Die eer dankt ze aan haar officiële debuutalbum, dat vorig jaar een van de meest verrassende indiedoorbraken werd. Het heeft een lange titel die veel over haar zegt: Sometimes I Sit And Think, Sometimes I Just Sit. Wat je uit die titel af kunt leiden? Courtney Barnett is een vrouw van veel woord, ze is grappig, en ze houdt van de balans tussen het alledaags eenvoudige en het net iets verder nadenken dan gemiddeld. Het resulteert in prachtige, rammelige liedjes als 'Avant Gardener' (over tuineren, onder andere) en 'Dead Fox'. Hoogtepunt hier is ook 'Nobody Cares If You Want To Go To The Party'. Het gaat over dat moment aan het begin van de avond dat je eigenlijk naar dat hippe feestje wilt, maar toch eigenlijk ook heel erg niet, en waarom het totaal niet uitmaakt of je nu wel of niet gaat.
Maar Nederlandse muziekliefhebbers geven toch helemaal niet om teksten?
Vaak niet nee, maar bij Courtney Barnett staan een paar echte fans - jonge meiden - die de woorden van 'Depreston' en het razende 'Pedestrian At Best' woordelijk meezingen. ‘Put me on a pedestal and I’ll only disappoint you!’
Is Courtney zelf een beetje een showmens?
Eigenlijk helemaal niet. Ze ziet er doodeenvoudig uit - zwarte skinny, eenvoudig wit shirt met blauwe en rode streep - en ze doet niet veel meer dan haar liedjes spelen. En toch is het absoluut niet saai om naar te kijken. Ze heeft charisma, speelt lekker slordig en krasserig gitaar en pakt je soms ineens met een uithaal. De eerste keer dat ze dat doet is in 'Small Poppies', met haar ‘eye for an eye for an eye for an eye for an eye’, en daarna is haar set los.
En haar band, hoe is die?
Ook daar weinig opsmuk: een drummer en een bassist die niet meer spelen dan ze moeten, maar er wel super cool uit zien. Een overwinning voor de eenvoud.