Het is raar om een band die in Ierland zo bekend is, in de kleine zaal van het Paard van Troje te zien spelen. In Dublin vult Bell X1 met gemak drie keer op een rij de Olympia, waar 1600 toeschouwers in kunnen en bands als The Pogues en Basement Jaxx staan. Toch spelen de muzikanten er vanavond niet minder om en bezorgen kippenvel.
Bij het betreden van de trap naar de zaal, zijn de Ierse stemmen al te horen. Van de toeschouwers. Er is een groepje expats op komen dagen dat luid juicht wanneer Bell X1 op het podium verschijnt. De prachtige, zuivere stem van zanger Paul Noonan valt direct op, samen met de combinatie van spelende drumbeats, gitaar, synthesizer en (elektrische) piano. Dit is geen standaard muziek.
Veel Ieren moeten niets weten van de traditionele deunen als jigs en reels, daarom is het juist zo leuk te zien dat veel bands er toch vaak - onwetend - door beïnvloed zijn. Ze munten namelijk uit in het maken van melodieën en het combineren ervan. Zo ook Bell X1. De instrumenten vormen niet zomaar een laag die onder de zang gezet wordt, maar komen allemaal met hun eigen loopjes, die subliem samengaan. De gitarist komt met een wijsje dat een paar keer herhaald wordt, de pianist slingert er zijn eigen melodie doorheen en de zanger gaat daar weer tegenin. Toch weten ze er één geheel van te maken. Dat is knap.
Nog zo’n Ierse eigenschap: meerdere instrumenten kunnen bespelen. Dave Geraghty switcht zonder problemen van piano naar gitaar en pakt zelfs de banjo, die een totaal andere stemming dan de gitaar heeft en vier in plaats van zes snaren. De Ieren in het publiek lachen wanneer ze het instrument zien; die zijn er allemaal mee opgegroeid. Marc Aubele, met zijn roodgeverfde haren en strakke broek in Schotse ruit, springt enthousiast van synthesizers naar gitaar en percussiespeeltjes als een shaker-ei en een koebel. Met kleine dingen kan ook veel bereikt worden. De frontman blijkt niet alleen prima gitaar te kunnen spelen, maar ook een kei in het drummen te zijn.
De naam Bell X1 is gepikt van het gelijknamige vliegtuig, dat als eerste de geluidsbarrière doorbrak in een gecontroleerde horizontale vlucht. De band ontstond uit Juniper, waar Damien Rice de frontman van was. Die singer-songwriter is inmiddels als solo-artiest beroemd geworden. Bell X1 vult in Ierland met gemak grote zalen en ja, en dan sta je in Den Haag ineens voor een groepje liefhebbers te spelen. Vast even slikken, maar de muzikanten geven alles wat ze hebben, inclusief vier encores. Het publiek leeft zich vooral uit op flame en rocky, grote hits in Ierland, en schreeuwen daarna hard om meer.
Als je de muziek echt met iets moet vergelijken, zou je aan R.E.M. of The Police kunnen denken. Maar Bell X1 doet toch echt zijn eigen ding. De band weet dansbare en rustige muziek goed af te wisselen en krijgt bij beide de volle aandacht. Tijdens ‘Blow ins’ wordt het stil, bij ‘The great defector’ gaat het los. De nieuwe cd van Bell X1, ‘Blue Lights on the Runway’, is goed. Live is de band nog beter. De muzikanten gaan vol uit hun dak, maken soms bijna theatrale bewegingen; je voelt de energie en dat bezorgt kippenvel. Eigenlijk wil je alleen maar meer horen. Dus is het balen als de set afgelopen is. Gelukkig komen er nog vier encores, zodat er nog even flink geswingd kan worden. Volgende keer hopelijk een volle grote zaal.