Haagse Popweek 2005: Haags Lawaai zet publiek aan het bewegen in de Bazart

Muziek en teksten The Rocco’s hard en grof; De Nieuwe Vrolijkheid klaar voor het grote publiek

Tino van Leeuwen / Foto's: Maaike van Grol en Bart van Geyt, ,

Donderdagavond 20 oktober staat de Bazart op de Loosduinsekade in het teken van het ‘Haags Lawaai’. Deze avond krijgen The Rocco’s en De Nieuwe Vrolijkheid centraal zich te bewijzen.

Muziek en teksten The Rocco’s hard en grof; De Nieuwe Vrolijkheid klaar voor het grote publiek

Donderdagavond 20 oktober staat de Bazart op de Loosduinsekade in het teken van het ‘Haags Lawaai’. Deze avond krijgen The Rocco’s en De Nieuwe Vrolijkheid centraal zich te bewijzen. De aftrap wordt genomen door de metalband The Rocco’s. De band speelt hard en grof, waarbij de af en toe wat surf-achtige gitaarriffjes voor een vrolijke noot zorgen. Het publiek blijft echter afwachtend, maar het kan de zanger niet deren. Hij gooit al zijn energie in de strijd. Als het laatste nummer Smell of kut gespeeld wordt, excuseert hij zich voor de tekst. De redelijk nieuwe band De Nieuwe Vrolijkheid is de tweede act van vanavond. De zanger komt op in jurk, panty’s en naaldhakken. Ook heeft hij make-up op, wat zijn androgyne uitstraling compleet maakt. Na een valse start – de gitariste heeft wat problemen met haar instrument – begint de band opnieuw. De muzikanten spelen nonchalant, maar overtuigend. Het publiek komt langzaam in beweging, vooral bij het eerste nummer van hun promo-cd We Are John Wayne. De zanger is overigens verbaasd over het grote aantal mensen dat is komen kijken. “Dat jullie helemaal naar de Bazart zijn gekomen! Het is echt een kuteind!” Na het officieel laatste nummer wordt duidelijk hoe populair de band is; het publiek vraagt om meer. Bij de toegift laat de band zich van zijn beste kant zien. De alternatieve new wave, waarbij de zanger door een luidspreker zingt, doet de fans perplex staan. Het wordt hen duidelijk: De Nieuwe Vrolijkheid is klaar voor het grote publiek. Facewreck, de laatste band van het ‘Haags Lawaai’, speelt metal, aangevuld met teksten van twee rappende frontmannen. Eén van hen verlaat constant het podium om het publiek op te zwepen. Het zijn vooral de mensen die van hardcore houden, die zich laten gaan. De andere rapper uit zijn agressie op een andere manier: hij schopt op een gegeven moment zijn eigen monitor om. Hoewel er op het eind – het is dan over half één - weinig mensen over zijn, wordt wel om een toegift gevraagd. De fans krijgen wat ze willen, waarna de band het publiek bedankt en de avond ten einde komt.