“Mijn besluit staat vast. Ik wil me dit jaar sterk maken voor een nieuw Suburbs album”, vertelt Arie Spaans, bassist en songschrijver, over zijn toekomstplannen. “Momenteel zijn de Suburbs op hun best. De sfeer is top. We hebben nu tien nieuwe nummers af. We willen onszelf geen tijdsdruk opleggen, maar als we vijftien heel goede nummers hebben gaan we opnemen.” Suburbs is niet Aries enige band. Hij is ook zanger, gitarist en schrijver voor de formatie Naked, die in 2004 de Haagse Popprijs kreeg voor de onvolprezen debuut-cd. Met de coverbands Subway en Honky Tonkies tourt hij door het hele land. Daarnaast schreef hij de hit Rollercoaster voor Di-rect. Hoewel Arie het met muziek maken al druk genoeg heeft, is hij ook nog als bandcoach verbonden aan het Koorenhuis. “Mijn taak is jonge muzikanten te begeleiden naar zelfstandigheid en om ze als band goed te laten klinken, plus alles wat daarbij komt kijken”. Spaans combineert dit werk met een baan als coördinator vrijwilligerswerk in de wijken Centrum en Schilderswijk. “Ach, waarom zou je het niet allemaal kunnen doen?” zegt hij gedreven. “Producer Shell Schellekens heeft mij zo veel geleerd. Hij heeft Suburbs muzikaal echt verder geholpen. Nu kan ik dat ook weer doorgeven.” Natuurlijk had Arie graag in een eerder stadium een inspirator als Shell willen tegenkomen. “Als je jong bent en alles zelf moet uitvinden, doe je er langer over. Wij waren al dertig toen we met de Suburbs de Grote Prijs van Nederland wonnen. Maar ja, we hadden toen pas de juiste vorm bereikt. Ik help bands eerder op dat punt te komen. Moet je kijken, op vijftien-, zestienjarige leeftijd staan ze nu al op Plein Open of tijdens de Haagse Popweek!” Arie vindt dat er opvallend veel talent in Den Haag aanwezig is. Hij tipt Venus, Mellow Yellow en So What, bands die hij volledig dan wel zijdelings coacht. Heeft hij nog meer tips? “Je moet durven. Je hoeft geen trukendoos open te trekken, maar let erop hoe je erbij staat. Wil je hetzelfde met elkaar? Hoe kom je op één lijn te zitten? Er is er altijd wel één die de zaak tegenhoudt. Daar moet je over praten, anders ga je daar in de komende jaren op stuklopen.” Arie raadt bandjes aan om samen de kroeg in te gaan, om vooral veel lol te maken. “Een biertje hoort daarbij. Dan ontstaat er een bepaalde sfeer van waaruit dingen kunnen ontstaan. Als een band bij elkaar wil blijven, is dat essentieel. Als je geen vrienden bent, vergeet het dan maar. Een band is een soort familie.” Hij bekent niet van bandjeswedstrijden te houden en wijst op de art nouveau afbeeldingen aan de muur. “Je kunt toch ook niet zeggen wat het beste schilderij is? Het hoort er nu eenmaal bij, maar ik zal je vertellen hoe subjectief dat is. Onder een andere naam heb ik wel eens een liedje ingestuurd naar de Grote Prijs. Toen kreeg ik een brief waarin stond dat ik er nog niet klaar voor was. Terwijl we het jaar daarvoor hadden gewonnen!” Veel bands vallen na het winnen van een prijs in een gat. “Dat is het doodknuffeleffect. Er moet een goed vervolg zijn, anders is het over. Je moet de prijs uitbuiten en een plan klaar hebben voor na de Grote Prijs. Het beste is om gelijk weer een cd uit te brengen. Dat hebben we met de Suburbs ook gedaan.” De bands die Arie voor het Koorenhuis coacht, komen regelmatig bij hem thuis. Zij repeteren in de ondergrondse studio ‘Submarine’. Daar treffen we Gerjo Blokker aan achter de knoppen. Hij zat in de eerste bezetting van de Suburbs en blikt terug: “Ik heb absoluut geen wraakgevoelens als ik aan die tijd denk. De banddynamiek werkte gewoon niet.” Tegenwoordig helpt hij Arie als de Koorenhuisbands hier oefentapes komen opnemen. Het resultaat wordt later in de groep besproken. Arie vindt het belangrijk dat bands uit hun comfortabele omgeving stappen en iets nieuws proberen. Daarom worden officiële demo’s hier niet opgenomen. Duikt hij zelf wel eens de studio in als hij midden in de nacht een idee voor een liedje krijgt? “Nee. Dat neem ik op met een tien jaar oud cassetterecordertje.” Suburbs staat op 5 augustus op Schollenpop om 16.00 uur.