Wie beter dan twee frisse jonge muzikanten kun je laten reflecteren op de culturele wereld waar ze zich momenteel in bewegen? Drummer/projectleider Wytse Dijkstra en muzikant/producer Jochem Knoef zullen maandelijks om en om hun gedachtenspinsels, overpeinzingen en mening op papier zetten aangaande de Friese popscene. Wat is hun in die zin opgevallen de afgelopen maand, waar liepen ze tegenaan of waar kregen ze energie van?

Jens

Ergens in een grijs gebouw zit een grijs bedrijf, dat iets doet met verzekeringen of geld lenen of zo. In het gebouw bezwijkt een werknemer onder de toenemende werkdruk. Jens studeerde ooit aan de kunstacademie, maar kon na zijn afstuderen geen werk vinden. Sindsdien werkt hij bij het grijze bedrijf. Elke dag bellen met mensen over problemen die mensen met het grijze bedrijf hebben. Hij moet ze oplossen en tevens vriendelijk blijven. Al zes jaar zit Jens vast in zijn stramien. Hij kan de rekeningen betalen, hij kan leuke dingen doen, op vakantie gaan, maar toch houdt hij zijn hoofd amper boven water. "Is dit dan het leven?", piekert Jens. Hij is nog jong, maar denkt steeds vaker terug aan de tijd dat hij studeerde en hij nog met kunst bezig was. Zijn vader keurde zijn vakgebied af; met kunst viel immers geen brood te verdienen. Maar het feit dat hij vijf jaar onafgebroken kon leren, uitproberen, kon bevragen wat nou wel of niet de moeite waard was om te maken, dat maakte hem zielsgelukkig. Niet het bellen over problemen. Wat zonde van Jens.

Na zijn zevende jaar bij het grijze bedrijf gooit Jens het roer om en neemt hij ontslag. "Ik ben verdomme kunstenaar", zegt hij tegen zichzelf (op goede dagen). Hij begint zijn archief aan schilderijen en linosnedes door te spitten, op zoek naar een thema of een verhaal. Zijn eigen werk raakt hem zelden, maar elke keer als hij het portret tevoorschijn haalt van zijn opa, begint zijn keel te stokken van verdriet. Zijn opa had Alzheimer en was er al niet meer, zelfs toen hij er nog wel was. Alleen klassieke muziek uit oude films konden hem nog zichtbaar tot leven wekken. In een portret met meerdere gezichten schilderde hij zijn opa op zijn meest levenloze dagen en op zijn beste momenten, wanneer de soundtrack van West Side Story galmde door het verzorgingshuis en hij opeens weer kon dansen.

Harold zit in hetzelfde grijze bedrijf, maar dan als CEO. Met de voeten op tafel en whiskey erbij. Hij bouwde het bedrijf vanaf de grond op en heeft met slimme investeringen miljoenen verdiend. Harold heeft een visie en ook een mening. Die keer dat hij zich op de werkvloer liet zien, ving hij een gesprek op van Jens en een collega die het hadden over rol van kunst in de samenleving. Hij liep er op af en snauwde: "Allemaal linkse hobby’s!" Dit schoot Jens in het verkeerde keelgat, wat indirect leidde tot zijn ontslag.

Jens is namelijk niet alleen gestopt met ploeteren omdat hij de waardeloosheid van zichzelf niet meer kon uitstaan, hij wilde ook een punt maken tegenover zijn baas. Dat wat Harold zei in hun discussie, van ‘je bent pas artiest als je kunt leven van je werk’, tot ‘als je wilt winnen moet je scoren, een hit bijvoorbeeld’, was olie op het vuur voor Jens. Hij was niet uit op geld of op een hit. Jens wilde gewoon bijzondere beelden geven aan bijzondere verhalen. "En, kun je er van rondkomen?", krijgt hij nu wekelijks naar zijn hoofd geslingerd. Onbedoeld wordt er een nare link gelegd in zijn brein, tussen de economische waarde van zijn verhalen en legitimiteit van hem en zijn vakgebied.

Jens is bang dat hij zou worden afgerekend op commercieel succes. De onbevangenheid die hij in zijn studententijd had is nu moeilijker terug te vinden in zijn werk. Elke keer dat hij iets nieuws maakt, houdt hij meer rekening met anderen, met trends. Het kunstje waaruit eerder was gebleken dat het op zich wel in de smaak viel. Het voelt grijs.

Hij ziet het ook bij zijn neef Ferdinand, die muziek produceert. Eerst maakte hij een soort technodub van walvisgeluiden die met uitsterven bedreigd werden. Hij nam de geluiden op onder water, hij bouwde er een compositie omheen en wou aandacht vragen voor de walvissen. Toen de verkoop van zijn muziek tegenviel, veranderde dit sneller dan verwacht in ‘ach ja, de walvissen gaan toch dood en zo’n trap-beat is wat de kids van nu willen, dus ik gooi er een paar snelle hi-hats doorheen en klaar is kees. Buma in je zak.’

Jens probeert zich niet te laten ontmoedigen. Hij doet zijn best om vrolijk te blijven door om zich heen te kijken en te zien of er eensgezinde zielen zijn waarmee hij samen verhalen kan maken. Misschien is hij bij machte om alle Harolds op deze wereld de mond te snoeren, als hij kan laten zien dat je een kutschilderij voor achterlijk veel geld kunt verkopen en dat het dan nog steeds een kutschilderij is. Of andersom: dat je kan janken van muziek die je maar voor een euro op de rommelmarkt hebt gekocht. En dat je als kunstenaar altijd nog op een creatieve manier zelfmoord kan plegen om de prijs van je werk mee op te vijzelen. Alleen heeft Jens daar dan niet zoveel aan.

BIO

Wie: Jochem Knoef
Leeftijd: 25 jaar
Woont in: Leeuwarden
Studie: Academie voor Popcultuur (gediplomeerd)
Waar je hem van zou kunnen kennen:
Jochem Knoef is afgestudeerd aan de Academie voor Popcultuur. Vanuit Leeuwarden werkt hij onder de naam Onna Limb als muzikant/producer en bracht hij een gelijknamig album uit als afstudeerproject. Samen met collega-muzikanten en andere kunstdisciplines werkt hij in verschillende settings, in opdracht of autonoom. Voorheen actief in The Future's Dust, nu speelt hij in de band Woe Blind Birds.

Zo, Wytse... En nou jij weer!