Wethouder van Cultuur en Citymarketing Marjolein de Jong hield vandaag een waslijst aan bruikbare tips over aan de bijeenkomst met vertegenwoordigers uit de Haagse popscene. “Samenwerking is heel belangrijk”, zegt de kersverse wethouder na afloop. “Als alle neuzen dezelfde kant op staan, versterk je elkaar.”
De ontmoeting is door het Haags Pop Centrum en de R.G. Ruijs Stichting georganiseerd naar aanleiding van het coalitieakkoord. In het akkoord is een aparte paragraaf, getiteld ‘Den Haag is dé popstad van Nederland versterken’, gewijd aan de Haagse popscene. Hoe wil de gemeente haar hoge ambities realiseren met de geplande bezuinigingen in het vooruitschiet, vroegen veel spelers uit het Haagse popveld zich af. Het is in ieder geval zeker dat er moet worden gekort, maar hoeveel de cultuurinstellingen precies moeten missen, wil de wethouder nog niet kwijt.
Zeker is wel dat alle cultuurinstellingen aan het eind van de maand een brief op de deurmat zullen aantreffen met daarin het bedrag waarmee ze op subsidie worden gekort. Het percentage waarmee dit bedrag is berekend is voor iedereen hetzelfde. “Ik geloof niet dat er potten met geld nodig zijn voor bijvoorbeeld een gezamenlijke website”, zegt De Jong. Een gezamenlijke website waar de gehele Haagse popsector zich op kan promoten, was een van de vele ideeën die de Haagse popvertegenwoordigers naar de wethouder opperden. Ook het voorstel voor een vast punt waar festivalorganisatoren voor een klein bedrag logistiek materiaal als hekken kunnen huren, werd breed gedragen onder de aanwezigen. Verder gaven de aanwezigen ook aan dat er in Den Haag behoefte is aan een popzaal met een capaciteit dat groter is dan de grote zaal van het Paard van Troje.
Na de oriënterende gesprekken met alle belangrijke spelers uit de sectoren die binnen haar portefeuille vallen, gaat de wethouder met de overige collegeleden nogmaals de begroting doorlopen alvorens er besluiten worden genomen. Ondanks de bezuinigingen is De Jong van mening dat Den Haag Popstad nummer 1 is en ook kan blijven. “Ik geloof er heilig in dat pop een onderscheidend vermogen heeft ten opzichte van de rest van Nederland. Amsterdam zegt het, wij doen het.”