Ásgeir en zijn vijf bandleden komen het podium op, zeggen geen woord en beginnen te spelen. Ze blijven staan waar ze staan. Op lachen of überhaupt emotietonen lijkt een straf van stokslagen te staan. Maar wie weet werkt zoiets wel voor het ingetogen werk van het gezelschap.
Het is toch zeker niet de minste boeking, die Ásgeir?
Met zijn debuut heeft hij veel zieltjes gewonnen. Waar de band Kent een tijd alle albums in het Zweeds én Engels opnam, heeft Asgeir zijn oorspronkelijk IJslandse plaat ook een Engelse behandeling gegeven. Dýrð í dauðaþögn werd In The Silence. Wie er naar luistert moet vanzelf aan Justin Vernon van Bon Iver denken. Dat zit ‘m vooral in de zang.
Ogen dicht en wegdromen dus?
Het is best bijzonder dat de frontman werkelijk geen enkele expressie toont. Verder dan een plichtmatig ‘thank you’ komt hij niet. Zangtechnisch zit het gelukkig wel goed. Dat blijft zijn sterkte kracht, maar zoals Mike Skinner ooit zei: geezers need excitement. En dat levert dit gezelschap niet. Al na twee traag gespeelde nummers met voorzichtige pianoklanken snak je naar een paar visuals. Iets met vogels ofzo. Of een ijsbeer die een kunstje doet.
Valt er nog iets te halen?
De cover van Nirvana’s ‘Heart-Shaped Box’ is na het sorry-dat-ik-besta-begin een verademing. Hier zit wél de nodige dynamiek in. Muzikaal zijn de hits gelukkig op orde: ‘King and Cross’ en ‘Going Home’ tonen de betere kant van het gezelschap. Maar het in het IJslands gezongen werk heeft het karakter van een bevroren muurbloempje. Ásgeir en co. lijken geen enkel plezier aan de show te beleven. Op de voorste rij was zelfs te zien dat de drummer tijdens het intro van ‘Heart Shaped Box’ doodleuk aan het appen was. We hopen dat hij tenminste nog een leuke Tinder-date aan het concert heeft overgehouden.