De Grote Prijs van Zuid Holland in LVC

Grunts, geschreeuw en Hawaii-kettingen

Leontine de Reede / Foto's: Bart van Geyt, ,

In de Grote Prijs van Zuid-Holland vond zaterdagavond in het LVC de eerste voorronde plaats in de categorie bands van de Grote Prijs van Zuid-Holland. Zes bands lieten elk twintig minuten horen wat ze waard zijn. Over het algemeen genomen lag het niveau niet opzienbarend hoog. Uitschieters waren de indie band Mister Who en de metalcore formatie Last Breath Denied.

Grunts, geschreeuw en Hawaii-kettingen

In de Grote Prijs van Zuid-Holland vond zaterdagavond in het LVC de eerste voorronde plaats in de categorie bands van de Grote Prijs van Zuid-Holland. Zes bands lieten elk twintig minuten horen wat ze waard zijn. Over het algemeen genomen lag het niveau niet opzienbarend hoog. Uitschieters waren de indie band Mister Who en de metalcore formatie Last Breath Denied. China Blue moest voor een nog vrijwel lege zaal spelen. Een sympathieke groep, die best mooie luisterliedjes maakt. Ondanks dat kon de band en/of muziek niet echt blijven boeien. Esther, de Vlaamse zangeres, haalde haar noten niet altijd even soepel. Misschien een minder fortuinlijke avond, want er waren genoeg momenten waarop duidelijk werd dat ze wel degelijk meer in huis heeft. Het optreden werd wat levendiger bij het laatste nummer, maar deze funky song kon het ietwat tuttige geheel niet helemaal redden. Last Breath Denied mocht als tweede proberen de hoofden op hol te brengen en het ijs te breken. De band ging goed los en stond zijn mannetje. Het optreden werd zeer energiek gebracht en er werd strak gespeeld. Zanger Joep is de overtuigende eye-catcher met zijn trommelvliesbeukende bijdragen, vaak in de vorm van grunts, en zijn krachtige uitstraling. De overige bandleden acteerden de boosheid iets minder natuurlijk. Dat daar gelaten bleef de groep uit Lisse zijn zuigende aantrekkingskracht behouden tot het einde. Kanina trad voor het laatst op met zangeres Tamara Sleven. Het mag bekend zijn dat zij naar Mongolië vertrekt. Mocht dit viertal dus in de finale van Waterfront komen te staan, dan zouden ze het met invallers moeten doen. Geruchten doen de ronde dat een oude bekende uit de Haagse popscene de plek van Tamara gaat innemen. Of Kanina dan net zo bijzonder blijft, is nog maar de vraag. De nummers van de band hebben constant dezelfde opbouw, waardoor alles een beetje hetzelfde klinkt. De vocalen van Tamara maakten van Kanina iets bijzonders. Als de band met een andere frontdame in zee gaat, is het geen luxe om de opbouw van de nummers eens goed onder de loep te nemen. De mooiste momenten van Kanina waren als Tamara ging schreeuwen en haar bezielde, monotone zang over het publiek uitstortte. Voordat presentator PP het podium weer opstapt en op zijn eigenzinnige manier de optredens aan elkaar praat gluren we vast naar de soundcheck van Caneyescrew. We kunnen onze ogen al bijna niet van de frontman afhouden die met een (on)gezonde dosis adhd wat grafrochels op de apparatuur uittest. Caneyescrew uit Rotterdam maakte aanvankelijk een zeer chaotische indruk. De muzikanten waren weinig op elkaar ingespeeld. Misschien lag het aan ook aan de zanger dat alles uit zijn verband werd getrokken. Hij was nogal over the top en leek de weg compleet kwijt te zijn. Verschillende stemgeluiden werden zo schizofreen door elkaar gemixt dat je het leek alsof je naar een band met meerdere zangers stond te luisteren of naar een band met een zanger die aan een meervoudig persoonlijkheidssyndroom leed. Hoe dan ook, hij maakte wel een zelfverzekerde indruk. Hij deed zijn ding en dat was zeker vermakelijk. Als deze band serieus wil worden genomen, moeten de bandleden eraan wennen dat een band nu eenmaal uit meerdere personen bestaat. Alle lof op de valreep voor de bassist, die indruk maakte door zijn professionaliteit. Het lvc begint wat beter op te vullen en Mister Who mag zijn kunstje doen. Al bij het eerste nummer van dit indierock trio voelt het goed aan. De zanger komt op met ontbloot bovenlijf en draagt een witglanzende bobpruik. Hiervoor een kleine puntenaftrek die hij echter muzikaal met zijn bandgenoten weet recht te breien. Deze band hoeft geen imago te zoeken maar moet gewoon lekker spelen! De nummers zitten goed in elkaar en de drie lijken goed op elkaar ingespeeld te zijn. De lol zit er inmiddels goed in bij de dj die de pauzes aan elkaar draait. Hij start wat luchtiger materiaal in en we zijn inmiddels benieuwd aan de bijdrage van skapop formatie Vixy. Het had een feestelijke afsluiter kunnen worden maar het ligt er allemaal wat te dik bovenop. De twee blazers zijn echte feestneuzen van het kaliber ‘doe eens lekker gek’ en hebben zich uitgedost met hawaii-kettingen, hoedjes en zonnebrillen. Alsof het een lieve lust is danst de een er flink op los met een zelfvoldane grijns op zijn gezicht. De band als geheel straalt weinig charisma uit en laat niets nieuws zien of horen. Slechts de drummer en gitarist brengen het er professioneel vanaf. Het lijkt allemaal een beetje een clubje slecht geklede studenten die met zijn allen een band hebben gevormd en hun ding eens opvoeren op een poppodium. Wellicht leuk in een luchtiger format dan een inzending voor een serieuze clash om de titel Grote Prijs Zuid Holland.