State-X New Forms: de zaterdag

Na uitstel toch een flitsend einde

Tekst: Rick Kappetein & Frank de Jong | Foto's: Irene Lantman, Peter Balkema & Jan Rijk ,

De zaterdag van State-X New Forms 2016 bestaat uit een uiteenlopend soort acts. Er was noise, ambient pop, maar ook grote namen uit de neo-klassieke wereld en zelfs wat industrial metal. Het belooft een dynamisch avondje met een gemengd publiek te worden. Aangezien we nog steeds te maken hebben met de laatste State-X New Forms is ook vandaag weer de vraag: er uit met een knal of uit als een nachtkaars?

Joep Beving is een forse goedgehumeurde pianist. Het Paard van Troje ziet er anders uit dan normaal, er zijn doeken opgehangen zodat de hele zaal in duisternis is gehuld. Daarnaast is de grote zaal voor de gelegenheid geplaceerd. Joep neemt vooraf rustig de tijd om het filosofische idee achter zijn plaat Solipsism uit te lichten. Zo kalm als hij vertelt over hoe we allemaal in ons eigen hoofd zijn gaan leven en de wrede nieuwsberichten niet meer verwerken, zo aandachtig luistert de zaal naar zijn muziek en zijn verhaal. Het beheerste pianospel mist alleen een krakend vuur. Het zet de toon voor de avond, aangezien er nog veel meer klassieke acts geprogrammeerd staan.

In de kleine zaal is het liefdeskindje van Bon Iver en Sigur Rós te horen. Mt. Wolf speelt wat later, gezien de kleine hoeveelheid materiaal. Ze doen een korte show. Het is ze vergeven, want de beloftevolle band laat een enorme indruk achter. Kleine liedjes met grootse slotstukken, waar de prachtige samenzang de boventoon voert. Het is dan niet zo gek dat er langzaam steeds meer toeschouwers binnendruppelen. Ook hier is volledige aandacht voor de muziek.

Boven in de balkons van de grote zaal van het Paard van Troje is een kleine undergroundtent in elkaar geknutseld: de Cockloft. Eenmansact momentum lost opent. Drone en ambient soundscapes uit een bak software, synths en gitaren. Het zorgt voor wat mensen die kort fronsen en weer vertrekken. Toch kan hij rekenen op een flink aantal aandachtige luisteraars. Zij worden beloond met zweverige soundscapes die organisch ontwikkelen gedurende set.

In het paardcafé staat ondertussen G.O.D. de recht toe recht aan rock het publiek in te slingeren. De sound is goed op orde: rauw, lomp en overstuurd. Hierdoor is de zang wel verre van verstaanbaar. Het kan een mooi begin zijn van het figuurlijk afbreken van State-X, maar helaas gaat het publiek nooit echt los. Het blijft bij glimlachen en ja-knikken.

Leuk detail van de avond is dat veel artiesten van zaal naar zaal lopen om nieuwe muziek te ontdekken. Zowel van de vrijdag als de zaterdag spotten we muzikanten. Niet achterlangs, via de backstage, maar midden in het publiek. Eigenlijk is State-X New Forms een samensmelting van experimentele muzikanten, organisatoren en aspirant-muzikanten. Muziekgenres kunnen we niet koppelen aan de identiteit van het festival, want dat lijkt elk jaar te verschuiven. Recentelijk is dat richting de experimentele jazz en moderne klassieke muziek.

Ook in het Koorenhuis is er van alles gaande. Blue Crime noemt hun eigen stijl moonpop en speelt in de voorhal van het gebouw. De band heeft prachtige visuals op een scherm mee. De uitstraling is uniform. Allen in het wit, wat mooi past bij de witte togen in de hal. De snelle wisselingen in de nummers maken het een dynamisch geheel. Telkens als de dames en heer de aandacht lijken te verliezen gaan ze precies over in de volgende track.

Aan de overkant, in het Paard van Troje, is enthousiasme te vinden. Een lichtelijk dronken toeschouwer schreeuwt ‘yeaaaaaaaaaah’ als Ryley Walker wordt aangekondigd. Ryley roept op zijn beurt: 'Let’s do this shit'. Het spijt ons, maar met die mentaliteit gaat er natuurlijk genoeg fout. Het feit dat het Paard van Troje oogt als een donker hol doet de psychedelische folkmuziek geen goed. Iets meer licht in de zaal had de band waarschijnlijk ook niet veel geholpen. Na een rommelige opening, verzuipen de rockgitaren door bombast en een levenloze mix. Over het algemeen zijn het uitstekende muzikanten, maar de klik onderling is vanavond zoek. Het gevolg is dat de bandleden elkaar constant aankijken. Ondertussen zijn de festivalgangers allang de aandacht kwijt.

Wanneer we doorlopen naar de kleine zaal is Julianna Barwick bezig met het creëren van een etherische sound met behulp van haar eindeloze zang en minimale begeleiding. Later wordt de dame bijgestaan door de Nederlandse cellist Maarten Vos, die weinig toevoegt aan de meditatieve sound van Julianna. Het klinkt hemels, alleen is de formule wel erg doorzichtig. Enkel de toeschouwers die zin hebben in een meditatie blijven rondhangen.

De foyer van het Paard van Troje is de rustplaats van de avond. Mensen zitten na te praten en te verwerken wat ze zojuist gezien hebben. Het valt op dat er veel verschillende talen om de oren vliegen. Ondertussen staat The Monoranger de fundering van het Paard volledig uit de voegen te drukken met zijn noise drone in de Cockloft. Een flink stel synthesizers en sequencers bediend door een wat oudere man is genoeg om dit voor elkaar te krijgen. Het staat zo hard dat mensen weg gaan of de vingers in de oren houden terwijl ze blijven luisteren.

Marissa Nadler mag na The Monoranger met haar dromerige pop alles wat nog overeind staat van het Paard verblijden. Haar aanstekelijke liedjes weet een groot gedeelte van de aanwezigen haar kant op te lokken maar van een overvolle zaal kunnen we helaas niet spreken. Dat is wat je bij deze kwaliteit dromerige folkpop eigenlijk wel zou verwachten en hopen.

Misschien komt de afwezigheid van het publiek bij Marissa door de overlap met Lubomyr Melnyk, die wel mocht rekenen op een volle zaal. De bejaarde Oekraïnse klassieke pianist heeft waarschijnlijk last van ADHD, maar gebruikt dat dan ook als ‘unique selling point’. Zowel zijn toespraak over de compositie over windmolens als zijn pianospel is vingervlug en geraffineerd. Mocht je goed luisteren dan kun je elke individuele toets die Lubomyr aanraakt horen. Terwijl hij vertelt over een compositie en benadrukt dat vijf seconde saai zijn klinkt het vooraan: “dan haal je het er toch uit!” Een onnodige opmerking, want naast een volledige beheersing van de Steinway & Sons vleugel, heeft de beste man de wijsheid in pacht. Hij licht toe: “overal waar je kijkt is het prachtig, we zijn gevangenen van een prachtige wereld en we zien het niet eens.” Die vijf seconde rust zijn voor een drukke pianist van levensbelang.

A Giant Dog uit Amerika staat in een goed vol Paardcafé. Ze komen om wat rock and roll gekte te brengen en de sfeer zit er lekker in. Zo vertelt de zangeres een joint geleend te hebben maar de wiet was niet zo goed. Het café geniet van de charmes. Het heeft wat glamrock, wat punk, wat bluesrock, en het ligt allemaal prettig in het gehoor.

En dan is het tijd voor de één van de laatste knallen die State-X New Forms ooit zal programmeren: Vampillia. Oorverdovende gitaarmuren en ingetogen neo-klassieke stukken gaan hand in hand met grunts, screams en operazang. Ja, de achtkoppige formatie is totaal losgeslagen gekte. De Japanners zijn uitgedost als een compromis tussen blackmetalband, conservatorium artiesten en een J-pop band. De vocalist Yoshikawa Toyohito staat eerst in het publiek te dansen en in een paar secondes op het podium. Yoshikawa huilt, klaagt, schreeuwt en trekt komische gezichten. Het is oorverdovend en op dat moment rent een toeschouwer snel weg om oordoppen te gaan halen.

“We are Vampillia, we want to be famous, fuck you”. Later lanceert de frontman zich letterlijk door het midden van het publiek, waardoor hij finaal tegen het hek van de geluidsman knalt. De festivalgangers kijken met verbazing en gelach toe. Het bijzonderste aan Vampillia is dat de muziek van vrij hoge kwaliteit is, toch mag best gezegd worden dat het op de plaat een stuk minder uitbundig klinkt dan op het podium. De band heeft zoveel energie dat het een wonder is dat ze niet heel het podium affikken met State-X New Forms erbij.

De overgang van Vampillia naar Wrekmeister Harmonies is enorm. De zwaarmoedige mengelmoes van drone, post-rock en metal zijn gebaseerd op twee dingen. De Hongaarse cultfilm Werckmeister Harmóniák over een rottende walvis die symbool staat voor een brute samenleving en het wereldbeeld van frontman JR Robinson. Als laatste act in de grote zaal vergt het erg veel concentratie om de gelaagde muziek te kunnen waarderen. Het is jammer van de kleine hoeveelheid toeschouwers, want de lange zit is bevredigend. Wanneer de enorme bak noise het laatste concert in de grote zaal afknalt is het publiek al naar Violent Magic Orchestra geslopen.

“Toegang op eigen risico”, staat er op de deur van de kleine zaal. Dit is dan toch het allerlaatste optreden op State-X New Forms. “Time is the end of the century 2099” staat er op het projectiescherm, terwijl een bandlid het woord “vakantie” omhooghoudt. Als je dacht dat Vampillia nergens op sloeg, dan kom je met Violent Magic Orchestra bedrogen uit. Het is als een industriële ode aan de blackmetal compleet met drumcomputer en afwezigheid van de basgitaar. Micci the mistake, die we bij Vampillia achter de basgitaar zagen is hier ingehuurd als fopvocalist. Hij zwaait met zaklampen en fungeert als de eerste hypeman in de blackmetal geschiedenis. De stroboscoopprojectie zorgt voor menig epileptische aanval en het mag gezegd worden dat State-X New Forms met een knal is geëindigd.

Langzaam druppelen de toeschouwers naar buiten. State-x heeft een had grandioos einde, maar het voelde wel wat geforceerd. De hardste en tevens mafste act als laatste neerzetten, terwijl er de hele dag klassieke muzikanten aan het werk zijn. Met een een paar hoogtepunten op zowel de vrijdag als de zaterdag heeft State-X niet afgesloten met een legendarische en onvergetelijke editie. Met de stroboscoopgekte van Violent Magic Orchestra eindigde State-X niet met een knal maar in een flits. Zonde, maar het is goed zo.