‘Profondeville’ is een bescheiden dorp in de Ardennen met als grootste attractie een klif aan de rivier die het decor vormt van de EP-hoes. Best wel stijlvol in combinatie met de strakke letters in rood en geel. Met die rots op de voorkant zit het met de rock hopelijk wel snor op deze EP. Maar is het ook roll? Uiteraard. Wat dat betreft kun je The Peptones om een boodschap sturen. Het titelnummer betreft een opzwepend rock’n’roll liedje geheel volgens het boekje. Vrolijk, eenvoudig en met kenmerkend net-aan Peptones kattenkwaad gezang. Het rappe tempo vervolgt in ‘Oh misery’, waarin een gekwelde Haasdijk verkondigt dat hij straight down the line walkt. Leuke nummers maar tot zo ver nog weinig verrassend.
We draaien de EP om en daar vinden we het geboorterecht van deze EP in de vorm van ‘Can’t win’. Die gitaar, dat orgeltje, dat handgeklap, het lijkt wel een vroeg Beatlesliedje. Je zet ‘m nog een keer aan en bij de tweede keer is het al meezingen geblazen. Een Haagse beatbeauty om verliefd op te worden. Afsluiter ‘I’ll be gone’ is weer een typisch supersnel Peptonesliedje met oppeppende beat, die ze best wat langer hadden mogen rekken: dit zou live wel eens een fijn stuiternummer kunnen worden.
Met zijn vier nummers en nog geen tien minuten speeltijd is deze gepeperde éénhapscracker vooral erg effectief om trek te krijgen in het volgende Peptonesconcert. De energie van de Peptones op het podium is niet op vinyl te persen, maar hou je van snel en hou je van de Peptones dan is de EP zeker goed te verteren. Al was het maar voor dat nieuwe pareltje op kant B: je kunt niet verliezen met ‘Can’t win’!