Harman staat nog stijf van de adrenaline als we haar in de catacomben van Paradiso spreken. Ze oogt als een typisch buurmeisje, maar dan wel op torenhoge plateauzolen en met een flinke portie brutaliteit, dat ze in haar blues met een scherp randje tot uiting laat komen. Met een rood wijntje in de hand vertelt ze dat ze blues is gaan zingen door Aretha Franklin. “Ik was geobsedeerd door haar toen ik jonger was. Iets in me drijft me naar de soul en de blues. Maar ik heb ook alle oude platen van mijn vader geluisterd, The Rolling Stones en The Beatles, dat soort werk. Daar zat ook singer-songwriterspul tussen van bijvoorbeeld Cat Stevens en The Moody Blues.”
Jo Harman: “Ik was vroeger geobsedeerd door Aretha”
Britse bluesrocksensatie van 2013 naar Zuiderpark
Jo Harman, ze wordt door de Britse pers lovend omschreven als ‘het beste bluestalent uit het Verenigd Koninkrijk’. Harman komt pas net kijken, maar mag al openen voor de groten. Zo deed ze al voorprogramma‘s van The Cranberries en Simply Red-zanger Mick Hucknall in de Heineken Music Hall en deelde ze begin april nog het Paradiso-podium met levende gitaarlegende Johnny Winter (die een paar albums van blueshelden Muddy Waters produceerde). Ook haar bandleden liegen er niet om: bassist John McKenzie stond destijds al bij Bob Dylan en David Bowie op de planken. Geen wonder dat ze in de bluesvakbladen wordt geroemd. Ze doet denken aan Joss Stone, maar dan rauwer. Eind juni staat ze op Parkpop, waar de zangeres enorm naar uit kijkt: “Ik heb er echt zoveel zin in, je hebt geen idee!”