Het album opent meeslepend met ‘Nueva York’, vooral door de stevig voortstuwende drums en het contrasterende pingeltje op de achtergrond. Hier zet Templo Diez de toon van de kwaliteit, waardoor de lust naar meer vanzelf groeit. De bevrediging volgt al snel met ‘My spring, your fall’, dat door de melancholie en de meerstemmige zang raakvlakken kent met The Low Anthem, niet de minste inderdaad. Het voorlopige hoogtepunt valt als een warme deken over ons heen met het derde en titelnummer ‘Greyhounds’. Donker, zwaarmoedig en indringend; voer voor kippenvel.
Vervolgens is er voor het nummer ‘Holler #2’ geen beginnen aan. Er is na ‘Greyhounds’ geen eer te behalen en dat zorgt even voor een bitter smaakje. Maar met het innemende ‘Fine as powder’ herpakt Templo Diez zich onmiddellijk, toch zakt het vervolgens weer iets in met ‘Light strokin’ the walls’. Geen zorgen. Met ‘Pulse of the sun’ zet de band de grote, indrukwekkende finale in. Stil en intiem, met een tranentrekkende slide gitaar. En de band pakt door met het wonderschone ‘She’s a sparrow’ en ‘See me walking’ dat daar nauwelijks voor onderdoet.
Het laatste nummer brengt alle kwaliteiten van Templo Diez tezamen. In acht minuten en 40 seconden haalt de band alles uit de kast. De eerste helft voltrekt zich als warme, gesmolten chocolade die zich gaandeweg ontwikkelt als een grand dessert waar je zelfs na een voluptueuze maaltijd een gaatje voor vindt. Goed om in huis te halen.