Verslag Haagse bands op SXSW (4)

Weer terug naar Nederland

Redactie 3VOOR12 Den Haag | Foto's: Sara Halbertsma ,

Den Haag is met zeven bands goed vertegenwoordigd op SXSW in Austin Texas. Behalve So What, John Dear Mowing Club, NiCad, WOOT, The Deaf en ReBelle, de zes bands namens Music City The Hague, is ook Venus Flytrap deze week in Amerika. Speciaal voor 3VOOR12 Den Haag houden So What, John Dear Mowing Club en Venus Flytrap een blog bij. Bij deze deel vier.

Weer terug naar Nederland

Den Haag is met zeven bands goed vertegenwoordigd op SXSW in Austin Texas. Behalve So What, John Dear Mowing Club, NiCad, WOOT, The Deaf en ReBelle, de zes bands namens Music City The Hague, is ook Venus Flytrap deze week in Amerika. Speciaal voor 3VOOR12 Den Haag houden So What, John Dear Mowing Club en Venus Flytrap een blog bij. Bij deze deel vier.

Melle de Boer (John Dear Mowing Club)
We zijn op de één of andere manier uitgenodigd voor een interview en om wat liedjes te spelen voor een radiozender uit San Francisco. Ze zenden, op de muziekbeurs in Austin, hun radioprogramma live uit. Ik zie wat op tegen het interview in het Engels en de gedachte dat er mensen in San Francisco naar mij zullen luisteren is merkwaardig. Maar de liedjes gaan goed en het interview gaat zonder al te veel stotteren.

Na het interview struinen we rond door het beursgebouw en vinden de artist lounge. Je kon er gemasseerd worden, dus dat moesten we hebben. Het gebeurde langdurig en grondig en ik weet niet of het nu goed of slecht was, wel weet ik dat ik er uren kapot van was. Een biertje gedronken met Woot op het zonnige artist lounge balkon. Goeie jongens, die jongens van Woot. We wandelen naar NiCad, een andere Haagse band, die in een bar in 6th Street speelt. Een erg indrukwekkend optreden met een hoop bezieling. Daarna maak ik mijn move naar de Cactus Bar, de stamkroeg van Townes van Zandt. De taxichauffeur is een nare redneck die alles haat wat met het SXSW festival te maken heeft en scheldt een neger, die zijn muziek hard aan heeft in zijn auto, op een vreselijke manier uit. Spaans benauwd krijg ik het ervan. Het is nogal een eind naar de Cactus Bar en de redneck maakt het er, met zijn gescheld, in ieder geval onvergetelijk van. Ergens op de campus van de universiteit van Austin stap ik uit.

Boven de deur staat. 'Only for Fools'. De bar is vrijwel leeg en een oude man met gitaar zingt over het verdwijnen van de longhorns, de cowboys en bergleeuwen in Texas. Alleen de coyotes zijn nog over. Het geluid dat coyotes maken komt steeds terug in het lied. Owjoi owjoi joi, zo doen de coyotes. Aan de bar zit het spook van Townes van Zandt. Na mijn ontmoeting met Elvis ben ik wat losser in het op mensen afstappen en ik ga naast Townes zitten. Geen vrolijke man en het gesprek verloopt moeizaam. Hij baalt van een hoop. “Mel”, zegt Townes, “a lot of things changed around here”. “Jes Jes”, zeg ik, “but wai?” Ik heb wat weinig tijd nu om het hele gesprek hier op te schrijven, dus dat doe ik wellicht in een ander blog. We spelen straks op de 'Music City The Haque party'. Er is een bbq heb ik begrepen. Daarna wil ik op zoek naar een fles Thunderbird wine!

Het is de laatste dag in Austin. We gaan weer terug. Maar niet voordat we nog een keer in Austin hebben gespeeld, een tent met twee hardrockers als geluidsmannen (foto is wat raar door kapotte camera). Mijn hoofd tolt nog van het vliegen, dus weer een wat opsommerig blogje. Goeie reacties en wat boekingen in het vooruitzicht. Zo zijn we gevraagd voor The Hague Jazz. Jazz? De wegen naar optredens zijn ondoorgrondelijk. We blijven naar de rest van de Haagse bandjes kijken. Spike’s The Deaf is weer indrukwekkend.  Daarna vertrekt Mowing Rob naar het hotel en ga ik met Mowing Sean op het festival kijken.

The Rubies (from The Emeralds), een krankzinnige Japanse band met een hoog Flight of the Conchords gehalte, inclusief een in rood trainingspak gestoken manager die rondrende met een camera. Toch vrees ik dat ze erg serieus waren. 'I wanna be a superstar' en ‘everybody got a beautiful name’, waarbij één van de Japanners het publiek in ging met een microfoon om iedereen zijn naam te vragen. De volgende ochtend gaat de Haagse bups weer richting Den Haag. We rijden langs een Jack in the Box restaurant en denk aan al die keren dat ik met vriendin Ilse langs die restaurants reed. De bedoeling was dat degene die het eerst het Jack in the Box sign zag zo hard mogelijk schreeuwde 'JACK IN THE BOX!!' Ik schreeuw het dit keer maar heel hard in mijn hoofd.

Joeri Gordijn (So What)
We zijn weer thuis.  Een lichtelijk deprimerend gevoel overkwam me toen de wielen van het vliegtuig Nederlandse bodem raakten. De achtbaan is tot stilstand gekomen, het avontuur is afgelopen. Het waren zonder twijfel een der leukste dagen uit onze levens (wat natuurlijk niet hoeft te beteken dat alles wat voor SXSW gebeurd is niets voorstelde, vrienden en vriendinnen).  Het ‘niet te beschrijven’ cliché komt meteen weer bovendrijven, maar ik probeer de laatste twee dagen toch te reconstrueren  voor de gewillige lezer.

De laatste twee dagen waren een race langs eigen optredens, andermans optredens en feesten. Het uitzicht op de terugreis leek iedereen vastberaden te maken elke druppel festivalgenot op te slurpen. Vroeger opstaan, langer doorgaan. Vrijdag was onze ‘vrije dag’. Het weer was heerlijk, iets waar wij een winter lang naar uitgekeken hadden. We zijn met wat aanhang het hoteldak opgeklommen en hebben daar gezwommen op het zwembaddak. Als ware rocksterren. De stad aan je voeten, drijvende biertjes in het water en de zon op je volgetatoeëerde borstkas (helaas). ‘s Middags de stad in en voor de tigste keer hamburgers eten bij een van de honderden restaurants. Austin, de ware hemel voor de cheeseburgerliefhebber.

Na het optreden hebben we drie uur lang met documentaire maker Mink door 6th Street gelopen, Amerikanen gevraagd of ze überhaupt Den Haag wel kenden, het antwoord vind U in de documentaire zelf. Wat we wel alvast kunnen vertellen is dat Amerikaanse meisjes inderdaad gek zijn op camera’s. Wat een plezier. ‘s Avonds ReBelle en NiCad gezien, weer druk en weer succes. Daarna optredens kijken (Bram kwam eindelijk overal binnen met mijn ID-kaart, want Bram lijkt op mij toen ik twaalf was). De rest van de band heeft Sum41 gezien in de tent waar wij twee dagen eerder zelf speelden, ze gingen terug naar hun 14-jarige ik. Zelf was ik niet bij dit optreden, want ik was ergens anders.

Zaterdag het laatste optreden. Minder zenuwachtig dan voorheen, terwijl dit misschien zelfs het belangrijkste optreden van de week was. De opkomst was geweldig  en we speelden voor een goedgevulde tent, vol Amerikanen en Nederlanders die de Haagse bands in de week ervoor gezien hadden. Er waren zelfs een behoorlijk aantal mensen die we bij ons eigen optreden donderdag ontmoet hadden. Na het optreden begon het eindfeest, de bonte avond, en waarmee kun je dat beter vieren dan met The Deaf? Het enige wat ik kan zeggen op dat optreden is ‘amen’ of ‘aaah men!’. Nooit kunnen overtuigen in Nederland maar sinds SXSW ben ik om, wat een show. De Amerikanen stonden met knikkende knieën te kijken.

We zijn in dezelfde tent blijven hangen voor het eindfeest. We ontdekte het gemak van het betalen met een creditcard en wat rest zijn flarden. Een Japanse band die zich rockster waande (‘We are rock ’n roll! We are rock ’n roll’ en ‘It is weekend! It is weekend!’). Een alternatieve band uit Boston met vier gitaren die het op elk muzikaal gebied niet konden vinden met iedereen in de zaal. Terug naar het hotel in de auto van een Amerikaan. Dikke vette sandwiches (gevuld met patat, kip, ketchup, bacon) op het dak van het hotel. Eén grote chaos in het hotel. IJsblokjes gevechten in de hotellounge. De twee Casey’s. Een Amerikaan in slaap op onze hotelkamer. De zon die opkomt.

Om elf uur in de ochtend zaten we wel weer allemaal braaf in het busje richting huis. Een turbulente vlucht naar huis, waar iedereen nu al meerdere uren diep in slaap ligt. Ik lees net op Facebook de volgende status van een Amerikaans meisje: `Song of the day: As Long As Im Sinning by So What. Haven't heard of them? Me neither till SXSW, but they are badass! Check 'em out @ www.sowhat-music.nl.’ Heeft het dus zin gehad ook! Volgend jaar kosten wat het kost weer.