De Destructo Swarmbots hebben de eer om de avond te openen. Hoewel de naam anders doet verwachten, bestaat de band maar uit een enkel lid en niet uit een hele zwerm. Maar deze jongeman, gewapend met laptop en gitaar, gaat er wel op destructieve wijze op los. Als in trance martelt Mike Mare zijn gitaar om een enorme bak geluid te creëren. Interactie met het publiek is er niet. Ik waag een poging tot het omschrijven van de muziek van Destructo Swarmbots: een opname van een bouwterrein waar men met allerlei gereedschap instrumenten aan diggelen slaat en zaagt. Deze opname wordt dan afgespeeld op een racecircuit waar toevallig een motorrace gaande is, terwijl er een aantal straaljagers veel te laag overvliegen. Een echte indruk heeft het optreden niet gemaakt. Er wordt wat gelachen en er wordt wat . De sfeer is goed. Mr. Swarmbot loopt even later dan ook met een tevreden grijns door de lobby.
Dan is het toch zover en komen de pioniers van de post-metal zelf het podium op. Zonder een woord te zeggen pakken ze hun instrumenten en beginnen te knallen. De band speelt vol overgave, het lijkt volkomen overbodig om contact met elkaar te maken op het podium, want alles gaat vlekkeloos. Zelden zie je een band waarvan de leden zo op elkaar ingespeeld zijn. De bandleden gaan ook helemaal op in de muziek; het is net alsof ieder in zijn eigen wereldje zit. Frontman Aaron Turner lijkt wel een bobblehead (je weet wel, zo’n hoofdknikkend figuurtje voor in de auto) op een erg hobbelachtige weg. Hij beweegt zijn hoofd op die manier gedurende de hele set. Al gauw weet de band met hun furieuze en loodzware muziek het publiek in te pakken. Het is alsof de muziek hele landschappen wil laten horen, van kalme meren naar ruige bergtoppen tot aan een uitgestrekte toendra: alsof elk nummer een nog onbekend continent beschrijft. Zonder een woord tot het publiek te richten stoomt de band door zonder te stoppen. Zelfs niet om op adem te komen. In dit geval kan men wel zeggen “stille wateren, diepe gronden” maar dat “stille” hoor je alleen tussen de nummers door.
Het applaus en gefluit vanuit de zaal is oorverdovend: na ieder nummer is dit te horen. Duidelijk heeft niemand behoefte aan geklets, maar enkel aan knallende muziek. ISIS heeft dat prima in de gaten. Pas op het einde van het optreden, na de toegift, volgt er een dankjewel en de band vertrekt zonder op of om te kijken. Iedereen is weer terug op aarde geland en schuifelt met fluitende oren naar buiten. Opvallend is de zwijgzaamheid van de band, maar wie heeft er met zulke muziek nog woorden nodig?
Gezien: ISIS en Destructo Swarmbots in de Effenaar, kleine zaal op 6 juli 2009.