Haagse Stadspartij: politiek met een muzikaal randje

Campagnelied moet kiezers trekken

Tamara Andriessen, ,

Binnenkort barsten de campagnes voor de gemeenteraadsverkiezingen op 7 maart 2006 weer los. Lokale partijen zullen burgers ervan proberen te overtuigen vooral op hen te stemmen. De Haagse Stadspartij pakt het creatief aan en komt met een speciaal voor de partij geschreven campagnelied met de toepasselijke titel ‘De Haagse Stadspartij’. Lijsttrekker Joris Wijsmuller zingt een vrolijke noot mee. Ook schroomt hij niet het podium op te springen en keihard mee te zingen want “wie A zegt moet ook B zeggen!”

Campagnelied moet kiezers trekken

Binnenkort barsten de campagnes voor de gemeenteraadsverkiezingen op 7 maart 2006 weer los. Lokale partijen zullen burgers ervan proberen te overtuigen vooral op hen te stemmen. De Haagse Stadspartij pakt het creatief aan en komt met een speciaal voor de partij geschreven campagnelied met de toepasselijke titel ‘De Haagse Stadspartij’. Lijsttrekker Joris Wijsmuller zingt een vrolijke noot mee. Ook schroomt hij niet het podium op te springen en keihard mee te zingen want “wie A zegt moet ook B zeggen!” De Haagse Stadspartij is pleit voor meer leven op straat, meer geld naar cultuur, meer ontmoeting en pluriformiteit. Niet alleen overdag. Ook het nachtleven moet bloeien en groeien. Maar er zijn nogal wat beperkingen in de wet- en regelgeving die een bruisende ontwikkeling van de stad in de weg staan. Wijsmuller: “In mijn ogen is het gemeentebestuur, met de burgemeester voorop, nogal provinciaals bezig. Men staart zich blind op cultuurpaleizen en internationale allure, maar nieuwe, spontane en talentvolle initiatieven stuiten regelmatig op een muur van onbegrip. Den Haag moet meer stad durven te zijn.” Waarom een campagnelied?: “We hadden geen plannen in deze richting. Het is ons aangeboden door de band OP. Een spontaan idee, daar houden we van. Het is een leuke aanvulling die we graag willen benutten. Het brengt wat leven in de brouwerij van de gortdroge politiek.” Het lied is niet zozeer bedoeld om jongeren te trekken. “De Haagse Stadspartij is er voor iedereen. Maar als we de jeugd hiermee kunnen bereiken, dan is dat fantastisch. Het is belangrijk dat ook zij een podium krijgen in de Haagse politiek.” Joris neemt geen blad voor de mond als het gaat om ‘zijn’ Den Haag. Praten, praten en nog eens praten, dat is hij als politicus wel gewend. Maar zingen? “Doodeng! Ik ben geen zanger, ik kan eigenlijk helemaal niet zingen. Maar voor deze ludieke actie maak ik graag een uitzondering.” De single zal flink gepromoot worden. “We gaan met een auto-installatie de straat op en ook een kroegentocht organiseren om de singel te pluggen. OP zal tijdens het Stadspartijfeestje in café De Pater op vrijdag 3 maart het campagnelied ten gehore brengen.” Springt Joris ook het podium op? “Het zit er wel in dat ik mee ga zingen, ik ben tenslotte ook op de single te horen. Wie A zegt moet B zeggen!”