Het is lastig om Chelsea Wolfe, dochter van een country-artiest, genretechnisch in een hokje te plaatsen. Ze vermengt de invloeden van haar vader met elementen van black metal, doom, noise, sludge en gothic elektronica. De gitaren staan ver omlaag gestemd en de samples uit de synthesizer klinken soms als nagels op een schoolbord. Wolfe's ijle vocalen zijn voorzien van een subtiele galm, waardoor ze ijselijk desolaat klinken. Momenten waarop Wolfe zichzelf met alleen gitaar begeleidt, worden bruut verstoord door gitzwarte geluidsmuren, stroperig als teer.
Het merkwaardige is dat al die beklemmende duisternis na een tijdje als vertrouwd begint te voelen. Wolfe leidt je binnen in haar wereld op de grens van nachtmerrie en realiteit, en heet je hartelijk welkom met een omhelzing van verwarrende soundscapes. In Wolfe's kille stem blijkt zelfs een warm, bijna fadoachtig vibrato te schuilen.