Het Eurosonic Festival in Groningen is in het algemeen bedoeld als springplank voor jong, onbekend talent. Toch ontbreken oudgedienden niet, getuige de aanwezigheid van The Nits in Huize Maas. Robert Jan Stips, Hagenaar in hart en nieren, zat in het verleden onder meer bij de Golden Earring en The Nits, deed toen een tijd andere dingen, vooral met Freek de Jonge, en is op dit moment weer actief bij The Nits. Het optreden op Eurosonic is een primeur: “Ïk ben hier wel eens als bezoeker geweest, maar dit is de eerste keer dat ik zelf op het podium sta. Ik ben nu 53, there is a first time for everything,” lacht hij, nippend van een welverdiend drankje na afloop van het optreden. Veel contact met het Haagse bandwereldje heeft hij niet meer. “Ik heb niet zo veel tijd om alles te volgen. In de afgelopen drie jaar heb ik twee kindjes gekregen. Daarvoor heb ik anderhalf jaar de tijd genomen.” Di-rect kent hij wel. “Leuke groep, maar ze moeten wel een beetje oppassen met de commercialiteit. Ze hebben meer in hun mars dan hitgroep zijn. Wij staan eind deze maand als ‘special guest’van Di-rect bij De Heeren van Amstel in de Ahoy.” Ook Haagse festivals gaan grotendeels aan hem voorbij. “Parkpop vind ik niet zo leuk meer. Wel ben ik een keer naar Schollenpop geweest, leuke locatie daar op het strand en ook dat nieuwe bands de kans krijgen om daar te spelen.” Eens een Hagenaar, altijd een Hagenaar, geldt ook voor Robert Jan. “Ïk heb vier jaar in Hilversum gewoond. Had een waanzinnig huis op een heel leuke plek. Maar op een gegeven moment kwam er een verdwaalde meeuw voorbij. Die riep me terug naar Den Haag. Dat geluid hoort een beetje bij mij. Ik ga ook steeds dichter bij Scheveningen wonen.” Behalve voor The Nits is Robert Jan ook weer actief met Freek de Jonge aan de slag. “In de zeven, acht jaar dat ik niet bij The Nits speelde, heb ik met hem een aantal theatertours en TV-shows gedaan. Ook heb ik behoorlijk intensief meegewerkt aan de hitsingle ‘Leven na de dood’. Voor het eind van dit jaar heb ik weer een afspraak met hem. Hij wil een soort record voor zichzelf vestigen: door in 17 weken 17 nieuwe theatershows te maken. We beginnen op een maandag met niks, voegen dan de hele week dingen toe, en op zaterdag wordt het opgenomen.”