‘Fuck you, Hugo.’ Met die felgele stickers aan de muren maakt de Rotterdamse club Perron het nog maar eens even heel duidelijk: we zijn er klaar mee, wij willen dansen. En dat kan, want dit weekend is het alle remmen los bij Perron, tot twaalf uur dan. En stap je om middernacht de koele lucht in, dan kan je thuis nog even door met een huisgemaakt afterparty-pakketje.

Vóór corona ging je gerust pas om twaalf uur naar de club. Of nou ja, dat was het plan dan. De realiteit was dat je net effe iets te lang thuis bleef plakken, de route net effe iets langer bleek, en dat je daar net effe iets na tweeën de club instapte. Maar nu niet, hoor. Dit hele weekend bruist het aan alle kanten: in Amsterdam bleek club BRET al een ultieme plek om overdag te feesten, en gisteren zette Job Jobse club Lofi een paar honderd meter verderop in vuur en vlam. In Rotterdam is dit weekend Perron, een club met een wat steviger geluid, de place to be. Vooruit, je ziet het al aan de rij: om zeven uur slingert er een gigantische rij feestgangers de hoek om, een bonte stoet van meisjes met zwarte lippenstift en netpanty’s, en jongens met een braaf wit shirtje. Maar één ding hebben ze gemeen: ze willen keihard feesten. 

Keihard feesten tot twaalf uur ‘s nachts: het is natuurlijk geweldig dat het kan, maar op een zaterdagnacht wil je soms tot het gaatje gaan. Voor die mensen bedacht Perron een list. Je kunt hier aan een geïmproviseerde bar partypaketten kopen, ja echt, grote kartonnen dozen met daarop in dwingende letters: ‘OPEN AFTER MIDNIGHT’. Aan de bar staan al een stel Rotterdammers met jeukende handen te discussiëren wat er precies in zit. 'Een zakje lolly’s, dextro’s, een vruchtensapje?' gokt de één. ‘Ik denk dat er alcohol in zit. Héél veel alcohol,’ peinst de ander ernstig, terwijl hij het zweet van zijn voorhoofd veegt. 

Want zo hé, zweten zal je. Perron is een bunker met twee zalen, en vooral dat kleine zaaltje heeft wel wat weg van een sauna, zo warm is het. De condens glijdt hier van de muren, en binnen no time staan groepjes gulzig te likken aan een raketje. Het is binnen vertrouwd vies, vuig en donker. Bij de toiletten beklaagt een meisje met een wapperende waaien zich erover bij Connie, de geliefde toiletjuffrouw van de club. ‘Die hitte, die heb ik niet gemist, hoor…’
 

Tja, dan blijkt die lange broek een doodzonde. Binnen de kortste keren plakt-ie aan je benen. Zeker tijdens de set van de Rotterdamse KAT, die vrij opzwepend draait: ze draait haar dansers zo wild dat ze binnen de kortste keren hun zweterige shirts uittrekken, met een dynamische set waarin ze van breakbeat naar stuwende trance draait. Bas Mooy, die even later in de grote zaal draait, heeft een wat rechtlijniger gevoel voor richting. Dit is hard, érg hard. Het is een sound die bij Perron hoort en past, en ook een eigen plekje heeft in de elektronische scene van Rotterdam: harde en soms wat kille techno, industriële muziek voor een industriële stad. Mooy staat al jaren pal achter die sound met zijn eigen label Mord, en vanavond dendert-ie met 150 bpm door een rauwe set, met als hoogtepunt het wat melodischere ‘Mixtion’ van UVB, één van MORD’s grootste labelsuccessen. 

Komt dat wat rauw op je dak? Geen zorgen, dan kun je ook nog in de kleine zaal komen buurten bij Jetti en Post, óók bekende gezichten uit het Rotterdamse nachtleven. Ze draaien al jaren samen, vooral in de Rotterdamse club BAR, natuurlijk, waarvan Jetti Steffers vroeger mede-eigenaar was. Die club sloot in 2019 de deuren, en sinds kort neemt ze de programmering van Perron voor haar rekening. Die zal gedacht hebben: die eerste dag, die is voor ons. Tja, en het dak gaat eraf: Jetti en Post vliegen vanuit de nineties met hardtrance en acidhouse naar een meezing momentje bij een remix van Madonna’s ‘Get Into The Groove’. Even later zitten ze bij de spacende trance van Reece Cox’ Emotion 1, een spacey plaat met trance-synths, om vervolgens de laatste knaldrang eruit te persen met een paar rammers op hoog tempo. Heel even voelt het alsof het half vijf ‘s ochtends is, en je je laatste restje energie eruit moet knallen, in werkelijkheid is het nog geen middernacht en heb je nog een partypakket om thuis te unboxen als de club om twaalf uur de deuren weer moet sluiten. En het is charmant, zo’n pakket, maar je beseft je ook meteen dat je met twee flesjes gin, een zakje borrelnootjes en rave-accessoires de clubvibe niet écht kunt nabootsen. Geinig, zo’n glowstick, maar uiteindelijk sta je er toch liever mee te zwaaien in een pikzwarte club. Wie neemt ‘m mee, volgende week?
 

De content van de afterparty-doos