Gisteravond speelde de Belgische formatie Triggerfinger in het LVC in Leiden. Dat de band een grote following heeft was evident doordat de zaal bij aanvang reeds uitverkocht was. Voorprogramma The Wrong Jeremies fungeerde als opwarmertje en zorgde dat de zaal tot explosie kwam bij Triggerfinger.
Zoals gezegd, The Wrong Jeremies verzorgt het voorprogramma. Deze Amsterdamse band heeft al vele supportoptredens op hun naam staan. Zo deelden ze eerder het podium met De Staat, Elle Bandita en Wolfmother. Geen kleine namen dus. The Wrong Jeremies speelt stevige rock, waarbij zo nu en dan ruimte wordt gelaten voor improvisaties. In tegenstelling tot deze improvisaties hebben de nummers vaak een strak, bijna abrupt einde. Grappig element in het drumspel is de cowbell, die doet denken aan De Staat. Wat echter mist in de show is de uitstraling van de vier bandleden. Geen van allen heeft een overtuigend charisma en daarmee is hun korte - minder dan een half uur durende - optreden net lang genoeg.
Triggerfinger, daar is natuurlijk iedereen voor gekomen, doet hun eigen soundcheck. Vrij ongebruikelijk, omdat de meeste bands dat laten doen door de geluidstechnici van de desbetreffende zaal of roadies. Omstreeks kwart voor tien zijn de Belgen er klaar voor; de spotlights knipperen en de muziek gaat uit, waarna Triggerfinger het podium betreedt. Er wordt een geluidssample gestart en drummer Mario Goossens zet in. Vanaf dan is het knallen geblazen, waarbij de rock’n’roll-cliché’s niet worden geschuwd. Vette gitaarriffs van frontman Ruben Block worden aangevuld met stuwende baslijnen en een snel en strak drumspel. En zo is het ook een beetje in een notendop: Ruben is overduidelijk de gangmaker van het drietal. Zijn positie als frontman zet hij extra toon bij door op de monitoren te gaan staan en zo boven alles en iedereen uit te komen.
Toch is er iets wat ontbreekt bij Triggerfinger. Dat ligt vooral in de trant van het ‘persoonlijke’. De band geeft een perfecte show, geheel in de traditionele - bijna authentieke - rocktraditie, maar er wordt weinig contact gezocht met het publiek. De schaarse momenten dat het publiek wordt gevraagd mee te zingen, maken dat maar deels goed. Alleen het blijft hierbij. Misschien is het zo dat Triggerfinger een bepaalde status nastreeft: koel en vlammend tegelijk. En hard; de volumemeter bereikt op zijn top zelfs 113 decibel. Na exact een uur verdwijnen de drie heren achter de coulissen en natuurlijk wordt het uitzinnige publiek getrakteerd op een toegift. De drie nummers die volgen zorgen in ieder geval voor een onuitwisbare indruk.