Over chemie niet te klagen bij vijfde Playlab

Playlab vormt een band

Lars de Vreugd | Foto's: Peisam Tsang, ,

Alweer de 5e editie van het Haagse Playlab in de kleine zaal van het Paard van Troje op donderdag 26 april. Ditmaal met Dick Zuilhof (Smutfish), Bosz de Kler (Vive le Rock), Bas de Wit (Spider Rico) en Paul Borchers (Soft Posh), onder leiding van Pascal Hallibert (Templo Diez). Met deze toch wel rockachtige bezetting lijkt het op het eerste gezicht een avondje rammen te worden.

Playlab vormt een band

Alweer de 5e editie van het Haagse Playlab in de kleine zaal van het Paard van Troje op donderdag 26 april. Ditmaal met Dick Zuilhof (Smutfish), Bosz de Kler (Vive le Rock), Bas de Wit (Spider Rico) en Paul Borchers (Soft Posh), onder leiding van Pascal Hallibert (Templo Diez). Met deze toch wel rockachtige bezetting lijkt het op het eerste gezicht een avondje rammen te worden. Wanneer je naar het podium kijkt zie je echter twee stoelen en wat sfeervolle lichtsnoeren. Achter het drumstel hangt een doek met de tekst “zwart scherm” erop. Hebben ze dan toch voor iets meer intiems gekozen? Ook deze Playlab wordt, vlak voordat de muzikanten het podium betreden, ingeleid met wat aanmoedigende woorden door de organisator van de Haagse editie van Playlab: Jan Borchers. Sessieleider Pascal Hallibert begroet het publiek, op het doek start een film en langzaam vloeit de muziek erin. Vanaf de eerste noot lijkt er al chemie te ontstaan. Even vergeet je dat deze mannen voor vandaag nog nooit met elkaar hebben gespeeld. Pascal (zang/gitaar) en Bosz (accordeon/Korg) zitten letterlijk en figuurlijk op dezelfde golflengte. Dick Zuilhof (gitaar) vult de gitaarpartijen van de sessieleider wonderschoon aan. Paul (drummer) en Bas (bassist) zetten samen een vette basis neer en houden gevoel voor subtiliteit. Kortom, het lijkt wel een band. De set begint rustig. Een gevoel van armoede, maar toch ook een soort hoop en vertrouwen op beter wordt per nummer opgebouwd tot een uitbarsting van woede en oneerlijkheid. Alsof deze ‘band’ een boodschap duidelijk wil maken. Misschien ligt dit ook aan de filmbeelden die zo veelzeggend zijn. Je krijgt een kijkje in het dagelijks leven van mensen in armoede. Het ironische is dat ze er niet eens zo ongelukkig uitzien, ze waarderen juist de kleinste dingen. Het gaat natuurlijk om de muziek, hoewel deze beelden het geheel nog mooier maken. Paul Borchers maakt in het begin melodielijnen over zijn trommels en laat zien dat je veel meer kan doen met een drumstel dan gewoon simpel rammen. Net als in zijn soloproject YobKiss zoekt hij minder voor de hand liggende oplossingen. Pascal Hallibert komt in deze formatie helemaal tot zijn recht. Hij speelt ook een nummer op een luit, een getokkeld snaarinstrument. Na het eerste stuk film en muziek gaat het doek weer op “zwart scherm”. Vervolgens wordt ‘24 hours’ van Joy Division gespeeld. Ook dit nummer wordt op volledig eigen manier ingevuld. Terwijl het tweede deel van de film gestart moet worden legt Pascal uit dat er nu wat halve nummers, ideeën van hem, worden gespeeld en dat ze daarop gaan improviseren. Apart hierbij is de combinatie van het zware spel van bas, drums en accordeon tegenover de mooie zang van Pascal en het meezwevende gitaarspel van Dick. Langzaam wordt de set iets harder en komt de verwachte rock toch naar boven sijpelen. Bas geniet zichtbaar wanneer er harder wordt gespeeld. Ook Paul heeft totaal geen problemen met deze ontwikkeling. Bosz speelt met zijn rechterhand wat melodietjes op de Korg terwijl zijn linkerhand de accordeon heen en weer beweegt. Dick gebruikt regelmatig een slide om tot het gewenste effect te komen. Ondertussen geniet Pascal hoe zijn stukjes veranderen in meesterwerkjes. Als afsluiter wordt ‘Heart & Soul’, de tweede cover van Joy Divison, gespeeld. Het publiek is enthousiast en wil meer. Wanneer het scherm op zwart blijft staan en er nog een nummer wordt gespeeld, vragen een aantal mensen zich af of dit ook een cover is. Later blijkt dat het pure improvisatie is geweest. Dan is dit Playlab-seizoen alweer voorbij. Ik moet zeggen dat ik een beetje verslaafd ben geworden en niet kan wachten tot de volgende, maar het schijnt in het najaar weer van start te gaan. Ik raad iedereen aan om dan ook te komen kijken.