Het is geen misselijke opdracht die je jezelf stelt als band: vijftien optredens in drie dagen. Piepschuim deed het en vestigde daarmee een wereldrecord. Ze speelden in Groningen, Tilburg en Den Haag. Hoe dat was lezen we in het dagboek dat zanger Cor Burger bijhield voor 3VOOR12/Arnhem-Nijmegen.
Vrijdag 10 maart
Het is drie uur tweeëntwintig op de klok van de laptop (en dus eigenlijk al zaterdag). Nu nog even een dagboek bijhouden. De eerste versie zit al in de prullenbak. De tweede versie moet 3VOOR12 gaan halen. Het moet wel ergens over gaan. Wie is die man eigenlijk? Wat moet hij van ons? Grote tanden trouwens. 'Ben je een tekst voor een nieuw liedje aan het typen?' 'Nee, we zijn een dagboek aan het bijhouden voor 3VOOR12.' 'Wat?' '3VOOR12.' 'Jullie maken leuke muziek, hoor.' 'Nou bedankt, maar we moeten even schrijven, dus...'
De man druipt af en gaat met de manager praten. Die heeft wel tijd en probeert hem een cd te slijten. Wat een tanden, zeg. Wat zeg je na vijf optredens? Dat het leuk was? Dat je moe bent? Dat je een ontstellende dorst hebt? Zeg wie zou er eigenlijk bier gaan halen? De manager lijkt het te druk te hebben met de tandenman. Waar is in hemelsnaam de rest van de band gebleven? Zou iemand van die mensen daar een peuk voor me hebben? Wie ging er nou bier halen?
Ik heb dorst. Slapen in Simplon hotel. We slapen op de vlinderkamer. De muur is behangen met uitgeknipte vlinders op een lichtblauwe achtergrond. Zelfs de dekbedhoezen zijn bekleed met vlinders. Het lijkt alsof we een kinderkamer zijn binnengestapt. Boven de stalen ledikantjes hangen ingelijste posters. Boven mijn bed hangt een vlinder-ABC: close-ups van vlindervleugels met letters en cijfers erop. Op elk ledikantje ligt een klein stukje zeep en een klein handdoekje. Er is geen minibar. Morgen om tien uur ontbijt, maar nu nog honger: toch maar even terug de stad in om pizza te eten.
Zaterdag 10 maart
Het is zaterdagochtend. De Nederlandse top-100 schalt uit de radio en Jacco rijdt en zingt mee met De Dijk: 'Dansen op de vulkaan' (nummer 33). Het sneeuwt. We zijn op weg naar vijf optredens in Den Haag. Achter in de auto is het rustig, bijna stil. De vijf optredens en de drankjes daarna hebben ons er niet spraakzamer op gemaakt. Ik lees nog even snel de tekst van gisteravond door. Volgens mij had ik beter water kunnen drinken. Intwine op 31?
Rond Utrecht klaart het weer op. Slobodan Milosevic is dood. We moeten eerst naar Schlemmer. Ik zie ze al voor me: zuipende veertigers vergezeld van kansloze meisjes die in razend tempo tequila met 7up op de bar klein slaan. Ik heb er kortom zin in vandaag. Schlemmer blijkt zowel vanbinnen als vanbuiten veelbelovend. Het is een eetcafé dat verrassend fijn publiek trekt. Het optreden is een goede opwarmer voor de rest van de dag. Zo houden we er nog wel een stuk of negen vol.
Zaterdag 10 maart
Het is laat. Het laatste optreden in de Zwarte Ruiter is vervangen door een optreden in café De oude Mol. Acht mensen die ons tegenkwamen in de binnenstad, slepend met de instrumenten, herkenden ons van een optreden in Het Paard met Stuurbaard Bakkebaard en zijn meegekomen. De tent zit meer dan gezellig vol. Er is weer een man met een slecht gebit die naast me komt staan. Zijn enige doel lijkt te zijn mij van het schrijven af te houden met steeds hetzelfde zinnetje: 'Dat is belangrijk, hoor, één, twee, drie: spelen.' Waar is Harry, de manager? 'Dat is belangrijk, hoor, één, twee, drie: spelen.'
Zondag 11 maart
De dag begon met het zoeken naar de weg. Vragend naar café De Wijn kregen we verschillende verontrustende commentaren: 'O, dat is dat foute café.' 'Gaan jullie dáár spelen? Nou succes.' Het bleek een zeer gezellig homocafé, oude stijl (kanten gordijntjes, rokerige sfeer, veel mannen en een grote zilveren paal op het podium). De barman werd helemaal gek bij elke schunnig grapje en gooide gierend van het lachen dan alle lampen in de kroeg even aan.
Persoonlijk dieptepunt van het weekend: ik zag een zeker vijftig jaar oude vrouw die naast haar vriendin stond aan voor twaalfjarig jongetje en ik heb haar op verschillende momenten tijdens het optreden aangesproken met 'het kleine mannetje dat cola moet drinken' en 'zijn oortjes dicht moet doen voor eventuele schunnigheden'.
Het vijftiende en laatste optreden dat we net afgerond hebben, was wat ons betreft het beste van het weekend. Spannend tot de laatste noot en met een overgave alsof het het laatste optreden van ons leven was. Het publiek was super in Cul de Sac. Hier gaan we terugkomen. Als de stemmen geheeld zijn en de slaap aangevuld is. En de roes uitgeslapen.