Wat weet je nog van je eerste keer Lowlands als bezoeker?
‘Poeh, dat is een hele vage herinnering, dat was een wazig weekend. Ik was 21 en heb heel veel gefeest. Ik was niet het type dat van podium naar podium rende, ik deed alles juist heel relaxt. Ik koos een paar dingen uit die ik écht wilde zien, James Blake bijvoorbeeld, of PJ Harvey, en verder wandelde ik rond om te zien wat er op mijn pad zou komen. Als je jonger bent is dat sowieso best lastig: als je met een grote groep vrienden bent heb je nog het gevoel dat je alles samen moet doen, inclusief geduw en getrek waar je heen gaat. Tegenwoordig ben ik heel anders: we splitsen gewoon op en gaan ieder onze eigen weg.’
Herinner je je de eerste keer spelen op Lowlands beter, in 2011?
‘Jááá, dat was heel bijzonder. Ik was nog een heel klein beginnend actje in die tijd, en had nog nooit op grote festivals gespeeld. Ik stond in de Lima, een halfopen en best kleine tent, maar ik had nooit gedacht dat daar zóveel mensen zouden staan. Een groepje vooraan had het dansje uit de videoclip van ‘Afdwaalt’ ingestudeerd. Terwijl ik aan het spelen was, deden ze een soort flashmob. Dat was zóóóó cool. Ik was in het moment helemaal verrast. Het publiek achteraan kon dat natuurlijk helemaal niet zien, dus ik riep in het instrumentale stuk: “De mensen hier doen het dansje uit de videoclip!” Waarop ik een enorm gejuich kreeg. Dat had ik als artiest nog nooit zelf meegemaakt. Dat weekend belandde ik met mijn debuutalbum De Koek ook in de top 4 van meestverkochte platen op het terrein.’
Wat is je mooiste Lowlands-herinnering?
‘Een van de leukste dingen die ik ooit op Lowlands heb gezien was Kate Boy, in 2013 in de X-Ray. Ik had er nog nooit van gehoord, je hoort er nu ook niks meer van, maar dat was hele minimalistische Scandinavische elektronische pop met hele brute drums. Nog zo’n act: Kakkmaddafakka, dat vond ik zo grappig, met dansende achtergrondzangers.’