Hollandse Nieuwe van de Maand: The Brahms, het volgende Herman Brood-talent

Springerige indie à la Vampire Weekend en Bombay Bicycle Club

Sjoerd Huismans ,

We stellen je voor aan The Brahms, Serious Talent op 3FM en hier bij 3voor12 Hollandse Nieuwe van de Maand juni. De tropische indievibes van deze Utrechts/Haags/Tilburgse band zijn hopelijk de voorbode voor een stralende zomer. De bandleden kennen elkaar van de Herman Brood Academie en zijn daar klasgenoten van Taymir en Rondé. “We wilden alle vier iets zomers en vrolijks spelen.”

Gitarist Thomas Braam: “Op de Herman Brood Academie waren David (Westmijer, zang, red.) en ik al vanaf dag één vrienden, nadat we elkaar een keer tegenkwamen op de gang. Ik wist al snel dat ik met hem in een band wou zitten. We volgden toen alle vier (+ Martin Brummelkamp en Tobias Moeken, red.) een blok ‘skills’ waarvoor we covers van andere bands deden, maar die moesten aanpassen aan een eigen sound. Dat ging om echte classic rock-artiesten, heel anders dan de indie die we nu spelen: Jimi Hendrix, The Doors, Purple Rain van Prince zat ertussen. We gaven daar dan een eigen draai aan, een andere gitaarsound bijvoorbeeld.”

Zomers en vrolijk
Het klikte tussen de vier klasgenoten. Braam: “We gingen ook buiten school om repeteren en zijn sindsdien steeds verder naar elkaar toegegroeid. We wilden alle vier iets zomers en vrolijks spelen. Gedurende een jaar hebben we veel geschreven, gemaakt, en na veel nadenken opgenomen met Huub Reijnders in Wisseloord Studio’s. Die vijf tracks zijn uiteindelijk de EP Meraki geworden.” Van de docenten aan de HBA roemt Braam vooral de songwritinglessen van Koen-Willem Toering (Sunday Sun). “Hij is echt een soort goeroe op songwriting-gebied, hij legt heel goed uit waar je nog aan kan werken.”

Dat heeft een aantal catchy tunes opgeleverd. Zomers en vrolijk zijn inderdaad een goede omschrijving van de springerige indie van The Brahms. Het leverde de band al snel een vergelijking met Vampire Weekend op. Braam: “Dat horen we inderdaad vaak, zeker de oudere nummers gingen vaak de Vampire Weekend-kant op. Maar we hebben natuurlijk meerdere invloeden, wel allemaal vrolijk en dansbaar. Bombay Bicycle Club, Foster the People, Foals, Circa Waves, in die hoek moet je het zoeken.”

Tropisch
Hoewel de band vernoemd is naar de achternaam van Braam, ziet hij zichzelf niet als het middelpunt van The Brahms. “David heeft dat eigenlijk bedacht, we waren het er allemaal over eens dat het met een h ertussen een stoere naam was. Maar we dragen allemaal wel ideeën aan, als iemand bijvoorbeeld met een refrein of couplet komt, gaan we er met zijn allen aan werken. Het is dus niet zo dat ik het creatieve meesterbrein ben.” Met name de spannende ritmes definiëren het geluid van The Brahms. “David draagt wel ritmische ideetjes aan, maar verder komt dat helemaal op het conto van Martin, onze drummer. Hij voegt die tropische kant toe, dat is erg belangrijk.” 

De volgende release van The Brahms gaat in elk geval elektronischer worden. “Nog iets meer ‘eigen’, verder is het nog lastig te definiëren. Ik denk in elk geval dat er meer dynamiek in de nummers zit, meer uitbarstingen. We hebben veel kleine ideetjes, die moeten we de komende tijd verder uitwerken. We gaan een week ergens in een huisje zitten om de songs af te maken. Dat zal wel na de zomer worden en dan moeten we ze ook nog opnemen. De volgende release, een ep of lp, zal wel begin volgend jaar worden maar dat kan ik nog niet met zekerheid zeggen.”

En over een paar jaar? “Ik hoop dat Nederland meegaat in onze muziek, dat ze het ook in de winter gaan luisteren om vast toe te leven naar de volgende zomer. En verder dat de volgende EP door nog meer mensen wordt opgepakt en dat we wat grotere festivals gaan doen.” Deze zomer staat de band nog op surffestival Surfana en op Amsterdam Woods. “Dat is wel superdik. Verder hebben we deze zomer natuurlijk nog ons afstudeeroptreden. Samen met klasgenoten Taymir en Rondé, het is dus tegelijk een afscheidsfeest, we hebben best een hechte band. Het is inderdaad best een succesvol jaar aan de HBA, daar ben ik wel trots op.”