De Règâhs eert Haagse muziekscene met bijzondere gasten

Albumpresentatie in een vol Paard

Sabrina Istha | Foto's: Peter Balkema ,

In mei leggen alle vogeltjes een ei en bij De Règâhs heet het ‘Règâh Love’. Op vrijdag 23 mei presenteerde de Haagse flamencoband haar zesde album in de grote zaal van Paard van Troje. Met het optreden brachten de heren een ode aan de Haagse muzikanten en voor de gelegenheid hadden ze ook een paar bijzondere gasten uitgenodigd.

Na wat technische problemen, kan singâhsongRègâh Johan Frauenfelder eindelijk van start met ‘Adios amigo’. Een toepasselijke opener, omdat het hier ooit mee is begonnen, gewoon als geintje van Johan. Inmiddels heeft De Règâhs een aardig repertoire opgebouwd van eigen materiaal en komische varianten op bestaande nummers. In plat Haags komen grappige, maar stiekem ook mooie teksten voorbij, allemaal voorzien van een zonnig flamencomelodietje. Het is een fantastische combinatie.

Voor iedereen die met de schande moet leven dat hij niet uit deze stad komt, is het absoluut de moeite waard om het Haags te ontcijferen. Al kunnen deze mensen de tekst van ‘Leluk’ (“jij moet eerst een burka kopen, voordat ik naast jou durf te lopen”) beter overslaan, omdat de band het nummer opdraagt aan alle vrouwen die niet uit Den Haag komen. Uit het enthousiaste gejoel blijkt overigens dat er daar maar weinig van aanwezig zijn. Het is echt een Haags feestje vanavond. Toch lijkt het publiek niet meteen door te hebben dat het een feestje ís. Veel mensen staan nog in zombiemodus naar het podium te staren. Met ‘Bènamee’ (‘Baila me’) komt er eindelijk wat beweging in. Aangemoedigd door vier flamencodanseressen beginnen er voorzichtig wat voetjes te bewegen.
 
Een avondje met De Règâhs is vooral vrolijk en gezellig. Vier heren die met een uitgestreken gezicht supermelige liedjes laten horen (“het gaat altijd fout met een Maria; geen marieja, maar marienee”). Je zou bijna niet opmerken dat het ook hele goede muzikanten zijn, want het snelle ritme van de flamenco wordt met alle gemak gespeeld. Met ‘De sultans van de flamingo’, geleend van de Dire Straits, krijgt Johan toch de kans om zijn kunstjes te tonen met een indrukwekkende gitaarsolo.
 
Dat het gewaardeerde artiesten zijn, blijkt ook uit de gasten die ze hebben weten te strikken. Sommige zitten verstopt tussen het publiek, maar niemand minder dan Rinus Gerritsen (Golden Earring) komt een exemplaar van het nieuwe album in ontvangst nemen. Nog leuker wordt het als hij samen met Jaap de Jonckheere (Urban Heroes) meespeelt met een paar Earring-nummers in ‘flamencostijl’. Rinus kan het allemaal wel waarderen en staat met een grote grijns de bas te bespelen. Daarnaast komt nog een andere held op bezoek. Nicko Christiansen, aka Jan Doedel, van de legendarische bluesrockband Livin’ Blues is op zijn saxofoon een indrukwekkend figuur in dit gezelschap.
 
Zo is het hele optreden eigenlijk een aaneenschakeling van odes aan Haagse muzikanten. Een van de mooiste lofdichten is toch wel die aan Jerney Kaagman, geweldig uitgevoerd door bèRègâh Marcel de Graaf. Zijn droge gezichtsuitdrukking, terwijl hij de liefde verklaart aan zijn Jerney, werkt enorm op de lachspieren. Het publiek is inmiddels ook aardig losgekomen en doet steeds enthousiaster mee. Maar ondanks alle gastoptredens en hilarische teksten, blijkt het hoogtepunt van de avond toch een klassieker te zijn. Want er gaat niks boven, hoe kan het ook anders, ‘Oh, oh, Den Haag’.