Hoe krijg je dat voor elkaar, zo’n debuut op Sniester?
Natousch Gerritsen: Ik werk wel eens op de Grote Markt, en Marco (Bijsterbosch, red.) van Sniester vroeg me een keer wat ik de avond ervoor had gedaan. Ik liet hem Tousch horen op m’n telefoon, en toen zei hij “Klinkt vet, jullie staan op Sniester.”
Jullie zijn een oude nieuwe band. Hoe zit dat?
Natousch: “Sebas, Danny (van Tiggele, red.) en ik leerden elkaar kennen op de Herman Brood Academie, waar we de band Gypsy Liars vormden als afstudeerproject.”
Sebas Simoen: “Gypsy Liars was wel echt om onze studiepuntjes te halen. De sound was poppy."
N: “Bands als Tame Impala en Temples waren toen heel hip, dus we wilden graag die kant op gaan met ons geluid. Wat we toen hadden was een hele goede klik en op het podium een goede chemie. Het voelde toen, na vijf of tien gigs, al heel goed.”
S: “De energie die we toen hadden, kwam goed over op het publiek, merkten we. Maar uiteindelijk was het een afstudeerdingetje, dan heb je twee maanden om een setlist in elkaar te zetten. Dus je ramt het er snel doorheen. Je hebt niet de luxe om een jaar in de studio te zitten en na te gaan denken over wat je sound nou precies is.”
N: “Toen gingen we allemaal ons eigen pad.”
S: “Danny ging heel Europa door met Mister and Mississippi, Natousch zat in Tel Aviv en ik heb een plaat gemaakt met Woot. Toen Mister and Mississippi er mee stopten, kwam ik Danny een keer tegen in Den Haag. Hij had zin om weer te spelen. Natousch was net terug uit Tel Aviv, dus we besloten het weer met z’n drieën op te pakken, we hadden alleen nog een drummer nodig. We dachten meteen aan Isai Reiziger, die in Taymir en Rondé speelde. Hij heeft de stijl die we zochten: hard, strak, en recht vooruit. En hij ziet er goed uit. Dat is niet onbelangrijk.”