Cees Mulder, Rascal van het eerste uur, blijkt een ware spraakwaterval. Op smeuïge wijze diept hij de meest hilarische anekdotes op uit zijn geheugen. Een koffer vol krantenknipsels en foto's ondersteunt hem. Veertig jaar Arnhemse rock-'n-roll-geschiedenis komt in vliegende vaart voorbij. Als monoloog, dat wel.
"We speelden heel veel in het discothekencircuit in Noord-Holland. Wel vijf, zes keer per weekend. Waren we in dichte mist onderweg naar Den Oever toen de accu van de bus het begaf. Toen zijn we gestopt bij een tankstation. Goede raad was duur. Theo, onze zanger, ging naar binnen en kwam terug met twee zaklantaarns. Die hebben we toen op de bus geplakt met gaffertape. Eentje voorop, eentje achterop en zo gingen we door die mist de snelweg weer op."
"We hadden een contract van een paar maanden in een tent in Den Bosch. Het was een beetje een ruige kroeg met drie verdiepingen. Gegarandeerd dat er daar elke avond drie lui van de trap af werden geslagen. Op een avond werd het een beetje te dol en moesten we vluchten via de achterdeur, het riool en de gracht voordat we bij de bus kwamen. Wilde een van die gasten ons tegenhouden. Die bleef voor op de bus zitten. Na een beetje wild manoeuvreren belandde hij uiteindelijk in de gracht."
"Bleek dat we achternagezeten werden omdat een van de bandleden wat rommelde met de dochter van de toiletjuffrouw en dat kon blijkbaar niet. Toen we eens kwamen aanrijden voor een optreden voor de Hell's Angels, stonden er allemaal overvalwagens klaar en haalden die gasten de stoeptegels al uit de straat. Maar verder was het wel een toffe sfeer en hebben we lekker gespeeld. Oké, op een gegeven moment werd er wel met bier gegooid en toen met de glazen en daarna met de flessen, maar voor de rest niks aan de hand. Daarna reden die lui ons tot in de verste uithoeken van Nederland achterna. Heel goede herinneringen aan."
"De muziekscene in die jaren was niet te vergelijken met nu. We repeteerden in een pakhuis in het centrum, tegenover een damesmodezaak. Daar stonden die grieten te dansen in de kleedhokjes. En de mensen die op straat langskwamen, stopten en begonnen te swingen. Natuurlijk was het behoorlijk amateuristisch. We hadden helemaal geen spullen en bouwden alles zelf. Onze eerste gitaren maakten we van hout dat we gejat hadden uit het Openluchtmuseum."
"We speelden met kleine installaties en Theo had zo'n strot dat hij er onversterkt overheen kon. Pas later werd dat een beetje professioneel, met P.A.'s en zo. We hebben natuurlijk wel wat dieptepunten gehad, maar dat had eigenlijk niet zoveel met de muziek te maken. We hadden nogal rare hobby's. We maakten bijvoorbeeld ons eigen vuurwerk, dat we soms ook op het podium gebruikten. Dat ging een keer mis en toen ben ik ontploft. Een dag later werd onze bassist bij een verkeersongeluk in coma gereden. Dus toen lag het even stil. Nou ja, het is uiteindelijk allemaal goed gekomen."
"We hebben op dit moment een zingende drummer, maar we zijn eigenlijk nog op zoek naar een goede frontman als vervanger voor Theo. Het is niet eenvoudig om iemand te vinden die bij de band past en ook nog een goede strot heeft. Met Pasen doen we gewoon ons ding zoals altijd. Of het genoeg is moeten we afwachten. Maar wees gerust, we maken de zaak echt wel gek als het mot..."