ESNS15: De woensdag van Eurosonic (blog)

Met o.a. Oscar & The Wolf, Jacco Gardner, Jake Isaac, Catfish & The Bottlemen, Shura, Bombay, Wolvon

Atze de Vrieze, Ingmar Griffioen, Ralph-Hermen Huiskamp, Bas van Duren, Sjoerd Huismans + foto's van André Eggens, Donald van Tol, Jan Westerhof ,

3voor12 is op Eurosonic Noorderslag, hét belangrijkste showcasefestival van Nederland en Europa. Hier worden de talenten van morgen geboren en ontdekken we de festivalbands van 2015. En ook op Eurosonic werken we met een liveblog met altijd de laatste recensies en beelden, dat in de loop van de avond en daaropvolgende ochtend steeds verder wordt aangevuld. Blijf dit blog dus in de gaten houden voor het laatste nieuws. Op woensdag spelen onder meer de succesbelgen van Oscar & The Wolf en 'potential winners' als Shura, Jake Isaac en Freddie Dickson & The Guard.

Jake Isaac is de eerste nieuwe held van Eurosonic 2015
Er staat een immense rij bij de Vera voor de Londense singer/songwriter Jake Isaac. Zijn reputatie is hem blijkbaar snel vooruit gesneld, sinds hij tijdens de afgelopen editie van Glastonbury de EP War Child uitbracht, met daarop de hit Long Road. Maar dat is lang niet het enige goede liedje dat hij heeft, zo blijkt al in de eerste minuten van zijn show. Hij heeft zijn band thuis gelaten en begint met een verstild pianoliedje. Dat gaat nog goed ook. De bezoekers manen elkaar tot stilte, al gauw kun je een speld horen vallen in de overvolle Vera. Best indrukwekkend om te zien, zeker omdat Isaacs indrukwekkende soulstem zo alle ruimte krijgt.

De muziek die hij maakt heeft verder weinig met soul te maken, eerder is het een soort Ben Howard-achtige folkpop. Radiovriendelijk en heel geschikt voor de zomerfestivals, bovendien toont Isaac zich in tegenstelling tot Howard ook nog eens een crowdpleaser pur sang. Stukje Bob Marley, geen probleem. Als hij even later ook nog Bonnie Raitt covert wordt het wel erg zijig, maar gelukkig heeft hij prijsnummer Long Road dan nog achter de hand. Wij hebben genoeg gehoord, dit is een ster. (Sjoerd Huismans)
 

Oscar & The Wolf pakt Vera in
Oscar & The Wolf heeft inmiddels half Belgie al lang en breed platgespeeld. Het debuutalbum vol dreampop doorspekt met r&b dat afgelopen jaar uitkwam deed het goed daar, maar aan de rij voor Vera en het enorm enthousiastme waarmee de band begroet wordt te zien hebben ze hier inmiddels ook al een aardige fanbase opgebouwd.

Volkomen terecht, blijkt al vanaf de eerste seconden. Als de zanger zich in gouden glitterjasje het podium opstort en als opener een stuk of wat pirouettes draait heeft hij de rockbunker van Groningen al voor zich gewonnen. Het belangrijkste wapen dat de band in huis heeft is dat er in elk nummer een slepend element zit. Dat kan in de synthesizers zitten, of in een haperende drum, maar net zo goed in de zang, waarbij de zanger er een sport van lijkt te maken zo min mogelijk te articuleren maar nog wel verstaanbaar te blijven. En ondertussen wisselen de gitarist en de drummer elkaar af in dansbare accenten. Alles met een enorm plezier. De toetsenist schatert het soms uit om de pasjes die de zanger uit zijn mouw schudt.

Dat plezier op het podium, versterkt door bijna alleen maar sterke nummers slaat over op de stampvolle zaal. Handen in de lucht wanneer er om gevraagd wordt, dansen wanneer er een four on the floor klinkt, en joelen om meer als het klaar is. En die toegift komt er. Natuurlijk hun inmiddels bekende cover van Freed From Desire, en gewoon hun prijsnummer Strange Entity nog een keer. De zaal is inmiddels al wat leger, maar het feest is er niet minder om. De boekingen van buiten Belgie zullen nu ook wel binnenstromen. (Ralph-Hermen Huiskamp)

Oscar and the Wolf schoof op Eurosonic aan bij Atze de Vrieze, bekijk de talkshow hier.

Jacco Gardner terug met nieuw werk en nieuwe band
Dat Jacco Gardner twee jaar terug de 3voor12 Award won, mag best een verrassing heten. De schuchtere jongen met de hoed en het lange haar maakte immers een echte niche plaat: sixties baroque pop, kleine liedjes met delicate arrangementen. Op de internationale podia was Gardner er zeer welkom mee. De opvolger schijnt af te zijn, en vanavond krijgen we een voorproefje.

Wat meteen opvalt: Jacco is zijn hoed en bijna zijn hele band kwijt. Enkel bassist Jasper Verhulst is nog over. Meest opvallende nieuwe gezicht is Frank Maston, een Amerikaan die Gardner kent van zijn label Trouble In Mind, en die zelfs speciaal voor hem naar Nederland verhuisd schijnt te zijn. Maston neemt de toetsen over, waardoor ruimte ontstaat voor een extra gitaar, wat het geluid wat voller maakt.

Wat kunnen we verder opmerken? Nou ja, veel verrassends horen we niet. De nieuwe songs liggen in de lijn van het oude werk, het begin van de set is kalm en wat schuchter, halverwege zit een wat scherpere nieuwe song, en de set sluit met het beste nieuwe liedje: Find Yourself. Jacco Gardner is terug. Hij verbluft niet, maar maakt wel nieuwsgierig. (Atze de Vrieze)
 

Catfish and the Bottlemen stadiongroots in De Spieghel
Inschattingsfout om Catfish and the Bottlemen in dit krappe zaaltje neer te zetten? Met zes singles op rij en debuutalbum Balcony hebben de Welshe Britpoppers immers een Euroborgwaardig publiek bereikt. Terwijl de rij bijna de Peperstraat uit slingert, en binnen De Spieghel helemaal ontwricht is...staan in een steeg buiten naast het pand vier Britse jochies rustig peukjes te roken. Eenmaal binnen beginnen ze hard met de normaal toch melodieuze troef Rango. Als vier overenthousiaste knapen, die vervolgens stranden door geluidsproblemen. Maar ze vliegen er gauw weer in voor het meer pakkend gezongen Pacifier (dat zo op een Gem- of Arctic Monkeys-plaat zou passen).

Zanger en geboren Aussie Van McCann heeft een meeslepende swagger in zijn stem, die Kathleen en de meisjes hier het hoofd op hol brengt. Wat tempowisselingen maken het nog pakkender en de samenzang in de refreinen snappen ze ook. Zijn zang, de pose en vooral die songs; ja dit heeft alles in zich om echt groot te worden. Meisjes op de eerste rij in bandshirt die alles woordelijk meezingen? Ook check. De vraag is nog of het Kooks groot of Arctic Monkeys groot wordt, maar de sound is vast op stadiongrootte in de Spieghel, zeker in het Kensingtonesque Cocoon. Ze brengen vanavond alles stevig rockend. En het klopt: je krijgt er geen speld tussen (hooguit effectbejag). Live hebben ze net wel dat randje en niet die vullers. Met alle zes singles plus een prima afsluiter (Tyrants) pakt Catfish het publiek volledig in. De vraag is alleen waarom ze voor zo weinig zieltjes stonden en wanneer ze terugkomen om de buzz op een nieuwe clubtour en op de festivals te verzilveren. (Ingmar Griffioen)

Varken voor bassist blijkt goede ruil voor Bombay
Bombay. Simpelweg Bombay. Dat is de nieuwe naam van de Nederlandse indierockband Bombay Show Pig. “Met de nieuwe plaat en een nieuwe bassist slaan we een nieuwe richting in. Het voelt goed om de naam aan te passen”, zei Mathias Janmaat tegen 3voor12. De online vindbaarheid is er niet bepaald op vergroot en heel sprekend is de nieuwe naam ook niet. Maar toch: muzikaal is het gloednieuwe materiaal van Bombay erg tof, zo blijkt vanavond in De Spieghel. De band speelt de songs puntig en verbeten, Janmaat springt een paar keer van het podium af en de microfoonstandaard heeft wel eens een rustiger avond gehad. 

Nieuwe single Slow Motion (en dit nummer) kenden we al. De andere songs sluiten daar naadloos op aan. Bijvoorbeeld het uitstekende Bored, waarop de invloed van Tjeerd Bomhof goed hoorbaar is. De op Britse leest geschoeide indie rockt nog een stuk harder dan voorheen en er zit inderdaad meer lijn in de muziek, zoals Janmaat zelf al aangaf. Een derde muzikant erbij (bassist Gijs Loots, die dit jaar overigens al debuteerde op Best Kept Secret) zorgde blijkbaar niet voor meer lagen in de muziek, maar eerder voor een steviger fundament dat live zeer welkom is. De band gelooft in de nieuwe songs: alleen oudje Sharp Like komt nog langs. Dat vertrouwen is terecht. (Sjoerd Huismans)
 
Shura op haar best als hippe versie van Madonna
De Britse Shura heeft een vinkje achter haar naam. Zij behoorde immers tot de Sound Of 2015, de talentlijst van de BBC. Nou was er wat kritiek op de lijst dit jaar - de keuzes zouden allemaal wel erg veilig zijn - maar Shura is een van de meest eigenwijze acts in de selectie. De jonge zangeres schijnt Russische roots te hebben, maar daar merk je eigenlijk niets van. Wel overduidelijk is haar connectie met de subtiele, elektronische pop die we de laatste jaren uit Engeland zagen komen. 
 
Haar openingsnummer lijkt wel heel veel op The XX, maar tweede nummer Indecision is een heel frisse, hipster-r&b interpretatie van het vroege Madonna-werk. Goed liedje hoor, een stuk energieker dan de rest van haar repertoire. Met die blonde uitgroei lokken heeft ze zelfs wel iets van de jonge Madonna weg, al beschikt Shura helaas niet over het onmetelijke charisma van de Queen Of Pop. Ze wordt geflankeerd door een elektronische percussionist en een bassist met het petje achterstevoren, zelf verschuilt ze zich achter haar synth. Gaandeweg wordt duidelijk dat Shura's performance nog echt veel en veel te dun is, en zelfs haar bekendste nummer Touch kan dat gevoel niet wegnemen. (Atze de Vrieze)
 

Wolvon is de meester van de melancholische noise
Wat je wel met een gitaar kan doen (vergeleken met voorganger Menhir) laat Wolvon horen. Het geluid is een stuk feller en scherper. Wat een bak gruizige noise blaast er van dat podium af. Bijzonder hoe de groove en het liedje daarin overeind blijven en daar heb je meteen de kracht van dit Groningse trio te pakken. "We willen gewoon leuke popliedjes maken, maar ik heb de verkeerde distortion gekocht", grapten ze eens. Voor bassist Ruben van Walraven, drummer Bram Nigten en zanger-gitarist Ike de Zeeuw is de Energy Stage (gratis toegankelijk) wel bijna vol. 

De band is al even bezig en dat hoor je. De ritmetandem lijkt wel eeneiig, zo vergroeid. De Zeeuw gaat daar met de noisy gitaar dwars over en doorheen en het tempo van beide kampen ligt idioot hoog. "We zijn Wolvon uit Groningen en spelen een paar nieuwe liedjes." Kijk, dat is een meevaller. De eerste is een beetje wavey, zeker qua zang en kent een opvallende wending. Ach nee, dat was het einde al. Kort maar krachtig weer. De tweede is ronduit rustig en voor Wolvon-begrippen uitgesponnen. Het levert een spannende track op, waarin de zang van de frontman meer naar voren komt. Wow. Dan pakken ze hard door met het bekende(re) en bijzonder meeslepende Being van langspeler Folds, een nummer waar ze veel gevoel in weten op te roepen. Oud of nieuw: Wolvon blijft meester van de melancholische noise. (Ingmar Griffioen)

Warm Graves speelt Huis de Beurs vakkundig leeg
We beginnen deze editie van Eurosonic maar eens met een lekker moeilijke band. ‘Sci-fi rockband’ Warm Graves uit Leipzig (bestaande uit een Amerikaan, een Italiaan en een Duitser) kwam vooraf al in de tiplijstjes van onder meer de Volkskrant voor. Huis de Beurs is dan ook aardig gevuld als de show begint.

Hoe belachelijk hij ook klinkt, die term sci-fi-rock dekt de lading eigenlijk best goed. Warm Graves zit ergens tussen wave, ambient, post-rock en kraut in. Lekker abstract, dus. De ‘liedjes’ van debuutplaat Ships Will Come zijn nauwelijks van elkaar te onderscheiden en de – hoe gepassioneerd ook geschreeuwde - zangpartijen vervagen tussen het gitaar- en toetsengeweld.

De subtiliteiten van de fraaie plaat Ships Will Come ontbreken live soms, vooral door de wat lompe drumpartijen. Dit gebrek aan dynamiek breekt de band gaandeweg op. Als na een half uur een lange pauze valt (tot dat punt was het één vloeiend geheel) houden de meeste bezoekers het voor gezien. Als openingsband op Eurosonic ontkom je niet aan een kat-uit-de-boom-kijk-show, maar Warm Graves’ atmosferische geluidsexperiment is live niet zo meeslepend als dit soort muziek zou moeten zijn. De herkansing volgt snel: in februari zijn ze weer in Nederland. (Sjoerd Huismans)

Shannon Saunders is nog lang niet zoet genoeg
YouTube fenomenen staan zelden bekend om hun lange adem. Het ene moment zijn ze all over het internet en verdienen ze bakken met geld, het andere moment mogen ze in hun handjes knijpen met een boeking op een braderie. De Britse Shannon Saunders is er zo een. Relatief populair op YouTube en in thuisland Engeland, maar het is nu tijd voor meer.

Gesteund door twee mannen, de één op toetsen, de ander samples triggerend, doet ze een aardige poging. Lorde-achtige liedjes, met soms wat drama á la Lana Del Rey, een cover van LaRoux, veel elektronica, in het midden haar pianoballad die de Tangled-soundtrack haalde, maar nergens vonkt het écht. Het is het type pop dat vooral in handen van een goede producer in goud kan veranderen. Mierzoet popgoud. De liedjes zijn nauwelijks onderscheidend, maar absoluut niet slecht. Met een flinke laag glazuur kan het zomaar iets worden. Afsluiter 'Sheets' klinkt steviger, is direct meezingbaar en daardoor meteen aanstekelijk. Een potentiële hit. Op de rest van haar show lijkt ze al vroeg in haar set te reflecteren. "I am powerless and sugar free", zingt ze. Jammer, want met een flinke schep suiker zou het prima smaken. (Ralph-Hermen Huiskamp)

Menhir: gitaarloze Grunn desert punk
Op de Energy Stage in het Ebbingekwartier staan louter Groningse bands, waarvan de ene meer categorie Grunnsonic is en de andere meer Eurosonic. Bij Menhir is dat onderscheid nog niet evident. De stonerband bracht in twee jaar twee EP's uit, staat voor de tweede maal op Eurosonic en heeft twee bassisten en... nul gitaren. Er is wel een drummer en soms ook zang: geregeld een voice-over als intro en soms een diepe grunt van bassist Frank. Die oerbrul in Passing Grades is subliem. Frank bespeelt zijn bas wat meer als een gitaar; leidend, ronkend en met veel effecten (pedalen). Collega-bassist Arjan is van de ritmes en de grooves en duidelijk onderdeel van de zware ritmesectie. Het trio bakt er redelijk logge stoner van, met punk- en metalinvloeden, soms neigend naar Lowdown desert punk (Brant Bjork) en soms naar doom. De gitaar kunnen ze best missen, maar de vocalen (en de koebel!) zijn vooralsnog broodnodige smaakmakers. Tijd voor een langspeler. (Ingmar Griffioen)

Brusselse Mountain Bike rockt de korte sportbroekjes
De award voor leukste outfits op Eurosonic kunnen we alvast uitdelen: die wordt met glans gewonnen door het Brusselse Mountain Bike in Huis De Beurs. Denk Michael Cera in Juno en zet er vier van zulke types neer. Veel te korte sportbroekjes onder een basketbaltenue, zorgen ervoor dat de aanwezige fotografen hun camera's iets verder naar beneden richten dan gebruikelijk. Muzikaal tapt het kwartet uit het hardere surfwerkvaatje dat we ook van Wavves kennen; boem-boem-pa-pa-ritmes, jengelende gitaren en zang die niet zuiver is en dat ook zeker niet hoeft te zijn. De songs zitten knap in elkaar met genoeg tempo-afwisselingen om het spannend te houden en denk niet dat je het tegendraadse refrein van 'I Lost My Hopes (In Paradise)' zomaar uit je hoofd kan zetten. Het beste wordt voor het laatst bewaard met 'Japanese Guitar' dat de melancholische kant van Mountain Bike laat zien. Een fijne gitaarintro gaat over in een stevige rocker waarbij met liefde op de staart van de fuzzbox wordt getrapt. Een band die we zeker vaker gaan zien, al scheelt het natuurlijk ook als je wordt gekoppeld aan de tour van Afterpartees. (Bas van Duren)

Soak schittert vooral als ze niet wil uitblinken
Het is dringen om binnen te komen in het bovenzaaltje van het Grand Theatre. Blijkbaar is er genoeg buzz rond de 18-jarige Soak om ervoor te zorgen dat een groot deel van de bezoekers de zaal uiteindelijk niet inkomt. Wellicht dat haar tour met George Ezra er iets mee te maken heeft.

Wie wel binnen weet te komen ziet uiteindelijk een schuchter meisje met kort haar. Helemaal in het zwart, klein fonkelend schakelkettinkje, en om het af te maken een zwart gelakte gitaar. Gestript van alles wat overbodig is. Haar muziek is ook zo. Althans, de nummers waarmee ze overtuigt. Trage liedjes, waar nauwelijks verandering in zit, maar telkens als het monotoon dreigt te worden iets verschuift. Een felle aanslag, een twijfelende uithaal, een extra kraakje in haar stem. Juist doordat ze zich nergens lijkt te willen bewijzen werkt het. Doodzonde dan ook als ze halverwege het tempo opvoert, uitbundigere stembuigingen toevoegt en haar Engelse accent wat meer uitbuit. Want juist van dat soort liedjes en zangeressen hebben we er al wat te veel. (Ralph-Hermen Huiskamp)

Bekijk de 3FM On Stage live sessie van Soak op Eurosonic 2015. 

Kaleo: Oubollige bluesrockband met een hippe folkballad
Hoe IJslands wil je het hebben: de voornaam van Kaleo-zanger Jökull Júlíusson betekent 'gletsjer'. Verder is er weinig typisch IJslands aan de muziek van het kwartet. Dat wil zeggen: geen dromerige sprookjespop. De op Amerikaanse leest geschoeide indiefolk van Asgeir moeten we wel beschouwen als het meest succesvolle IJslandse product van de afgelopen jaren, en Kaleo springt duidelijk op de trein die hij aan het rijden bracht. All The Pretty Girls is een ballad in dat genre: suikerzoet, gezongen met kopstem, vol romantische clichés. Waar toch behoorlijk wat bands in deze fase van hun carriere nog op de centen passen, heeft Kaleo de strijkers gewoon al bij zich. Gewoon voluit dus.
 
Onze glibbervriend met zijn enorm mannelijke kaaklijn heeft wel een behoorlijk overtuigende stem, een beetje George Ezra met een poolcirkelknauw. Die ballad blijkt een buitenbeentje in het oeuvre van de band, want Kaleo blijkt verder een nogal onhippe bluesrockband waarin hij af en toe lekker mag uithalen. De band heeft onder andere een nogal fletse versie van Sonny Bono's Bang Bang op het repertoire. Ze zouden het evenwel prima kunnen doen op niet al te cutting edge zomerfestivals, want spelen kunnen ze best. Wie een scherpe rand aan zijn muziek zoekt zal deze band ijskoud laten. (Atze de Vrieze)

Freddie Dickson & The Guard : Stadionrock met grote gebaren, op zoek naar een groot publiek
‘Ik ga hier echt niet weg hoor, dit is alles wat ik wil. Ruige stem, lekkere gitaren, ooh..” verzucht de vrouw van vijftigplus als haar man haar aan de mouw trekt. Freddie Dickson is zo’n band waarbij het goed voorstellen is dat zo’n vrouw zich weer even tiener voelt. En die tienermeisjes vol overtuiging, en wellicht met een vers traantje van liefdesverdriet, hard mee kunnen zingen. Teksten over onzekerheid, lastige liefdes, en vooral over wat je moet doen met dat soort dingen.

Freddie zingt alles vanuit zijn tenen, met een hoop grote gebaren. Flinke snik in zijn stem, vertwijfeld zijn handen in het haar, hand in de lucht grijpend bij uithalen, alles uit de kast. Ondertussen zet de band een aardige U2 stadionrock sound neer. Nergens echt rock natuurlijk, maar er lijkt altijd een gitaarsolo op de loer te liggen. Die komt natuurlijk nooit, het is altijd weer Fred die zijn keel opentrekt. Freddie Dickson & The Guard doen helemaal niks nieuws, maar doen wat ze doen best goed en hebben daardoor een enorme potentiele doelgroep. Die heb je ook wel nodig als je zo duidelijk mikt op enorme zalen. (Ralph-Hermen Huiskamp)

Talisco maakt ondanks radiohit niet veel indruk
De potentiële Milky Chance van 2015, werd al voorzichtig gefluisterd. De Franse band Talisco is vooral bekend van het opzwepende Your Wish, dat momenteel ook in Nederland een aardige hit aan het worden is. Echt een uitstekend nummer met een aanstekelijke gitaarhook en catchy meezingrefrein. De song komt vroeg in de set langs, als derde nummer al. Het publiek was even daarvoor al opgezweept met het dansbare Follow Me. In the pocket, zou je zeggen, maar de nieuwe Milky Chance? Nee.

Daarvoor voegt Talisco toch te weinig toe aan het anno 2015 behoorlijk uitgemolken folkpop-genre (zoals de vlagen deephouse waarmee Milky Chance zich vorig jaar nog onderscheidde). We hebben het allemaal wel een beetje gehoord, inmiddels. Af en toe roept de Franse band zelfs Mumford & Sons-associaties op door de dubbele drums en gitaarriedeltjes. Het moet gezegd, Talisco brengt het allemaal met veel bravoure, soms op het macho af. Maar een andere hit horen we voorlopig niet in het repertoire, en zelfs op Your Wish werd niet bijzonder uitbundig gereageerd door het publiek. We gaan dat nummer de komende tijd veel horen - en terecht - maar verder maakt Talisco hier live nog niet veel indruk. (Sjoerd Huismans)

Bekijk de 3FM On Stage live sessie van Talisco op Eurosonic 2015.

God Damn wat een overkill
Thom Edward beent al even doldriest rond en mikt met wat misbaar een monitor op z'n kant. Het Britse noiserockduo kampt in De Beurs met de nodige geluidsproblemen en dan hebben ze hier ook nog "lunchboxes as speakers". Drummer Ash Weaver oogt als een enorme beer en speelt ook zo. Langharige Thom krijst en probeert uit alle macht het publiek naar voren en mee te krijgen. Hij heeft een bizarre stem, die door je ziel snijdt met het geluid van een microfoon over een lintzaag haalt.

God Damn wat noisy, fel en snel. In tegenstelling tot landgenoten Royal Blood, die ons vorige editie omver bliezen, zijn ze (mét gitaar) feller, gemener, wilder en ongestructureerder. Minder songs, meer noise en furie. Ze spelen de houten vloer eerst vol dan weer leger. De respons valt ze ook wat tegen. "I think we play two more songs... for Alcoholics Anonymous. So you can choose if you wanna be anonymous..." Nee, het zit ze niet mee en daar gaat Thom niet sportief mee om. Zo is het vanavond veel power en weinig effect. Waar Royal Blood je in je maag stompt en direct daarna een uppercut geeft, raast God Damn meteen over je heen met de bulldozer. God damn, wat een overkill. (Ingmar Griffioen)