BKS16: Unknown Mortal Orchestra komt dichterbij dan ooit

Eindelijk zit Ruban Nielson lekker in zijn vel

Timo Pisart ,

Een voorzichtige glimlach, en beter nog: een overtuigende duik het publiek in. Heeft Ruban Nielson van Unknown Mortal Orchestra ooit zo losjes gespeeld? Waarschijnlijk niet, en het is een verrukking om naar te kijken.

Wat zagen we Ruban Nielson vaak doodongelukkig op het podium op, en wat waren de shows van Unknown Mortal Orchestra grillig. De ene keer speelde de frontman zo doordrenkt van de dope dat hij amper nog op z’n benen kon staan, de andere show was bijna manisch en gehaast. Altijd opwindend, dat sowieso, en met fantastische muziek: een soort mengelmoes van sixties psychpop en R&B, en dan ongebruikelijk vrij gespeeld. In 2013 speelde de band zich in de kijker met II, opvolger Multi-Love houdt die lijn vast met uitstapjes naar de disco en meer synthesizers. Op plaat schiet de heerlijk afgeknepen en raspende soulstem van Nielson vaak vol verlangen en wanhoop de hoogte in, live haalde hij dat niet altijd. 

En nu?
Soms moet hij een beetje knijpen om de hoogste noten te kraken, maar zelden stond Nielson zo nonchalant op het podium. Al gauw legt hij zijn gitaar even weg - waar hij zich normaliter achter verbergt - om de mensenmassa in te duiken en zelfs wat fans te omhelzen. Zoals te horen op het laatste album is hij wat minder schuw geworden, en laat hij de liefde (zelfs iets teveel) toe in zijn leven. 

Maar was de onderhuidse spanning niet wat die band zo goed maakte?
Spanning is er nog steeds, hoor. In het rijtje Temples, Foxygen en Tame Impala was Unknown Mortal Orchestra altijd al de act die het meest geestverruimend en virtuoos speelde, en dat is vandaag niet anders. Telkens weer is het spannend welke afslag ze nemen, welke kant z’n solo’s op meanderen. Af en toe laat Nielson zijn gitaar verdrinken in de effecten, maar hij weet het geluid precies onder controle te houden. De toetsenist die nu alweer een tijdje meetoert maakt Unknown Mortal Orchestra alleen nog maar spannender, met een rollende barpiano-solo in oudje ‘FFunny FFriends’ en af en toe extra accenten.

Geen tijd dus om op je smartphone te koekeloeren?
Grappenmaker. De band sluit inderdaad af met superfunky prijsnummer ’Can’t Keep Checking My Phone’, maar zelden zo weinig mensen op hun smartphone zien kijken. Ruban Nielson komt dichterbij dan ooit, en dat is een waar genot.