Op dinsdag 20 juni werd in het Paard van Troje de lesmodule voor popmuzikanten en het bijbehorende boekje Meer dan de Noten overhandigd aan de directeur van het Haags Popcentrum Rob Vondracek en Paul Cornelissen van Fonds 1818. In september, oktober en november 2006 werd in het Paard van Troje in Den Haag een serie van tien masterclasses gehouden. In samenwerking met Jan van der Plas, onder meer auteur van de Muzikantengids en docent aan de Rockacademie in Tilburg, en een tiental landelijk bekende deskundigen, de ‘masters’, kwam alle kennis aan de orde die muzikanten nodig hebben voor een professionele aanpak van hun muzikale activiteiten, van belastingen, auteursrechten en platencontracten tot marketing en multimedia. Alle tijdens de masterclasses beschikbaar gekomen informatie is vastgelegd in het boek Meer Dan De Noten. Dit naslagwerk met handige tips voor regionale popmuzikanten werd op dinsdag 20 juni gepresenteerd aan pers en publiek. De komende weken worden 3.000 exemplaren gratis verspreid onder popinstellingen in de regio. In samenwerking met de Hogeschool INHOLLAND is een lesmodule ontwikkeld, waarin de informatie uit de masterclasses zo is vastgelegd dat deze in de toekomst gebruikt kan worden als basis voor cursussen voor muzikanten. Gerard van den IJssel hield tijdens de perspresentatie een uitgebreid verhaal over de totstandkoming van dit project in een helaas matig gevulde Kleine Zaal. Er waren een dertigtal muzikanten en popprominenten op deze presentatie afgekomen. Rob Vondracek vertelde in zijn speech dat popmuzikanten soms nogal laks omgaan met dit soort mooie initiatieven, niet uit kwaadwilligheid, maar omdat ze eigenlijk maar een ding willen: spelen, spelen en nog eens spelen. En ze willen natuurlijk graag beroemd worden, het liefst zonder al te veel heisa. Dat deze nuttige lesmodule naast de papieren versie ook een webversie heeft, is prijzenswaardig in deze tijden van My Space en ander info-sharing webbronnen. Een tevreden Paul Cornelissen van Fonds 1818, dat eigenlijk fungeerde als opdrachtgever, wist te melden dat dit project een schat aan waardevolle en zeer bruikbare informatie heeft opgeleverd voor popmuzikanten op veel terreinen. Dat niet alle masterclasses druk werden bezocht, verbaasde Paul Cornelissen enigszins. Hij vroeg zich af hoe je muzikanten over de streep kunt trekken om meer deel te nemen aan dit soort initiatieven. Twee studenten van de Hogeschool INHOLLAND, die de opdracht hadden gekregen de lesmodule verder te ontwikkelen en te presenteren, vertelden vervolgens alle ins en outs van deze module. Opvallend is hoeveel tijd en moeite in dit project is gestoken. De inzet en betrokkenheid van Robert Jan Rueb en Gerard van den IJssel van de RG Ruijsstichting en de overige medewerkers is bewonderenswaardig. Dat het nuttig is voor muzikanten om zich meer te verdiepen in de achtergrond van de popmuziek en hun kennis via het boekje Meer Dan De Noten te vergroten, lijkt niet meer dan logisch.