Albert Hammond haalt herinneringen op in de Boerderij

Ik ben niet gek, ik ben een trein! Een trikku-trikku-trein!

Frank Veldkamp | Foto's: Jan Piet Hartman ,

Op 4 mei 2013 was het in De Boerderij in Zoetermeer tijd voor een nostalgisch avondje met een artiest die zijn hoogtijdagen al ver achter zich heeft liggen. Achtenzestig jaar oud, grootste hit gescoord in 1974, en zijn laatste Top 40 hit, in 1986, was een duet met Albert West. Is Albert Hammond 3voor12-waardig? Hij is de vader van Albert Hammond jr, de gitarist van The Strokes, én als producent en componist verantwoordelijk voor het tweede album van Duffy. Toch maar even een kijkje nemen.

Naast zijn eigen carrière als zanger, schrijft Hammond in de loop der tijd hits voor onder meer Starship, Chicago, Willie Nelson en Tina Turner. Voor haar schrijft hij ‘Don’t turn around’, wat vooral in de versies van Aswad en Ace of Base bekend is geworden. Oh ja, en op Gibraltar, zijn geboorterots, is in 2009 een postzegel met zijn beeltenis uitgebracht. Al deze wapenfeiten kunnen echter net zo goed achterwege gelaten worden. Op het podium staat een verrassend kwieke zeventig-minner, die kan bogen op een rijk repertoire. Hammond vertelt er graag en veel over en speelt net zo makkelijk zijn eigen hits als zijn versies van de hits die hij in vijftig jaar voor anderen schrijft.
 
Al vroeg in de set vertelt Hammond dat hij na veertig jaar weer op het podium staat omdat hij het zijn zoon met zoveel plezier zag doen. En plezier hebben is de rode draad in het bijna twee en een half uur durende optreden. Elk van de 29 nummers op de speellijst wordt voorafgegaan door een anekdote en tussendoor is er ruimte voor verzoekjes en de nodige grappen en grollen. In technische zin valt er het nodige aan te merken op de show: De drums zijn dusdanig geïsoleerd dat de band bij vlagen klinkt alsof ze in de oefenruimte staat. Hammond haalt zijn hoge en lage noten niet meer, houdt zich niet aan de setlist en vergeet af en toe zijn tekst. “Alzheimer!”, wordt er vanuit de zaal geroepen, maar hij hoort het niet.
 
Er staat in ieder geval iemand op het podium die het niet voor het geld hoeft te doen en duidelijk voor zijn lol zijn liedjes weer speelt. Van ballades waarvan het glazuur van je tanden druipt tot dadaïstische werkjes als ‘Gimmie dat ding’, niets is te gek. Bij ‘I’m a train’ kan hij zijn lachen amper meer inhouden en besluit hij halverwege dat de jodel die in 1964 zo’n leuk idee leek, in 2013 toch echt niet meer kan. Na afloop neemt hij uitgebreid de tijd om met zijn fans te babbelen en handtekeningen uit te delen.
 
Al met al een zeer geslaagde avond met mooie verhalen en een wilde greep uit een indrukwekkende carrière. Je vraagt je af welke singer-songwriter van nu over 40 jaar voldoende materiaal bij elkaar geschreven heeft om een hele avond mee te entertainen.