Vanavond trapt Efterklang, één van de hoofdacts van vanavond, het bal af in de E.On Elektriciteitsfabriek - een oude, quasi vervallen fabriekshal wiens industriële uitstraling al een hoogtepunt an sich is. Het is een op zijn minst opvallende keuze van de organisatie om een dergelijke act zo vroeg te programmeren, het pakt echter bijzonder goed uit aangezien hierdoor het leeuwendeel van de bezoekers vroeg op de afspraak is en de toehoorders bij dit uur nog niet al te veel hoeven te koukleumen in de kille, onverwarmde hal. Opvallend is ook de aanwezigheid van het alom bewierookte Deense trio, begin dit jaar kondigde men een allerlaatste concert aan in het Deense Sønderborg als Efterklang zoals ‘we’ het de afgelopen tien jaar hebben leren kennen. Men wilde tijd nemen om terug te keren naar de basis in een poging zichzelf opnieuw uit te vinden. Een belangrijke actie daartoe werd een innige samenwerking met de Finse percussionist Tatu Rönkkö die al een aantal jaar gelieerd is aan de band als live percussionist.
Rewire 2014; de zaterdag - Rewire trekt publiek gestaag uit comfort zone
Zaterdagavond was het zover, de tweede dag van het Rewire festival. Overdag waren er op verschillende locaties in de stad gratis workshops, concerten en ‘artist talks’. Vanaf 20.00 uur begon het betaalde programma. Muzikaal werd het publiek getrakteerd op acts uit onder andere Scandinavië, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.
Het voorlopige resultaat van de muzikale parendans tussen Efterklang en Tatu Rönkkö wordt vanavond gepresenteerd en dat resultaat is op zijn zachtst gezegd verbluffend. Volledig ontdaan van traditionele instrumenten werkt het viertal zich uit de naad tussen een wirwar van drumcomputers, synthesizers, effectenpedalen en geïmproviseerde instrumenten als een glazen pot en metalen bakken waar de meeste mensen hun viervoeter uit laten drinken. Tatu Rönkkö toont zich het brein achter de gelegenheidsformatie en dirigeert de groep beheerst van uptempo door elektronica gestuwde beats naar bezwerende geluidscomposities waarin de zalvende stem van frontman Caspar Clausen de hoofdrol vertolkt. De spanning van een afwisselende set van nagenoeg onbekende liederen gebracht door een collectief dat ogenschijnlijk barst van het zelfvertrouwen gecombineerd met de unieke locaties en dito lichtshow maken van het openingsconcert van vanavond een vroeg hoogtepunt die vele bezoekers nog lang bij zal blijven. (MN)
In de foyer van Prins27 is Áron Birtalan inmiddels begonnen aan zijn performance. Birtalan staat in zijn eentje achter zijn draaitafels. Het publiek wat vanuit het optreden van Hydras Dream in het theater onderweg is naar de uitgang van Prins27 blijft in de foyer kijken naar zijn optreden. Met een stemgeluid gelijkend aan die van de zanger Rammstein, aangevuld met met electro deuntjes krijgt Áron Birtalan het publiek aan het dansen.
In de kleine zaal van Paard van Troje krijgt de in Canada residerende Amerikaan Colin Stetson van de organisatie de gelegenheid om met een tweetal saxofoons, één van vrij normaal formaat en een ware kolos, het publiek in te pakken. Stetson zal voor een enkele toehoorder met een goed geheugen geen onbekende zijn, de saxofonist tourde met zijn bizarre instrumentarium onder meer met Arcade Fire en Bon Iver en deed in dat kader al enkele grote zalen in ons land aan. De Amerikaan is een waar virtuoos die in zijn dooie eentje ritme, melodie en bas uit zijn blaasinstrument weet te toveren. Het technische hoogtestandje levert niet alleen een compleet bandgeluid op maar is daarnaast ook nog eens onvoorstelbaar hard, zeker wanneer het enorme exemplaar ter hand wordt genomen. De tamelijk lange composities blijven moeiteloos boeien daar het vaak zo is dat Stetson start met een ware geluidsbrij om daaruit naar verloop van tijd zowaar dansbare passages te destilleren. De geestverruimende ervaring zal lang niet voor iedere bezoeker gemakkelijk verteerbaar zijn geweest, maar een overvolle zaal en een enkele teleurgestelde laatkomer daarbuiten tonen aan dat de experimenteerdrift van Amerikaan door het breed georiënteerde Rewire publiek zeer zeker geapprecieerd wordt. (MN)
In het Prins27 theater is het even na tienen dringen geblazen voor een plekje op het pluche voor het aanstaande optreden van Will Samson. Samson is een liedkunstenaar met een kenmerkende, ijle zang die in het uitvoeren van zijn vak het experiment zeker niet schuwt, zijn verstilde liederen die bij tijd en wijlen aangenaam kunnen exploderen vormen op papier een ideaal rustmoment alvorens de bezoekers de nacht in duiken. Ruim voordat de Brit de bühne betreedt zijn alle plaatsjes vergeven en dat schept logischerwijs verwachtingen. Samson verspilt geen tijd en grijpt zijn publiek linea recta bij de lurven door langzaam ‘Panda bears’, misschien wel hét prijsnummer van zijn eerste langspeler (‘Hello Friends, Goodbye Friends’), op te bouwen. Het publiek lijkt gewillig mee te gaan in de door de zanger bezongen wereld. Passende geprojecteerde natuurbeelden helpen hem hierbij een handje. Het is goed en bij vlagen zelfs indrukwekkend wat Samson vanavond brengt maar na een goed half uur komt de verveling toch om de hoek kijken. Niet zozeer omdat het werk niet goed is of omdat de artiest niet bij de les is maar het is allemaal zo beheerst en gepolijst dat je zou wensen dat Samson iets vaker uit de band springt. Het is dan ook tekenend dat een behoorlijk deel van de bezoekers de zaal tussen de nummers door verlaat - iets dat toch vrij ongemakkelijk is bij een zitconcert. (MN)
De laatste act in het Prins27 theater is de Belgische Chantal Acda die naast haar werk met het bekendere Isbells ook solo aan de weg timmert - eerder al onder het pseudoniem Sleepingdog en momenteel onder de naam die ze van haar ouders mee kreeg. De Belgische werkt(e) met lieden als Nils Frahm en Peter Broderick, toch geen verkeerde namen om op je cv te kunnen presenteren. Vanavond brengt ze gesteund door een viertal heren zonder al te veel uitstraling een weinig spannende set waarin het collectief in een amper voor de helft gevulde zaal voornamelijk binnen de lijntjes kleurt. In zekere zin is dit hetzelfde manco dat het optreden van Will Samson dat eerder in dezelfde zaal plaats vond had. Hierin werden de bezoekers ook niet bepaald op de proef werden gesteld door de uitvoerend artiest, het collectief rondom Chantal Acda doet dat zo mogelijk nog minder. Acda en haar mannen spelen vanavond loepzuiver maar weten gewoonweg niet genoeg te boeien. Al zal het ook niet geholpen hebben dat het vijftal na middernacht met een bomvol nachtprogramma voor de deur haar werk moest doen, zoals de Belgische zelf al aangaf: “ik moet nog wennen aan het uur”. (MN)
Dan is het de tijd voor de grote naam van het festival: James Holden. Vanaf de eerste minuut worden de toeschouwers meegezogen in de aanstekelijke beats en melodielijnen van Holden. Holden glimlacht regelmatig naar de aanwezigen. Als een specht schudt hij zijn hoofd, heftig op en neer op de beat. Begeleid door drummer Tom Page en saxofonist Etienne Jaumet speelt Holden nummers van zijn in 2013 verschenen album ‘The Inheritors’. Het publiek danst eindelijk. De mensen zijn opgewarmd voor The Field die na James Holden het podium betreedt.
Een volledig in het zwart gehulde man, inclusief zwarte beanie op zijn hoofd, betreedt het podium. The Field maakt weinig contact met het aanwezige publiek,. Hij doet wat hij moet doen. Met zijn monotone, ambient techno neemt The Field de aanwezigen een uurtje mee naar een verlaten loods in Oost-Berlijn. Niemand lijkt stil te kunnen staan. In extase beweegt het aanwezige publiek op de ronkende beats van The Field.
Gold Panda, alias Derwin Schlecker, staat achter de draaitafels en gaat volledig op in zijn moment. Hij is veruit de meest beweeglijke dj die deze avond passeert, maar hij draait een weinig opzwepende set. De toeschouwers verleggen ondertussen hun aandacht van het podium naar elkaar. Gold Panda bouwt de set op naar hét moment van de avond; zijn in 2010 op Lucky Shiner verschenen track ‘You’. Dit is het moment waar de aanwezigen ogenschijnlijk op hebben gewacht. De zaal beweegt en masse mee op de bekende, gevoelige, hoge deuntjes: “you, you, you, you, you…”