Kaderock 2016: Binnenpodium

Verkoelend alternatief

Tekst: Joeri Gordijn, Marco Vlot, Eric Hoetjes, en Frank de Jong | Foto's: Wouter Vellekoop, Maarten Ederveen, Peter Balkema, Moos Wolfs en Roland Wichser ,

Het binnenpodium – rockcafé Musicon – biedt een divers programma. Van stonerrock en metal van Het Universumpje en Thanatos tot soulvolle hiphop van Badjekkah. Het is hier doorgaans druk, maar tegelijkertijd verrassend koel. Het binnenpodium is vooral voor muziekliefhebbers die niets moeten van beatgroep Q65. De programmering is net wat alternatiever en een veilige thuishaven voor festivalgangers die niet bruin willen worden.

Seed of Ayawaska won afgelopen jaar Talent Event en plukt daar dit festivalseizoen de vruchten van. Met veel shows op bijvoorbeeld Schollenpop en vandaag dus Kaderock. Het is op dit vroege uur nog fijn toeven in het koele gebouw van Musicon. Seed of Ayawaska maakt – bij tijd en wijle – onnavolgbare experimentele rock. Vergelijkingen met Zappa, Led Zeppelin maar ook The Smashing Pumpkins zijn snel gemaakt. Soms ligt het experimenteel ‘doen’ er net iets té dik bovenop, “dit is een cover van een Jazz-liedje uit de jaren Dertig.” Hoeft niet, laat de muziek spreken. Daarnaast lijkt het of de band vandaag focus mist, het kan allemaal net wat strakker. De virtuositeit zit erin maar  – nu de band Talent Event-status ontgroeid is – moet Seed of Ayawaska de verwachting die ze scheppen wel waar maken.

Na Seed Of Ayawaska is het tijd voor wat rustigers. Oliver Pesch uit Barendrecht is 18 jaar en schrijft liedjes. Met die liedjes heeft hij onder andere Kunstbende 2016 gewonnen. Vandaag speelt hij er een paar op Kaderock, en dat valt niet tegen. Soms klink zijn gitaarspel bluesy, soms klinkt er wat country door en soms zijn de Beatles niet ver weg. Ook heeft hij een prima stem. Nu staat Oliver niet alleen op het podium; hij heeft ook nog een goede band meegenomen. Tussen de veteranen van The Clarks en Massada die op het hoofdpodium spelen, is het binnen in het Musicon prima toeven met deze jonge band op het podium. Van Oliver Pesch gaan we nog meer horen.

Als Oliver zijn gitaar inpakt, wordt opgebouwd voor Het Universumpje. Met Het Universumpje heeft Kaderock een van de best bewaarde geheimen van de Nederlandse rock binnengehaald. Van instrumentale opener ‘Verzin Zelf Maar Wat’ tot aan afsluiter ‘Met Je Bek’ is er geen andere mogelijkheid dan volledig losgaan op de stonerrock van de vier heren. Maar wat maakt het Universumpje zo briljant? Misschien is het de droogkomische maar toch knallende voordracht van zanger/gitarist Jacob van de Water. Of drummer Nicky Hustinx die zijn drumstel met tomeloze energie volledig aan gort ramt zonder een accent te missen. Het Universumpje dijt uit: van een nog te verschijnen E.P. wordt een nieuw nummer gespeeld met de welluidende titel ‘Ik Woon in een Kanonskogel’. Nog een stukje zwaarder dan de rest van het oeuvre, en zeker smakend naar meer. Het schijnt dat de zon over vijf miljard jaar niet meer schijnt, maar als we in de tussentijd kunnen luisteren naar Het Universumpje komt het allemaal goed.

Na Het Universumpje iets compleet anders: Badjekkah. Badjekkah bestaat uit twee mannen zonder shirt die hiphop, soul en aanverwante stromingen combineren. Spelen kunnen Gino en Mano zeker. Vooral Gino weet wat prima beats uit zijn drumstel te slaan. Daarnaast waagt hij zich halverwege het optreden aan een stukje basgitaar. Als hij dan ook nog wat hoge vocalen de zaal in stuurt, is de vergelijking met Prince snel gemaakt. Behalve dan natuurlijk dat Prince, moge hij rusten in vrede, op eenzame hoogte stond. Daar is Badjekkah nog niet, maar tussen al het gitaargeweld is het virtuose duo een welkome afwisseling.

En dan gaat het niveau zwaar omlaag. ‘Fuck this shit Speedcola Hell Pizza’. Zomaar een greep uit de wonderlijke lyriek van Rene SG. Deze zelfbenoemde speedrockers kunnen zichzelf net zo goed slispunkers noemen naar het geslis van Rene. Het maakt allemaal weinig uit. Elk nummer heeft of shit of hell in de titel en ook dat maakt helemaal niks uit. Het publiek slikt het als zoete koek. Drummer RJ en bassist Rob raggen door de nummers, die een gemiddelde speelduur van één minuut hebben. Tijdens het optreden gebeurt er iets typisch Kaderock; ongeveer drie man beginnen de eerste moshpit en houden dat het hele optreden vol. Jammer is dat de nummers ‘Fuck Shit Shit’ en ‘Hard As Hell’ twee keer worden gedaan. Ze hadden beter een nieuw nummer kunnen improviseren: ‘Shithell’. Of is dat te simpel?

De laatste band binnen is Thanatos. Terwijl buiten Taymir speelt verzamelen de vele metalfans zich binnen voor Thanatos. Dit is waarschijnlijk de ruigste band die speelt vanavond en vanaf het begin van de show is dat ook duidelijk. De Rotterdamse band speelt een set die erg geïnspireerd lijkt door Zweedse metalbands van vroeger met veel snelle riffs en getriggerde drums. Een deel van het toegestroomde publiek lijkt vrij snel af te taaien, al ligt dat waarschijnlijk omdat ze een goed plekje bij The Deaf willen bemachtigen. Maar de echte diehards blijven binnen en headbangen er flink op los. Na Thanatos is het de beurt aan Tabass-co om de avond op het binnenpodium af te sluiten met een lekkere salsa dj-set. Het bleef nog heel lang gezellig in het Musicon.