LGW15: Zoetgevooisde wildernis van Julia Holter

Met zevenmijlslaarzen door het droompoplandschap

Mark van der Voort ,

De droompopfantasieën van Julia Holter trekken de wijde wereld in, met een nieuw album en een bijzondere filmsoundtrack. Komende maand speelt de Amerikaanse twee keer in Nederland. Eerst op November Music in Den Bosch, daarna op festival Le Guess Who? in Utrecht.

Treedt binnen in mijn wildernis. Het leven van Julia Holter zit in een woeste stroomversnelling. Zangeres, componiste, dichteres en klanksmid, de dertigjarige Holter holt in zevenmijlslaarzen door het eigentijdse droompoplandschap. Deze laatste maanden van 2015 heeft ze het drukker dan ooit. Haar gloednieuwe album Have You in My Wilderness wordt zonder uitzondering de hemel in geprezen en tot eind dit jaar toert ze over heel de wereld. In Nederland maakt ze twee tussenstops: op festivals November Music en Le Guess Who? En dan komt er ook nog een langgekoesterde droomwens uit. Het schrijven van een soundtrack voor een grote filmproductie.

Haar verbeeldingsvolle liederen ademen sowieso de grandeur van cinema uit, dus Hollywood lonkte. De New Yorkse filmregisseur Ben Younger (bekend van beursmakelaarsthriller Boiler Room) vroeg haar om een soundtrack voor zijn nieuwste film Bleed for This te schrijven. Een door Martin Scorsese geproduceerde film over de legendarische Amerikaanse bokser Vinny Pazienza. De spraakmakende hoofdrol wordt vertolkt door een fysiek getransformeerde Miles Teller, de fanatieke drummer uit Whiplash. ‘Het is een puur instrumentale score, met een bluesy gevoel. Het wordt in ieder geval iets totaal anders,’ vertelt Holter vanuit haar woonplaats Los Angeles. ‘Voor mij is het heel plezierig om nu eens deel te nemen aan een project en visioen van iemand anders.’

De ontwikkeling van Julia Holter’s eigen visionaire liedkunst is stormachtig. Vier albums in vijf jaar, met als voorlopig hoogtepunt Have You in My Wilderness. Met haar zoetgevooisde stemgeluid lokt ze de luisteraar haar wonderlijke verhalen binnen. Binnen één song sleurt Holter je heen en weer tussen fluisterzachte mijmering en extatische overgave.

Sprookjesachtige droompop maar wel met een koele, avant-garde twist. Je kunt denken aan Laurie Anderson of Holters lievelingscomponist Robert Ashley die in zijn opera’s zo kan toveren met stemkarakters. Ook andere New Yorkse grensgangers tussen pop, jazz en minimal, onder wie Arthur Russell en Elodie Lauten, gingen haar voor. Holter heeft een overduidelijke achtergrond als componist en studeerde aan de kunstacademie CalArts, nabij Los Angeles. Daar stortte ze zich op het klankexperiment door samen te werken met componist Michael Pisaro. ‘Op deze plek ontdekte ik mijn creatieve vrijheid. Hier hoefde je geen ster te zijn, maar kon je doen wat je wilde doen.’

Die vrijgevochten, bijna intellectuele houding klinkt door op haar eigenzinnige albums. Holter verwijst terloops naar Euripides, romanschrijfster Colette of filmregisseur Alain Resnais. Topzwaar wordt het nooit. Holter verstaat de populaire kunst van de verleiding. Op haar voorlaatste album Loud City Song (2013) brengt ze een ode aan de musical en roman Gigi. Holter overtreft zichzelf met zwoele, tikkeltje decadente softpop vol kronkels en als toetje een powercover van Hello Stranger van Barbara Lewis.

Loud City Song was vooral een conceptalbum. Mijn nieuwe album is meer een bundel vol korte, intieme verhalen. Een drietal demo’s van songs die niet op Loud City Song paste, zoals Betsy on the Roof, heb ik nu uitgewerkt. Daaromheen heb ik nieuwe songs geschreven. Liederen over waargebeurde verhalen of meer literair geïnspireerd.’ Zo verwijst het raadselachtige Vasquez naar de negentiende-eeuwse bandiet Tiburcio Vásquez die Californië tussen 1854 en 1874 onveilig maakte. Vaak zijn de bronnen niet te achterhalen. Holter koestert haar creatieve intuïtie. ‘In mijn songs komen vanzelf personages bovendrijven. Een eenzame figuur in een weids landschap of woestenij. Het blijft symbolisch. Bij het schrijven van liedjes geef ik me vooral over aan een emotie. Ik put uit mijn onderbewuste.’

Haar pure, op de computer uitgewerkte huisdemo’s zijn ontwapenend maar verre van albumrijp. Een fragiel werkproces dat wederom werd geleid door haar favoriete producer Cole M. Greif-Neill die eerder met Beck, Snoop Dogg en Ariel Pink werkte. Van een leien dakje ging de vertaalslag niet, geeft ze toe. ‘Cole en ik bogen ons gezamenlijk over de arrangementen. Dit keer konden we vaak volstaan met eenvoudige strijkerspartijen. Maar op een of andere manier wisten we de magie van de vroege demo-opnames niet te pakken. Het duurde een flinke tijd tot we de songs het juiste gevoel mee konden geven.’ Alle noeste arbeid heeft zijn vruchten afgeworpen. Het indrukwekkende Have You in My Wilderness kan Holter wel eens een groter publiek opleveren.

Zo teruggetrokken als Holters zelf gefabriceerde muziekparadijsje klinkt, zo open staat ze in werkelijkheid voor samenwerken. Deze zomer dook er ineens een hitsige Madonna-cover op van Ariel Pink in samenwerking met Holter. Het enfant terrible van de Amerikaanse pop laat Holter lekker lo-fi kirren in Madonna-classic Everybody. Holter vervult ook een bescheiden glansrol op de nieuwste plaat van maatje Matt Mondanile, alias Ducktails, St. Catherine. ‘Maar denk nou niet dat er in Los Angeles een of andere maffe muziekscène heerst,’ grinnikt ze. ‘De vriendschap staat voorop en we accepteren elkaar in onze bonte verscheidenheid.’