Marien Dorleijn: ‘Zolang de kleine steden nog niet veroverd zijn, blijft Moss terugkomen’

Al blijft de Moss-frontman stiekem liever thuis om liedjes te schrijven

Kilian Kayser ,

Zaterdag 18 oktober zal Moss in de Lelystadse Underground hun betoverende gitaarpop ten gehore brengen aan het Flevolandse publiek. 3voor12 Flevoland sprak zanger/liedjesschrijver Marien Dorleijn over de controle bij clubshows, thuis liedjes schrijven en het nog te veroveren Flevolandse publiek.

Begin dit jaar bracht het Amsterdamse Moss alweer hun vierde album uit: We Both Know The Rest Is Noise. Hoewel de plaat (die genomineerd werd voor het 3voor12 Album van het jaar) pas zes maanden uit is, staat de band nu alweer in de studio. ‘We zijn nieuwe nummers aan het doornemen, in november gaan we alweer wat dingen opnemen,’ vertelt Moss-zanger Marien Dorleijn. ‘We zitten nu middenin de tour voor het nieuwe album, maar het is goed om bezig te blijven met nieuwe muziek. De nieuwe liedjes blijven komen en de energie die je op het moment hebt moet je doorzetten door de studio in te duiken.’  

Controle-freaks

Na een zomer vol festivals maakt de band zich deze herfst op voor een ronde langs de clubs. Marien: ‘Clubs zijn erg tof om in te spelen, zeker voor control-freaks zoals wij. Bij een clubshow kun je langer spelen dan op een festival, hierdoor zijn er meer mogelijkheden in de set voor bijvoorbeeld een rustig blokje en kun je muzikaal meer meenemen. De controle van een clubshow is erg fijn. Aan de andere kant zijn festivals ook heel tof, omdat je er veel mensen mee kunt bereiken.’ En dat heeft Moss afgelopen jaren ook gedaan met optredens op de hoofdpodia van Pinkpop, Best Kept Secret en Lowlands. ‘We zijn zelf niet zo bezig met de grootte van de plek waar we spelen. Soms spelen we in hele kleine zalen en dan is dat de beste show van het jaar en niet Pinkpop of Lowlands.’
 

Kleine steden veroveren

Moss heeft eerder in de Underground gespeeld, maar daar weet Marien niet veel meer van. ‘Om eerlijk te zijn kan ik mij er niets meer van herinneren. Er is volgens mij nog wel wat te veroveren in Lelystad en andere kleinere dorpen en steden. Zo staat het bij onze shows in Amsterdam, Utrecht en Rotterdam vaak goed vol, terwijl in kleinere steden de zaal soms halfleeg is. We spelen geen metal, maar een genre waar toch minder mensen op af lijken te komen. Eigenlijk moet het publiek opgevoed worden en dan niet door ons, maar door de zaal. Het zijn vooral de kleine steden die veroverd moeten worden, zolang dat nog niet gebeurd is, blijven we terugkomen.’

Tegen optreden opzien

Na tien jaar samenzijn met slechts kleine verschuivingen binnen de band – vorig jaar is er een nieuwe bassist bij de band gekomen – blijft Moss als band plezier hebben in het leven. ‘Er is redelijk veel gebeurd in tien jaar tijd, zo hebben we al vier albums uitgebracht en hebben we op veel plekken gespeeld. Het blijft leuk, omdat we eigenwijs zijn en doen wat we willen. Je moet niet gefrustreerd raken, dan werkt het niet. Als je een leuke groep mensen om je heen hebt - zoals bij ons het geval is - blijft spelen leuk, hoewel ik persoonlijk om eerlijk te zijn altijd een beetje tegen optreden opzie. Als we spelen komt de adrenaline gelukkig wel en vind ik het te gek, maar het liefst blijf ik lekker thuis om liedjes te schrijven.’

Tien jaar mee

Marien Dorleijn is niet alleen maar bezig met Moss, zo is hij bijvoorbeeld ook onderdeel van het muzikale project Happy Camper. Toch blijft Moss voor Marien Dorleijn wel het belangrijkst: ‘Ik heb het gevoel dat wij er nog een tijdje blijven, we zijn niet een band die een giga-grote hit gaat scoren, maar we gaan wel al tien jaar mee. Ons doel blijft dan ook het maken van mooie platen en het geven van mooie shows.’