Haagse PopWeek 2010; Popronde Den Haag

Klopje Popje, The Cosmic Carnival, New YX, Easy Joe, Heist en meer

Judith Laanen, Tino van Leeuwen, Bambi Otter en Peisam Tsang | Foto’s: Peter de Hoog, Ramond Jaggessar, Michella Kuijkhoven en Peisam Tsang ,

Op de eerste zaterdag van de Haagse PopWeek stond, net als vorig jaar, de Popronde centraal. Op verschillende locaties door de Haagse binnenstad kon je de crème de le crème van de aanstormende bands uit de Nederlandse muziekscene vinden. Hoewel het geluid niet op alle locaties meewerkte, was er toch veel moois te ontdekken.

Klopje Popje, The Cosmic Carnival, New YX, Easy Joe, Heist en meer

Op de eerste zaterdag van de Haagse PopWeek stond, net als vorig jaar, de Popronde centraal. Op verschillende locaties door de Haagse binnenstad kon je de crème de le crème van de aanstormende bands uit de Nederlandse muziekscene vinden. Hoewel het geluid niet op alle locaties meewerkte, was er toch veel moois te ontdekken.

Plots staan er vier ideale schoonzonen op het podium van het Paardcafé. Het is Easy Joe, de door 3FM als Serious Talent aangewezen band uit Alkmaar. De poprock van Easy Joe klinkt zoals de bandleden er zelf uit zien: lief, schattig en zoet. Invloeden als Jack Johnson en The Kooks zijn duidelijk terug te horen. De studentikoze jongens (Stijn, Daniel, Erik en Pim) gaan lachend en fluitend door het leven. Hun zoetsappige liedjes, met ‘er bestaan geen problemen in de wereld’ teksten als “fly little butterfly”, zijn alles behalve stoer. Maar dit weet de band zelf ook. Zanger Stijn: “Nu gaan we één van onze zoetste nummers spelen, dus loop alsjeblieft niet weg” en “Het volgende nummer is ook weer heel erg zonnig, daar staan we een beetje om bekend”. Het meest schattige is nog dat Stijn helemaal niet zo’n goede stem heeft, met name zijn Nederlandse accent is erg aandoenlijk. Gitarist Daniel is opvallend goed, al zijn z’n gitaarsolo’s soms wel een beetje cliché. Het aanwezige publiek beschouwt de muziek van Easy Joe als gezellig achtergrondgeluid en kletst er vrolijk doorheen. (BO)

In het Koorenhuis geven Wild Bill and his Alabama Speed Streamers een showtje weg. De stoere naam past de speedrockband als gegoten. Het keiharde Amerikaanse rock ’n roll geluid blaast nog net niet de ramen uit het gebouw. Zanger Wild Bill produceert een typisch jaren ’70 imposant metalbandgeluid. Zijn scherpe stemgeluid staat echter in sterk contrast met zijn uiterlijke vertoning. Het grootste deel van de tijd zijn z’n ogen gesloten of verscholen achter zijn lange haar. De rest van de band staat er stoer bij, maar maakt helaas ook geen contact met het kleine beetje publiek dat aanwezig is. Misschien is het Koorenhuis niet de juiste plek voor Wild Bill and his Alabama Speed Streamers. In deze setting is de band in ieder geval een soort karikatuur van de rock ’n roll/metalscene uit de jaren ’70. Na het  optreden worden de vieze mouwloze hemden gewoon omgeruild voor een schoongewassen T-shirt. (BO)

De Nijmeegse band The Cohens staat om 21.30 uur geprogrammeerd in O’Casey’s op het Noordeinde. De formatie, bestaande uit slechts drie leden, brengt een energieke, up-tempo set ten gehore die menig dansliefhebber in beweging zou kunnen brengen. Alleen gebeurt dat vanavond niet, sterker nog: er wordt mondjesmaat geklapt tussen de nummers en niet veel ogen zijn op het trio gericht. Jammer, want de muziek van The Cohens is een geval apart. Er komt geen (bas)gitaar aan te pas en in plaats daarvan speelt toetsenist Geert Nellen de leidende rol. Met zijn virtuoze partijen - de baslijnen speelt hij er nog even bij - maakt hij erg veel indruk. Broer Joost is verantwoordelijk voor de  vocalen en schreeuwt te pas en te onpas de longen uit zijn lijf. Met Bas Rens op drums is het plaatje compleet. Dit is een band die eigenlijk beter verdient dan de setting waarin zij vanavond geboekt staan. Laten we hopen dat The Cohens hun weg naar de grotere podia weet te vinden in de toekomst. (TL)

Ondanks de goeie apparatuur (versterkers van Orange) komt de indierock à la The Killers van Little Things That Kill in café De Bieb totaal niet tot zijn recht. De drums klinken dof, de gitaren schel. Daardoor valt de meerstemmige zang ook in het water. Jammer, want in een betere omgeving zou de band veel hogere ogen gooien. Toch is het stampvol in De Bieb, een goed teken. De aanstekelijke songs bestaan uit goed getimede riffs, maar waar komt toch  die synthesizer vandaan zonder toetsenist? Ah, het is de geluidsman die bijspringt. Enigszins opmerkelijk is de schaamteloze zelfpromotie voor een - weliswaar goed - doel van de zanger, over een foto-expositie in het kader van mensenhandel. Da’s allemaal prima dat je je daarvoor inzet, maar laat het buiten beschouwing tijdens je show. Het gaat vanavond om de muziek, niet om je daytime job. Over het algemeen dus een goed geoliede band, maar zonder degelijk geluid bijzonder oninteressant. Volgende keer op een plek met betere geluidsvoorzieningen graag. (JL)

Vreemd genoeg is Klopje Popje de enige band die in de Cremers+ geprogrammeerd staat, ook in het kader van de Popronde. Vooraf aan het optreden vindt de officiële videoclippresentatie plaats. De energie en de gekte van de band straalt door in de clip en zit goed in elkaar. Dan is het tijd om te spelen, ‘Squash’ wordt als eerste gelanceerd.  Een uur spelen is niet lang en zeer snel voorbij. Zeker in het tempo waarop Klopje Popje doorknalt. Met een verknipt, lekkere mix van pop, rock, metal en hier en daar soms jazzy stukjes, geeft de band een strakke show weg. Wanneer Elrond, explosief als altijd, een tipje van zijn shirt ophaalt, begint er een meisje vooraan het publiek ineens hardop te kirren. Van schaamte stoot ze tegen haar vriendin. Niet alleen de zanger heeft een sexy uitstraling, de nummers zelf hebben ook een zekere geilheid over zich. Als er dan bijna overdreven teder geëindigd wordt met ‘In my bed’, spoken de woorden “I want to fuck” nog de hele nacht door je hoofd. (PT)

Ergens in een hoekje van Muziekcafé Paraplu zit de 21 jaar jonge Jessica Hoogenboom, oftewel Jesse Maria verstopt. De Amersfoortse schone moet zich met enkel en alleen een elektrische piano zien te redden. Aan haar mooie stem ligt het niet, maar Jesse weet de belangstelling van de dinerende mensen niet te trekken. Twee hard pratende en erg aanwezige dames weten meer aandacht te bemachtigen dan Jesse zelf. Het veel te zachte geluid helpt ook niet mee. Als de mensen was wijsgemaakt dat er een cd’tje opstond, hadden ze het geloofd. Al met al blijkt Muziekcafé Paraplu geen geschikte locatie. Zelf lijkt Jesse het allemaal geen probleem te vinden. Ze doet waar ze goed in is en maakt haar set netjes af. (BO)

Diggedyshweng? is een vijfmansband die het podium in Café Pavlov mag betreden. De groep vindt haar oorsprong op het conservatorium van Amsterdam, afdeling jazz. De vier hooggeschoolde musici plus zangeres Lisa Loeb brengen een mix van jazz, funk en soul, waarbij de teksten voornamelijk over de liefde gaan. Met deze ingrediënten in het achterhoofd kun je al raden dat het niet bepaald een act is die eruit springt. Goed gemusiceerd wordt er wel - perfect zelfs - maar de groep mist eenvoudigweg een eigen sound en imago. Typisch een act om gezellig bij te kletsen, zonder op te hoeven letten of er nog iets spannends gebeurt. Het enige dat echt opvalt zijn de bontgekleurde gympen met groene veters die Lisa aanheeft, maar dat geheel terzijde. (TL)

De meeste bezoekers van O’Casey’s op het Noordeinde lijken te komen voor de sportkanalen die de Ierse pub rijk is, maar degene die voor The Cosmic Carnival, winnaars van de Grote Prijs van Zuid-Holland 2009, gekomen zijn, vermaken zich wonderwel. Laidback popsongs à la The Beatles in een modern jasje die met verve gespeeld worden, daar wordt iedereen wel warm van. Een enkeling waagt een dansje. De ingewikkeldste gitaarsolo’s speelt gitarist Frank Schalkwijk zonder enige moeite, hoewel hij eerder aan ondergetekende bekende doodmoe te zijn van al hun getour. Dat is vakmanschap, om dan alsnog zo’n topshow neer te zetten. Zodra de toetsenist zich aan een mondharmonicasolo waagt, verzandt hun geluid ineens in Americana en is het net alsof je een treintje voorbij hoort gaan. Enige minpuntje is dat we het vanavond zonder zangeres Marlies Kroon moeten stellen en dat de mooie tweestemmige zang soms niet goed te verstaan is, maar dat neem je voor lief met zulke goede muzikanten die het moeten stellen met een kroegoptreden. (JL)

Coco Bongo and the Bonfire Ranch of Love, de bandnaam zegt eigenlijk al genoeg. Het is eigenaardig en er is geen touw aan vast te knopen. Van jaren ’70 discofunk tot ska, deze band beperkt zich in ieder geval niet tot één genre. De jongens nemen zichzelf niet al te serieus en hebben goed hun best gedaan om hun kleding op hun muziek aan te laten sluiten. De lelijkste kleren uit de lokale kringloop- en feestwinkels zijn bij elkaar geraapt om een fraai geheel te vormen. Maar dit alles zonder er een carnavalsfeestje van te maken. De muziek van Coco Bongo is namelijk echt heel erg goed! De lange set, zo ongeveer een uur, is voor het dansende publiek in De Bieb meer dan welkom. Vreemd genoeg hebben de jongens, ondanks de rare outfits, een ontzettend sexy uitstraling. Met name de sensuele Mick Jagger-moves van de in roze broekpak gehulde zanger brengen een grote glimlach op je gezicht. De bezwete en ontblote drummer is ook geen onaangenaam aanzien. De vraag is: is dit alles nou heel goed overdacht of is het echt zo’n bij elkaar geraapt zooitje als het lijkt? Wat het antwoord ook mag zijn, de naam Coco Bongo and the Bonfire Ranch of Love is zeker de  moeite van het onthouden waard! (BO)

Eerder omschreef muziekblad OOR The La La Lies als een van de verste visjes in de Nederlandse rockvijver met gelijkgestemden als De Staat en The Madd, en dat mogen ze vanavond in café September eens aan het Haagse publiek laten zien. De rocknummers à la The Hives laten menig bezoeker niet onbewogen. Met zo’n energieke frontman, die al tollend op het podium zijn tamboerijn bijna door zijn vingers heen probeert te slaan, zit je in ieder geval al goed qua podiumpresentatie. Ook een cover van Van Morrisson laat zien dat ze de klassiekers goed in de vingers hebben. Het meest pakkende nummer bewaren ze tot het laatst: ‘Lies’ zit vol groovende baslijnen en stompende drums. Jammer dat de geluidsinstallatie ook hier wat brak is, waardoor het geheel als ze een betere versterking gehad hadden, vast nog strakker geklonken had. Desondanks staat hier een solide rockband die, mits ze nog meer van die pakkende liedjes op ons afvuren, het vast nog ver gaat schoppen. (JL)

De Zwarte Ruiter is afgeladen vol als om 23.30 uur Audiofeel begint met spelen. De band is niet bepaald een kleintje, als je de geschiedenis kent van de band. Zo heeft de rockformatie in het programma Xnoizz (3FM) gespeeld en heeft hun single ‘Nugget’ airplay gehad op Kink FM. Vanavond laten de heren horen dat dat niet onterecht is. De catchy, puntige gitaarliedjes gaan er bij het publiek in als koek. Minpunt daarentegen is de uitstraling van de band, zanger David komt gespannen en wat angstig over en ook de rest van de bandleden ontbreekt het aan charisma. Ook al is imago niet het allerbelangrijkste, het doet toch afbreuk aan de verder geoliede show. O ja, hulde aan de man achter de mengtafel; het geluid klinkt voortreffelijk en als je de Zwarte Ruiter binnenkomt, zou je denken dat er gewoon een cd opstaat. (TL)

Zo druk als het vanavond in de kleine undergroundkroeg De Vinger is, is het waarschijnlijk lang niet altijd. Of het aan het late tijdstip ligt (al na middernacht), of dat de band die op het moment van binnenkomst op het podium bezig is al hun vrienden heeft meegenomen, is onbekend. Een zekerheid is dat de geluidsinstallatie van De Vinger de dansbare songs van New YX compleet naar de gallemiezen helpt. De garagepunkrock die het viertal brengt lijkt qua zang geïnspireerd te zijn op het Amerikaanse Yeah Yeah Yeahs, aangezien de zangeres hetzelfde hijgerige maniertje van zingen heeft als Karen O. Kittige frontvrouw Lili Bos speelt haar rol als wulpse doch afstandelijke podiumfeeks bijzonder goed, want het dak gaat eraf. De echte rock ‘n roll-mentaliteit zit er in ieder geval goed in, als ze hun set afsluiten door met luid kabaal hun instrumenten op het podium gooien, het drumstel omver trappen en een flinke lading noise uit de synth-sectie laten knallen. Dit smaakt stiekem toch best naar meer. (JL)

Tweede en laatste band in de Zwarte Ruiter is Heist, een rockformatie uit Haarlem die nu zo’n zes jaar aan de weg timmert. Onlangs was de band nog te zien als afsluiter tijdens de Bandmarathon in Bazart, nu staan ze dus opnieuw op een Haags podium. Heist staat voor kwaliteitsrock, waarbij de meest treffende vergelijking die met Queens Of The Stone Age is. Hoewel de band niet onderdoet voor voorganger Audiofeel, is het publiek toch minder enthousiast. Misschien dat het komt door de opmerkelijke bewegingen van frontman Alex Krotje, die enigszins contrasterend zijn met de stoere muziek die Heist brengt. Maar toch, de band komt ermee weg en hopelijk zien we ze binnenkort weer eens terug in het Haagse. (TL)