Haagse Popweek 2005: Gitaarliefhebbers komen aan hun trekken

Dominatör geoliede machine; freaky psychedelica van Psychedelic Freak Club

Danny van Schendel, ,

In galerie Padmoes aan de Raamstraat in Den Haag is het zondagavond 16 oktober smullen voor de liefhebbers van harde gitaarmuziek. De aftrap wordt gedaan door de band Dominatör, wiens zanger gelijk aan het begin van het podium springt en wild om zich heen slaand zijn ding doet.

Dominatör geoliede machine; freaky psychedelica van Psychedelic Freak Club

In galerie Padmoes aan de Raamstraat in Den Haag is het zondagavond 16 oktober smullen voor de liefhebbers van harde gitaarmuziek. De aftrap wordt gedaan door de band Dominatör, wiens zanger gelijk aan het begin van het podium springt en wild om zich heen slaand zijn ding doet. Ondanks dat zijn teksten onverstaanbaar zijn, slaat de vonk over op het publiek. Sommige fans mogen zelfs meebrullen in de microfoon. De band vormt een geoliede machine, hoewel de zanger een kritiekpuntje tegen zijn medebandleden maakt. Tijdens het optreden zegt hij: “Ik proef afstand. Jullie hebben jullie eigen feestje, geloof ik.” Vlak voor het einde van het optreden krijgt hij een helm opgezet, die hij beetpakt en een flinke zwaai geeft. Het hoofddeksel scheert rakelings langs het publiek. De meeste mensen doen nu een stapje naar achter; wie weet wat er nog meer gaat gebeuren? Na een kleine drie kwartier is het optreden afgelopen en wordt het podium omgebouwd voor de volgende band. Vlak na elven brengt de Psychedelektrik Freak Klub haar muziek ten gehore. Voor de gelegenheid is ex-bassist Niels Zeven gevraagd om mee te doen. Hij doet de wat ‘rustigere’ nummers. Als de huidige bassist Pierre Jouvenaar zijn taak overneemt, gaat de band in een wat hogere versnelling. De funky rock die nu gespeeld wordt, doet denken aan de Suns Of Ra, de vroegere band van zanger/gitarist Matty Ros. De psychedelische gitaarsolo’s spetteren uit de speakers, maar het publiek reageert matig enthousiast. Dit ontlokt de zanger tot de uitspraak “Sta ik hier mijn best te doen, lijkt het wel voor niks, weet je wel”. Als de basgitaar het op gegeven moment begeeft, zit er voor Matty niets anders op dan alleen met zijn drummende broer Tjebbe te spelen. Aan het eind komt hij vanachter zijn drumstel vandaan en bedient hij de aan de zijkant opgestelde elektronische apparatuur. Matty en Niels beginnen mee te doen, op de grond zittend en draaiend aan allerlei knopjes. Het optreden neigt nu naar datgene wat de bandnaam doet vermoeden, freaky psychedelica. Als de laatste toon geklonken heeft, roept er iemand vanuit het – overigens zeer uitgedunde – publiek: “Psycho’s!”