Cooper en Uncommon Men From Mars in het Paardcafé

Adrenaline kick op een doordeweekse avond

Leontine de Reede | Foto's: Eefje Lammers, ,

Een doodgewone woensdag in het Paardcafé kan zomaar ontaarden in een feestje dat bol staat van testosteron en adrenaline als je de mannen van Cooper en consorten uitnodigt een stevig potje te komen raggen. We hadden het kunnen weten. De Haagse band tekent al sinds jaar en dag voor punkrock en een act die staat als een huis met een stevige fundering anno 1992. Tel daar nog het uit Marseille afkomstige Uncommon Men From Mars bij op, en de avond kan niet meer kapot. Het Paardcafé echter wel.

Adrenaline kick op een doordeweekse avond

Een doodgewone woensdag in het Paardcafé kan zomaar ontaarden in een feestje dat bol staat van testosteron en adrenaline als je de mannen van Cooper en consorten uitnodigt een stevig potje te komen raggen. We hadden het kunnen weten. De Haagse band tekent al sinds jaar en dag voor punkrock en een act die staat als een huis met een stevige fundering anno 1992. Tel daar nog het uit Marseille afkomstige Uncommon Men From Mars bij op, en de avond kan niet meer kapot. Het Paardcafé echter wel. Het Haagse Cooper mag instarten met de voor de band zo tekenende vrolijke punkrock. Ship ahoy is het eerste liedje dat in sneltreinvaart voorbij stoomt in een strak gespeelde set. Vooral René steelt de show met zijn dynamische persoonlijkheid. De zangpartijen, die om en om of tweestemmig worden ingezet door René en drummer Bertus, zijn feilloos op elkaar afgestemd. Zoals een sterke punkrockact betaamt, volgen de nummers elkaar in rap tempo op en weten de doorgewinterde muzikanten de snelheid met gemak te bewaren en hier en daar zelfs iets op te voeren. De setlist is een compilatie van oud en nieuw waaronder genoeg meezingers voor de vaste Haagse fanbase van het trio dat nooit lijkt te stoppen met rocken. Di-rect’s Spike mag het podium op om het laatste nummer van zang voorzien. Met zijn rock ’n roll attitude, is duidelijk dat hij als frontman op zijn plaats is met een vuig raspend stemgeluid en een indrukwekkende stage performance. Zijn gastoptreden wordt terecht beloond en geprezen door de band en het aanwezige publiek. Ook Cooper mag rekenen op een dik applaus. Het mag duidelijk zijn dat René, Bertus en Eddy nog lang geen carrièrestop mogen overwegen. Waar het podium voor Cooper met nog groot genoeg was, is dat duidelijk niet het geval voor de op hol geslagen junioren van Uncommon Men From Mars. Drie Amerikaanse broers, de tweeling Trint Eastwood op zang en gitaar en Daff Lepard op zang en drums, broer Mötor Ed op zang en gitaar plus basgitarist Big Jim, benutten iedere overdekte vierkante meter voor hun act. Microfoonstandaards worden de hele zaal doorgesleept, tussen de geanimeerde bezoekers door. De wandelingen door het Paardcafé worden dapper voortgezet voor zover de snoeren dat toelaten. De roadie heeft ondertussen een zware taak aan het onderhouden van alle verplaatste instrumenten en kruipt en rent zwetend op en neer. Ook de bar laat de band niet onbenut. Er wordt gevreesd voor de lampen, maar dat blijkt onterecht. Want out of control zijn de gedreven muzikanten allerminst. Wel zijn ze in voor een feestje en vastberaden zoveel mogelijk bezoekers actief te betrekken in hun act. Een act die bol staat van retesnelle punkrock tracks die elkaar, voor zover mogelijk, sneller opvolgen dan de enthousiaste zaal kan bevatten. Soms niet even gestructureerd vanwege alle omzwervingen waardoor de broers voor elkaar moeten inspringen om voor de zangpartijen toch weer op tijd terug te zijn bij een microfoon. Een nutteloos puntje van kritiek gezien de blije gezichten alom die boekdelen spreken. Het feest is compleet, het dak er net niet af. Al is dat puur te wijten aan de kalme bezoeker die tevreden babbelend met de muzikanten nog even een bitterbal weg knabbelt.