Verslag Parkpop 2014: Haags Podium

Met Kern Koppen, Friends of the Family, Thin Pillow, Piñata en meer

Marije Pluym, Robin Stroop, Cok Jouvenaar, Lilianne Laan en Martin de Kruijter | Foto's: Moos Wolfs, Kees van der Niet, Peisam Tsang, Jan Louis van den Oever en Jan Rijk ,

Wegens groot succes op de vorige editie stond ook dit jaar weer een Haags podium in het Zuiderpark. Een compleet groen-gele line-up deed het veld schreeuwen, zingen, hossen, moshen, lachen, dansen en beuken. De gevarieerde line-up maakte van het podium een echte publiekstrekker. Presentator Justin Verkijk en singer-songwriter Willem Bodhi gaven acte de presence tussen de optredens door.

De Haagse female-fronted rockband Replayced timmert lekker aan de weg. Eerder dit jaar won de band zowel de promotieprijs als de publieksprijs tijdens het Talent Event en met de overwinning tijdens de Your Stage Challenge een felbegeerd plekje op het Haagse podium. Onder leiding van rockchick Eline van Liere stort het vijftal vanmiddag nonchalant een korte set stampende rocknummers over het publiek uit. Iets minder nonchalance was alleen wel mooi geweest. Wanneer je maar twintig minuten de tijd hebt om jezelf neer te zetten dan is het zaak dat je er direct in knalt en dat is iets waar het vanmiddag een beetje aan ontbreekt. Halverwege een korte set backstage je blouse verwisselen omdat je van tevoren vergeten bent de juiste aan te trekken is iets wat je als beetje professionele band echt niet meer kan maken. Aan de podiumpresentatie mag dus nog wel een beetje gesleuteld worden en dat is jammer want muzikaal mag Replayced er best wezen. (MP)

Thin Pillow presenteert zichzelf als 'een jonge band met attitude en een liefde voor de platenkast van hun ouders'. En dat is vanaf de eerste noot dan ook direct duidelijk. Met een soort Radar Love-achtig intro trapt de band een set vol psychedelische geluiden af. Het morsige orgeltje en de krachtige stem van zangeres Miles-Lee voeren het publiek terug naar de tijden van Jefferson Airplane, The Doors en Jimi Hendrix. Daar waar het Replayced eerder vandaag ogenschijnlijk aan een beetje peper ontbrak, weet Thin Pillow onmiddellijk te overtuigen. De nummers zitten goed in elkaar, de zang is sterk en het drumwerk retestrak. Het vijftal mag dan misschien door het verlies van de Nederlandse Global Battle of the Bands finale een plekje op één van de grote podia mis gelopen zijn, maar ook op het iets kleinere Haagse podium geven ze een prima visitekaartje af. (MP)

Met tien man op een podium klimmen, bewapend met een ratjetoe aan instrumenten, lijkt een sterk staaltje keuzeconflict of misschien zelfs wel muzikale armoe. Maar vanaf de eerste noten van Friends of the Family blijkt dat alles geen Swamp Ash te snijden. Sterker nog, zelden heeft het Haags Podium zoveel muziek bedreven maniakken gezien met zoveel overtuiging geweldige herrie staan maken. 

‘Hoe meer mensen, hoe meer vreugd’ blijkt het familie motto te zijn, want bij de derde song roept leadzanger Gijs het achttien man tellende Friends-koor het podium op. En dat bestaat uit voornamelijk vrienden en mede muzikanten die met een even grote bevlogenheid de longen uit hun lijf zingen en meppen op tamboerijnen. De gezichten van het omvangrijke publiek kunnen niet anders dan openbreken en het enthousiasme van het gezelschap opzuigen tot zij zelf alle ledematen laten wapperen op de pakkend vrolijke melodieën. Het podium op Parkpop misstaat de mannen geenszins, maar waar hun muziek met de complimenterende vuige sax van Tijs en moerasbanjo van Ramón thuis lijkt te horen is de soundtrack van de nieuwste Tarantino of Rodriguez! (RS) 

Het is met Hallo Venray net als met The Scene op Pinkpop: beide bands hadden in hun hoogtijdagen begin jaren negentig op deze festivals moeten staan. Eigenlijk is het een schande dat deze formatie pas dit jaar op het affiche van Parkpop prijkt. Maar met de nieuwste plaat ‘Show’ in de gelederen liggen alle opties weer open voor Hallo Venray. Dit album is op bijna alle muziekmedia jubelend ontvangen en superlatieven zijn niet van de lucht. Het trio is klaar voor een tweede leg en een optreden op het Haags Podium van Parkpop past precies in deze strategie. Alleen de band heeft het zelf niet door, deze doet al jaren hetzelfde. Liedjes spelen met een rauw randje. Okee, ‘Show’ is meer Lou Reed en de Velvet Underground dan het vertrouwde Neil Young-geluid, maar Hallo Venray is gewoon Hallo Venray. Punt. Niets meer, niets minder.

Op een oranje T-shirt na (geheel in de lijn van Parkpop 2014 in verband met de wedstrijd vanavond) is het gewoon een kwestie van spelen. Beukende drums, neuzelige zang, overstuurd Telecastertje en een pompende bas. Hier en daar een uitstapje naar de vorige schijf ‘Leather on my soul’ en een oude klassieker, maar het grootste deel is materiaal van de nieuwe plaat. Hallo Venray is een begrip en maakt dit na meer dan vijfentwintig jaar nog steeds waar. (CJ)

“Wie heeft er zin in een beetje zomer? Deze mannen smeren zonnebrand op hun boterhammetjes!” Aldus presentator Justin Verkijk en dat zijn geen loze woorden, want wat past er beter bij dit weer dan een optreden van Piñata. Het publiek staat al klaar, juichpakken aan, armen in de lucht; de rest is aan de succesformule van Piñata. Het is de eerste keer Parkpop voor de Scheveningen-based feelgoodband en dit feit wordt gevierd zonder plankenkoorts, maar door grote dankbaarheid en enthousiasme in hun reggae/ska te leggen. De endorfinen stuiven over het veld, de soepele reggaetunes laten het publiek bouncen. Wie geen goed humeur krijgt van deze band moet maar eens checken of hij niet toevallig een steen in zijn borstkas heeft zitten.

Er wordt stevig doorgedanst op de dikke baslijnen, het zonnige gitaarspel en de nog zonniger orgeltunes –Ha, een orgel! Uit een synthesizer welteverstaan, maar wat dondert het- en de opzwepende percussie. Aan het einde van de set vraagt Jansen retorisch: “Nog eentje?” Veld: “Jaaaa!” Jansen: “Wie gaan er spelen?” “Hollandaaaa!” Piñata zet alvast een overwinningslied in. En ze hebben gelijk gekregen. Zo doe je dat, komen, zien en overwinnen Piñata-stylo: met een glimlach. (LL)

Het is gaan miezeren maar dat zal The Blues Junkies worst wezen. Dito voor hun publiek: wie komt voor een snoeiharde pot bluesrockaanbidding maakt zich niet druk om een nat pak. “Alles ok? Geluid ok?” Duimen omhoog op het veld. Raggen maar: dit is bluesrock on speed, tikkie eighties hardrock, takkie stonerrock met op het middenveld iets dat tussen grunten en zingen staat: een opstelling die doet denken aan het Zweedse Graveyard. Zij het zonder enige vorm van rust: ongecompliceerd raggen op drums en bas, zieke versnellingen, gitaarsolo’s die uitnodigen tot luchtgitaar en het publiek schreeuwt mee met de vuisten in de lucht. Die solo’s zijn overigens beter verstaanbaar dan de zanger zelf, maar daar lijkt niemand zich aan te storen. De frenzy is compleet als het intro van Earring’s ‘Radar Love’ opgepikt wordt door het veld.

Dat is kat in het bakkie op Parkpop, alleen blaast de vertolking van Rinus Gerritsens vernietigende baslijn wel de versterker op. Oeps. Het blijkt te verhelpen en de set dendert voort. De nummers volgen elkaar op als door een horzel gestoken, geen tijd voor applaus tussendoor. Geen punt; sparen we gewoon op tot het einde. (LL)

Volgens Ruudje Lubbers liggen er op vliegbasis Volkel nog 22 Amerikaanse kernbommen opgeslagen. Lekker boeiend. In Den Haag hebben we namelijk onze éigen Kern Koppen en die zijn een stuk gevaarlijker. Gevaarlijker voor een slecht humeur welteverstaan, want als de lokale hiphopformatie iets kan dan is het wel ergens een party sfeer in brengen! Vanaf de allereerste beats springt, hopt, zwaait en klapt het publiek mee met de deels bebaarde mannen op het Haags Podium.

Muzikaal is het werkelijk all over the place, maar dat mag de pret niet drukken. Sterker nog, het wordt er door versterkt. Hiphop, free form jazz, 70’s synths en shreddende gitaren waar Slayer jaloers op zou worden, het komt allemaal voorbij. Op het veld gaat het los, iets dat perfect past bij de euforische stemming die er op het festival na de magistrale Duitse Schweini zege die Oranje 5 minuten eerder heeft behaald. Dikke overwinning voor Kern Koppen. Hulde! (MdeK)

Tegen de avond wordt het stiller bij het Haags podium, omringende standjes breken al op. Enter Monkey Miracular ft. Koen Herfst om daar rigoureus verandering in te brengen. “Ga eens bijmekaar staan man, al die losse groepjes, dat is niks. Er is maar één liefde, ja toch! Laat je ff horen!" zweept Pat Smith op vanachter de draaitafel. De Splendid-frontman heeft vaker met dat bijltje gehakt en weet ook in dit dj-format hoe je een goed feestje moet bouwen.

Hij gaat in dit zijproject los op drum’n’bass en dubstep met als doel een hardcore dansvloerexperience die voetgewrichten, broekspijpen en trommelvliezen aan flarden moet jagen. En daar heeft hij niet de minste voor meegenomen: Koen Herfst, de met recht legendarische drummer die ook met Bagga Bownz, I Chaos en Armin van Buuren speelde. Die houdt Pat’s zwiepers aan de knoppen met gemak bij, zoekt contact met het publiek en voorziet de beats met zijn live percussie van warmte, hoe venijnig gespeeld ook. Dit is hard, schandalig hard eigenlijk maar ook raak, te zien aan de overgave in het publiek. Eveneens raak is de choreografie van Myrthe Kaars-Garcia en Alexe Jansen die aan begin en einde het podium overnemen met indrukwekkend scherpe dansmoves. In het laatste nummer laat Koen Herfst een indrukwekkend visitekaartje achter: zo ongeveer met één hand en twee vingers in de neus ramt hij eigenhandig een moshpit bijmekaar op het veld. Wat een kerel, wat een klappen en wat een knaller van een afsluiter op het hardste, tofste en Haagste podium van Parkpop. (LL)