Er waren eens drie goede muziekvrienden, Bouke, Sjors en Stijn, die er langzamerhand achter kwamen dat ze allemaal een dagje ouder werden. Dat er maar eens wat liedjes opgenomen en uitgebracht moesten worden. En dat het wel een ‘nuttige vakantiebesteding’ zou zijn om een weekje door te brengen in een ‘erg onooglijk, doch charmant, klein huisje aan een verlaten spoorweg ergens in Noord-Frankrijk’, met niks dan instrumenten, opnameapparatuur en de gebruikelijke genotsmiddeltjes. En wat bleek? Wis en waarachtig stonden er ineens negen verschrikkelijk poppy rockliedjes op band.
‘Te gek!’ Eenmaal terug in ons kikkerlandje, en gedoopt tot The Kevin Costners, kwam hen een aankondiging onder ogen van een vermaarde lokale talentenwedstrijd: de Roos van Nijmegen 2004. Meteen maar inschrijven, niet moeilijk doen. Het werven van twee extra Kevins (of eigenlijk David en Rick) bleek een fluitje van een cent. Een paar keer repeteren, gaan met die banaan en we zien wel waar het schip strandt. En zo geschiedde...
Ze sleepten een glansrijke overwinning in de wacht. Bij sommigen bleven er zelfs liedjes in het hoofd hangen van het optreden in de voorronde. Dat schiep een hemels genoegen. The K.C.’s houden van catchy deuntjes en fijne geluidjes, vooral afkomstig uit Sjors’ elektrische gitaar en David’s spacey toetsenborden. Vragen naar favoriete muziekinvloeden levert echter weinig concreets op:
‘(stilte)... Pff, dat zou te veel zijn om op te noemen. We houden eigenlijk gewoon van popmuziek in de breedste zin van het woord.’ Op de demo valt dan ook een groot scala aan muzikale voorkeuren te herkennen. Tussen de gangbare poprockliedjes springt ineens een hijgerig funknummer naar voren met heerlijke tongue-in-cheek egotripteksten: ‘I got myself a new suit, and it’s called The Bomb / I’m takin’ it to the streets, to get me some / It’s like a magnet for chicks, yeah...’
Vervolgens gaat het roer om met ‘The Lights’, een tergend mooie tranentrekker die Bouke tijdens optredens steevast aankondigt als ‘ons cowboyliedje’. En tijdens het sfeervolle nummer ‘Tender’ bekruipt je ineens het vermoeden dat Prince himself tijdens die week in Frankrijk even is overgevlogen om enkele vocalen voor zijn rekening te nemen. Desgevraagd doen de heren Costner hun ambities voor de toekomst uit de doeken:
‘Echt grote plannen hebben we voorlopig niet. We gaan wat concerten doen, bijvoorbeeld met de Popronde in Nijmegen, en natuurlijk doen we mee aan de Music Awards Gelderland in Arnhem (2e plaats behaald, JL). Ons verhaaltje begon met het idee dat het zo gaaf zou zijn om een plaatje te maken! Nu is de band compleet en blijkt het optreden ook nog eens heel leuk te gaan.’
Naast concerten hier en daar blijft het voorlopig bij gezellig musiceren, componeren en repeteren in een oefenruimte in Den Bosch. Daar prijkt op de deur een grote poster met ongeveer vijftig halfblote supermodellen, waarover Rick moet bekennen (off the record): ‘Al plukkend aan de bassnaren wil mijn blik daar nogal eens naar afdwalen, ha ha!’ En ze speelden nog lang en gelukkig.