Naast zijn eigen carrière als zanger, schrijft Hammond in de loop der tijd hits voor onder meer Starship, Chicago, Willie Nelson en Tina Turner. Voor haar schrijft hij ‘Don’t turn around’, wat vooral in de versies van Aswad en Ace of Base bekend is geworden. Oh ja, en op Gibraltar, zijn geboorterots, is in 2009 een postzegel met zijn beeltenis uitgebracht. Al deze wapenfeiten kunnen echter net zo goed achterwege gelaten worden. Op het podium staat een verrassend kwieke zeventig-minner, die kan bogen op een rijk repertoire. Hammond vertelt er graag en veel over en speelt net zo makkelijk zijn eigen hits als zijn versies van de hits die hij in vijftig jaar voor anderen schrijft.
Al vroeg in de set vertelt Hammond dat hij na veertig jaar weer op het podium staat omdat hij het zijn zoon met zoveel plezier zag doen. En plezier hebben is de rode draad in het bijna twee en een half uur durende optreden. Elk van de 29 nummers op de speellijst wordt voorafgegaan door een anekdote en tussendoor is er ruimte voor verzoekjes en de nodige grappen en grollen. In technische zin valt er het nodige aan te merken op de show: De drums zijn dusdanig geïsoleerd dat de band bij vlagen klinkt alsof ze in de oefenruimte staat. Hammond haalt zijn hoge en lage noten niet meer, houdt zich niet aan de setlist en vergeet af en toe zijn tekst. “Alzheimer!”, wordt er vanuit de zaal geroepen, maar hij hoort het niet.