‘Waar heb je de paddo’s gelaten? Ze moeten wel op voordat we de grens over zijn’, roept zijn achtergrondzangeres naar Alex Crossan, een bescheiden jongen met hoogwaterbroek, bootschoenen en verlegen gezicht. Hij hangt onderuitgezakt in de backstage van Bitterzoet Amsterdam, waar hij even later zijn eerste Nederlandse clubshow doet voor een bomvolle zaal met laaiend enthousiaste kids. De show was al zo lang en breed uitverkocht dat ze gemakkelijk naar een grotere locatie konden verhuizen, maar Crossan vindt het wel lekker: deze ronde nog rustig aan voordat zijn debuutalbum dit najaar verschijnt. Zelf komt hij super-ingetogen en bescheiden over, hij zou zo kunnen verdwijnen in de leren bank. In zijn rugzak het donkere sprookje Alice in Wonderland. ‘Een van mijn favoriete boeken, ik herlees het nu voor de vijfde keer. Uiteindelijk is het een coming-of-age-verhaal over jezelf verliezen en angstig zijn. Heel duister, zeker als je je verdiept in de schrijver en hoe hij zijn tijd spendeerde met piepjonge meisjes.’
Maar goed, we hadden het over Guernsey, toch? ‘Oh ja. Het is een heerlijke plek met heel veel natuur, alsof je op het platteland woont maar dan nog geïsoleerder. Daardoor is het een hele hechte samenleving, elke inwoner is belachelijk vriendelijk en er is maar één stadje, Saint Peter Port, dat we gewoon “stad” noemen.’
Als puberende jongen was er kortom geen fuck te doen, zegt Crossan. Er was een enkel muziekfestival, de clubs sloten allemaal voor 1 uur ’s nachts en het werd gezien als een historische gebeurtenis toen Kaiser Chiefs eens kwamen optreden. Hij gniffelt. ‘Chali 2na van Jurassic 5 heeft ook wel eens een show gedaan op het eiland, dat was zo’n beetje de geboorte van hiphop op Guernsey.’