Down The Rabbit Hole kan ook wel even een opkikker gebruiken. Na de zomerse eerste dag is de zaterdagmiddag een moddergenerator gebleken. Exit naveltruitjes, welkom sexloze poncho’s. Buienradar huilt. The Cinematic Orchestra treedt ook nog op voor polder-etenstijd, dus een energieboost, zelfs al is het in kleine intensiteit, is zeer welkom.
Wat zijn de verwachtingen?
De naam The Cinematic Orchestra is niet voor niets gekozen. Het jazzgezelschap is een wandelende soundtrack, waarbij improvisatie en electronica een keurige rol krijgen. Opgericht in 1999 door Jason Swinscoe, ook bekend door rake samenwerkingen met bijvoorbeeld Patrick Watson: ‘To Build A Home’ met hem staat op prijsalbum Ma Fleur uit 2007.
Heeft Cinematic Orchestra het gewenste Red Bull-effect?
Het zijn geen volksmenners en dat gaan ze voor de gelegenheid ook niet worden. Het doel van The Cinematic Orchestra is om het publiek een uur lang mee te trekken in een eigen filmdroom. Om kort te gaan: het is geen Mad Max: Fury Road. The Cinematic Orchestra doet vanavond aan jazz van het brave soort. Spelen kunnen ze. De drummer maakt een paar breaks waar heel Radiohead van klaarkomt. Het probleem is alleen dat het vaak bijzonder saai is. Vooral als de gitarist een gemiddeld singer/songwriter-liedje speelt én zingt. Zittend. De zangeressen die enkele malen opdraven, zijn vocaal de veiligheid zelve. Niemand op het podium verlangt naar enige aandacht.
Er zat toch ook een electronische kant aan?
Het optreden begint met een saxofonist die zichzelf samplet. Het leidt niet per se ergens toe, maar de belofte van experiment hangt in de lucht. Die wordt dus niet ingelost. De electronica is erg mild gekruid. In de tweede helft wordt het publiek iets vaker geprikkeld, ook met een razendknappe drumsolo, maar de soundtrack die The Cinematic Orchestra speelt hoort bij een documentaire over een stilstaand glas water.