De twee andere bandleden (contrabassist en drummer) geven het geheel de perfecte glans. De heren spelen eigen materiaal, maar ook covers, bijvoorbeeld van Elvis Presley en The Golden Earring. Ze weten deze zo’n eigen draai te geven dat het bijna eigen nummers lijken. Het geheel mist helaas wel wat sprankeling, het komt wat statisch over.
De grote verassing van de avond is toch wel Space Captain. Deze jonge band heeft sinds januari 2013 de debuutplaat uit. Het is dan ook knap om te zien hoe strak zij al op elkaar ingespeeld zijn. Bovendien is het muzikaal gezien veelzijdig en weet de band daarmee de aandacht goed vast te houden. Zanger Twan Stoffels weet te overtuigen met zijn stevige rap. Hij weet het passievol en met doorleefde zang over te brengen.