Daniel Johnston verrast publiek in de Effenaar

Briljant of onzin?

Tekst: Freddy van de Laar / Fotografie: David markus, ,

Deze man is niet zozeer een muzikant. Men beschrijft hem beter met de term kunstenaar of artiest. En hem één keer gezien hebben, betekent dat je hem nooit meer vergeet. Niet vanwege zijn prachtig mooi stemgeluid, niet omdat hij sharped-dressed is, niet vanwege zijn goddelijk lichaam en al zeker niet om zijn positiviteit die hij uitstraalt. Nee, juist omdat deze man de grootste anti-held is die ik ooit gezien heb.

Briljant of onzin?

Op het podium in de Effenaar is ie gekleed in een oude spijkerbroek, beetje ongeschoren, een groot t-shirt dat los hoort te hangen, maar wat niet wordt toegestaan door zijn buik en even dacht ik er zelfs nog enkele vlekken van een paar dagen oud op te zien. Zonder band maar met ukelele brengt hij enkele nummers ten gehoor. Het doet me meteen denken aan een slissende vals zingende Bob Dylan. De ukulele heeft moeite om bij hem in de buurt te blijven aangezien Daniel over zijn hele lijf staat te shaken. Niet omdat hij een nederlands xtc-pilletje heeft genomen, maar meer vanwege zijn alledaagse lichamelijke toestand. Ik kan eigenlijk beter zeggen dat dit komt door zijn geestelijke toestand aangezien hij officieel manisch depressief is verklaard. Iets wat in zijn teksten duidelijk naar voren komt. Hij is heel cynisch en tegelijkertijd lijkt hij vol zelfmedelijden te zitten. Zijn liedjes lijken wel een persiflage van zijn eigen gevoelens. Of hij hiermee de draak steekt met zijn eigen geestelijke toestand of dat het een roep om aandacht is, durf ik niet te zeggen. Het nummer “Casper the Friendly Ghost” vind ik hiervan een perfect voorbeeld. Samen met de band, die er ondertussen is bijgekomen, wordt gezongen over Casper het vriendelijke spookje die altijd zo aardig is voor iedereen. Ook Casper is een beetje een anti-held, omdat er zoveel mislukt wat dit spookje wil doen. Ondanks dat het altijd vol met de beste bedoelingen zit. Maar de draai die eraan gegeven wordt is wel apart, want onze depressieve zanger weet het zelfs zo te brengen dat je Casper op een gegeven moment gaat zien als een bange, eenzame luie spook. Ook de ode die hij brengt aan vele grootheden in “Lennonsong” wordt meer een klaagzang dan een lofrede. De enige zuivere cover die hij ten gehore brengt is “Help” van the Beatles. Hierdoor krijg ik het gevoel dat hij daadwerkelijk om hulp vraagt. Maar door de jaren heen wordt zijn hulpkreet via zijn cynisme tot uiting gebracht. Als je kunt prikken door het geslis en geklaag dan hoor je tegelijkertijd ook teksten van zeer hoge kwaliteit. Je weet soms niet of ze belachelijk of geniaal zijn. Ik kies voor geniaal, omdat ze soms zo belachelijk zijn. Maar ze zetten je zeker tot nadenken. Zo ook een verkondiging van een droom die hij laatst heeft gehad spreekt hiervan boekdelen. Denk er maar eens even over na. Hij heeft namelijk gedroomd over een man die ter dood is veroordeeld omdat hij zelfmoord probeerde te plegen. En die man waar over hij droomde was hijzelf. Gezien: Daniel Johnston in de Effenaar 26-10-’08.