En weer wordt er opzichtig aan de stoelpoten van de kunst en cultuur, en dus de muziek, geknabbeld. Door Haagse knaagdieren nog wel. Opnieuw hangt er een donkere wolk boven de honderden ideeën die dagelijks ronddwarrelen in de creatieve geesten van onze kunstenaars. Klaar om uitgebroed te worden en ons te prikkelen.
Een ‘bepaalde politieke kant’ pleit voor grondige subsidievermindering in de kunst- en cultuursector. Want die krabbelt maar wat aan de zelfkant van de maatschappij, vinden ze. Van ónze belastingcenten nog wel, voegen ze er dunnetjes aan toe. Maar ze vergeten dat kunst en cultuur de motor zijn waarop de maatschappij draait. Theater biedt troost en vermaak, schilderkunst zet de geest in beweging en muziek voedt de inspiratie, prikkelt de fantasie en maakt het verschil tussen alleen en eenzaam. Zomaar wat redenen om de kunst- en cultuursector springlevend te houden en te stimuleren.
Maar ach, wat maak ik me druk. De politieke subsidieknagers rollebollen dagelijks door de krant en gooien met dikke klodders modder naar elkaar. De formatie zit muur- en muurvast en de kansen voor de kunst- en cultuurpleiters keren. Een hart onder de riem verdienen zij. Want in alle Haagse kunst- en culturele individuen en instellingen zoemt het door de hoofden. Wie stelt ons bestaan veilig? En daarom houd ik een pleidooi voor Hare Majesteit, Koningin Beatrix. Zij heeft de touwtjes in handen en zij zal ons redden.
Want onze eigen Beatrix, zelf een niet onverdienstelijk schilder, zet in op een kunst- en cultuurvriendelijk kabinet. Ik merk het aan alles. Wanneer zij een concert bezoekt, zie ik haar stralen. Een échte lach! Ze houdt van cabaret, ballet en klassieke muziek. Het zit in haar vezels. Ze is onze hoop in bange dagen. En alleen daarom wil ik eindigen met het toejuichen van onze vorstin: leve de Koningin, hoera, hoera, hoera!