Amerika verliest zijn greep op de Europese popmarkt

Recordlaag aantal Amerikanen in Song van het Jaar geen incident

Atze de Vrieze ,

Nu het stof weer neergedaald is, kijken we nog eens naar de Song van het Jaar top 100. Wat valt op? Dat de Nederlanders het goed doen in de top 10, ja. Maar ook: dat de Amerikanen ver achterblijven. 22 Amerikaanse liedjes staan er in de top 100, en dat is een dieptepunt in de geschiedenis van de lijst. Het blijkt een duidelijke tendens, die veel verder gaat dan een eenvoudige liedjesverkiezing van de VPRO. Is Amerika een popgrootheid in verval? Wat is hier aan de hand? Is Amerika de PvdA van de popmuziek?

Al sinds de rock ’n roll zijn het Amerika en Engeland die de dienst uitmaken in de popmuziek. De twee grootmachten van de popcultuur waren vaak aan elkaar gewaagd, als twee gespierde armpjesdrukkers die elkaar prima aankunnen, maar waar de rest zich maar niet aan waagt. Bijna elke nieuwe muziekstroming uit de popgeschiedenis vond zijn oorsprong en/of werd groot bij een van die twee. Natuurlijk is dat anno 2014 nog steeds zo. En toch is er iets opmerkelijks te zien: het aantal Amerikaanse acts in de Song van het Jaar is in de loop van dertig jaar significant afgelopen. Begin jaren negentig was hun bijdrage op een piek: maar liefst 67 in 1993. In de jaren die volgden nam het aantal geleidelijk af, tot 47 in 2003 en dus amper 22 dit jaar. Toeval bestaat niet, zeker niet als je het terugziet in een grafiek. 
 
Nieuwe aanwas
Nog schrijnender wordt het verhaal als we puur kijken naar doorbraak acts. Debutanten, of toch in elk geval acts die het afgelopen jaar significant meer succes hadden dan voorheen. De enige echt grote Amerikaanse pop-doorbraak dit jaar was Ariana Grande, en vooruit, Echosmith. Verder was 2014 het jaar van Tove Lo (Zweden), George Ezra (UK), Sam Smith (UK), Milky Chance (Duitsland), Nico & Vinz (Noorwegen), Hozier (Ierland), Clean Bandit (UK), Iggy Azalea (Australië), 5 Seconds Of Summer (Australië), Kiesza (Canada), Vance Joy (Australië). En natuurlijk als Nederlandse acts: The Common Linnets (in heel Europa), Mr Probz (in de hele wereld) en Dotan (nu vooral in Nederland). Kijken we even naar het meer alternatieve circuit, dan waren de acts waar de festivals en critici op jaagden o.a. Jungle (UK), Chet Faker (Australië), Royal Blood (UK), FKA Twigs (UK), SOHN (UK), London Grammar (UK). Illustratief is ook de eindlijst van Studio Brussel, de Eindafrekening. Die is nog wat extremer dan die van 3voor12. Maar 16 Amerikanen haalden de lijst (tegenover 43 Belgen!), en daaronder zitten ook nog eens oudgedienden Bruce Springsteen, Lenny Kravitz, QOTSA en Foo Fighters. Nieuwe aanwas is er volgens de Belgen nauwelijks, eigenlijk alleen Future Islands en The War On Drugs zijn nieuw, en dat terwijl die bands ook allebei al jaren actief zijn. 
 
Bij Universal Nederland herkennen ze de trend. Het is alvast veelzeggend dat de drie meest succesvolle ‘projecten’ van het jaar van Europese bodem komen: The Common Linnets, Stromae en Avicii. Thijs Mantel van Universal zegt: “De laatste jaren hebben we met veel plezier gewerkt aan projecten Of Monsters And Men (IJsland), Lorde (Nieuw Zeeland), Stromae (België), en voor het komende jaar ligt er voor Tove Lo (Zweden) en The Avener (Frankrijk) ook een goede kans in het verschiet. Tel daarbij ook het succes van vele dj’s in de dance op (die behalve uit Nederland ook uit Duitsland (Zedd) of Zweden (Avicii, Axwell, Ingrosso, Alesso) komen). Zo lijkt het alsof er meer ruimte is voor artiesten die niet per se uit Anglo-Amerikaanse landen komen. Het buitenland staat ook in toenemende mate open voor Nederlandse acts. Caro Emerald is een prachtig voorbeeld, maar ook The Common Linnets hebben een significant succes in Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk behaald. Ik heb vier jaar in de Duitse markt gewerkt en weet uit persoonlijke ervaring hoe bijzonder dat is.”
 
“Vroeger keek iedereen naar Amerika”
Voor de oplossing van dit vraagstuk moeten we ons in eerste instantie wenden tot de radio, nog altijd het belangrijkste medium om hits te maken. “Vroeger keek iedereen naar Amerika”, zegt Dave Minneboo, music director bij Radio 538, die de trend bij zijn station ook ziet. “Natuurlijk speelde MTV daar een belangrijke rol in, maar ik herinner me ook de Amerikaanse importen in de platenzaken. Alles wat gericht op Amerika, nu zie je dat ook uit andere landen fantastische muziek komt. Wij draaien bij 538 veel dance, en dat komt toch echt vooral uit Europa.” “Wij weten nauwelijks meer waar iets vandaan komt”, zegt Basyl de Groot, hoofdverantwoordelijke voor de 3FM playlist. “Muziek komt tegenwoordig overal vandaan. Niet alleen van de labels, maar ook van internet en heel veel via luisteraars. Dan ga je eerst luisteren, en pas daarna kijk je waar het vandaan komt. Wat ik wel veel hoor van artiesten en hun managers die hier over de vloer komen: in Amerika is het godsonmogelijk om platen op de radio te krijgen die niet lijken op andere hits. Het beste voorbeeld daarvan was Happy van Pharrell, waar hij maanden mee rondgelopen heeft voor het in Europa wel lukte. Te pop voor de urbanstations, te urban voor de popzenders, en dan ook nog eens afkomstig van een soundtrack die niet bij zijn eigen label uitkwam. Wij denken zo niet meer: als het een goed nummer is, draaien we het.”
 
Maar laten we toch nog even kijken naar die Amerikaanse Billboard charts, want daar staan toch echt meer Amerikanen in dan hier in Europa. Een aantal artiesten behaalt wel degelijk wereldwijd succes: Katy Perry, Ariana Grande, Maroon 5, om er maar een paar te noemen. Waar zit hem het verschil? Eenvoudig aan te wijzen: urban acts, hiphop en r&b. Geen enkele Amerikaanse rapper wist dit jaar serieus door te breken in Europa, zoals Macklemore dat een jaar eerder nog lukte. Future niet, Schoolboy Q niet, Kendrick Lamar niet, zelfs de alom tegenwoordige Nicki Minaj niet. Een jaar of tien geleden was dat heel anders, toen Eminem, P Diddy en Nelly ook hier tot de grootste popsterren behoorden. Hetzelfde geldt voor r&b: Beyonce brengt in Nederland veel mensen op de been en wordt bejubeld door de critici, maar op de radio wordt ze nauwelijks gedraaid. De enige soort van rapper met een soort van raphit in Nederland is Pitbull, een plaat van het meest ordinaire soort met een pop-productie. Simpel gesteld: we lusten ze hier niet. 
 
7 Nation Army, maar dan door een rapper
Hoe komt dat toch? Negeren wij als blanke Europese mediasysteem de Afro-Amerikanen? Moeten we er niets van hebben? Waarom lukt Katy Perry wel op 3FM, en wordt Beyonce eigenlijk nauwelijks gedraaid? Basyl de Groot van 3FM stelt: “Wij beginnen eerst met draaien, daarna gaan we pas testen. In zijn algemeenheid zien we dat de 3FM luisteraar op dit moment niet heel blij van wordt van urban. Zeker r&b met veel stemoefeningen wordt vaak niet gewaardeerd. Dance die wij zelf vaak erg plat vinden, gaat er wel in. Dat matcht ook goed met een act als Coldplay, bleek wel uit hun gezamenlijke productie met Avicii. Zet je er Beyonce tegenover, dan haken mensen af. Ik vind haar laatste plaat fantastisch, muzikaal gezien super spannend, zij zoekt echt grenzen op. Ik baal dan dat het niet lukt, als mensen het niet herkennen.”
 
Hetzelfde geldt volgens De Groot voor Typhoon, de Nederlandse rapper waar 3FM naar eigen zeggen flink aan sleurde. Hemel Valt, Surfen en Zandloper werden gedraaid, de laatste het meest. “Ik zag dat wel voor me, met die toeters. Dan zie je een festivaltent al uit zijn dak gaan. Het is 7 Nation Army, maar dan door een rapper. Op Lowlands zie je dat dan ook helemaal uitkomen, maar als je aan de 3FM luisteraar vraagt wat ze ervan vinden, komt het er heel slecht uit. Dat is het lullige: als zowel de bekendheid als de waardering na een paar weken laag blijven, moet je door, ook als je het een goede plaat vindt. Bij Typhoon is al het werk overigens niet voor niks, denk ik. Op een gegeven moment maakt hij misschien wel een keer het nummer dat goed valt, en dan heb je al een tijd aan hem gebouwd.” 
 
Nederland kent een aantal urban stations, waar mensen als Jay Z en Kanye West wel gelden als grote helden. De publieke omroep heeft FunX, 538 heeft een urban broertje met Juize, maar die zenders zijn lang niet zo groot als hun Amerikaanse evenknieën, die serieus werk kunnen verrichten voor artiesten. En zelfs bij Juize zijn Amerikaanse acts minder prominent dan tien jaar geleden. Dave Minneboo: “Op een gegeven moment nam de kwaliteit van Nederlandse hiphop enorm toe. Acts uit eigen land werden minstens zo populair, en ze waren ook nog eens beter beschikbaar om in de studio te komen of op onze evenementen op te treden.” Die eigen evenementen zijn steeds belangrijker voor radiostations. Dat aspect - de beschikbaarheid van acts - speelt een belangrijke rol in elk andere genre. Engelse artiesten als Ed Sheeran, Royal Blood, Ben Howard en Clean Bandit nemen de moeite om bij Giel Beelen in de ochtendshow op te treden, terwijl Nicki Minaj en Ariana Grande ook voor hem onbereikbaar zijn. Bij de opening van Serious Request - het paradepaardje van 3FM - speelde vorig jaar de band Bastille, nu de Ier Hozier. 538 organiseert rond kerst in Ziggo Dome het eigen festival Jingle Ball, met vooral Nederlandse acts als Martin Garrix, Yellow Claw en Nicky Romero als trekkers. 
 
Underground vs mainstream
Maar is Amerika nou echt zover weg gezakt? Het is toch makkelijk om zomaar uit je hoofd tien goede platen uit de VS op te noemen die in 2014 uitkwamen? Laten we even terug gaan naar dat grafiekje aan het begin, en dan specifiek naar begin jaren negentig, ver in de geschiedenis van de Song van het Jaar. Een aantal dingen was destijds alvast heel anders: de lijst werd niet samengesteld door duizenden stemmers, maar door enkele honderden, die in die tijd de moeite moesten nemen een briefkaart op de post te doen. De VPRO was van oudsher een bolwerk van alternatieve, subversieve popmuziek, met punk, hiphop en indierock als speerpunten, genres die in die tijd in opkomst waren en vooral uit de VS komen. Sterker nog: rond 1991 zagen we een explosie in de Amerikaanse undergroundscene zoals we die in de popgeschiedenis zelden gezien hebben. Na het miljoenensucces van bands als Nirvana en Pearl Jam tekenden major labels elke gitaarband met potentie. Een gouden tijd voor Amerikaanse rockbands, die tot halverwege de jaren negentig doorzette, hooguit afgevlakt door stevige concurrentie uit Britpoppend Engeland. Deze golf aan succesvolle bands met cross-over succes verklaart in elk geval de enorme piek rond 1993, toen maar liefst twee derde van de lijst door Amerikanen gevuld werd.
 
Anno 2014 is de Song van het Jaar veel minder een weergave meer van wat in het alternatieve circuit speelt. Met 32 3FM Megahits in de lijst (9 in de top 10) kunnen we rustig stellen dat de meeste stemmers inmiddels behoren tot het core 3FM publiek, mensen die overdag de radio aan zetten. Daarbij moet opgemerkt worden dat 3FM in zijn muziekkeuze de afgelopen jaren een flinke ruk naar links heeft gemaakt, met de 3FM Megahit van The War On Drugs dit jaar als illustratief voorbeeld. Toch is er nog wel een verschil met het ‘echte’ alternatieve circuit. Op dat alternatieve circuit drukt Amerika nog altijd een stevig stempel. Het gewaardeerde festival Le Guess Who? bijvoorbeeld put nog altijd flink uit de Amerikaanse underground, met bands als Swans, St Vincent en tUnE-yArDs als smaakmakers. Ook de OOR-jaarlijst, gekozen door de verzamelde critici, bestaat nog altijd meer dan de helft uit Amerikanen: 17 van de 30 albums uit hun eindlijst, behoorlijk prominent bovendien. Het is dus het mainstreampubliek dat de Amerikanen meer links laat liggen. Of in radiotermen: minder Amerikaanse singles maken de cross-over naar het grote publiek. Hitkanonnen, daar hebben we het over. 
 
De radio zit op slot
Niet dat Amerika geen wereldwijde popsterren meer levert. Katy Perry, Taylor Swift, OneRepublic en Ariana Grande behoorden tot de absolute top sellers in 2014. Wat wel opvalt is dat veel Engelse hitkanonnen een andere aanvliegroute hebben: Ed Sheeran bijvoorbeeld is een singer-songwriter die aan het begin van zijn carriere nog gewoon op Crossing Border speelde. Of Sam Smith, die leerden we kennen dankzij de house hipsters Disclosure en die we zagen op Eurosonic. Een echt scherpe underground lijkt de afgelopen jaren in Londen moeilijk te vinden - London Calling bijvoorbeeld heeft de afgelopen jaren de grootste moeite de line-up te vullen met Brits talent - maar de bovenkant maakt nu de ene na de andere act de overstap naar het wereldtoneel. In Amerika is het gat enorm groot. Te groot.
 
Basyl de Groot van 3FM wijst vooral naar het gesloten systeem dat de Amerikaanse radio is. “De angst regeert”, zegt hij. “Alles moet klinken als iets anders dat we al kennen, terwijl de praktijk uitwijst dat juist gekke dingen opvallen. Gotye bijvoorbeeld, een van de grootste hits van de afgelopen jaren, een heel raar nummer dat wij in eerste instantie vooral draaiden omdat we het leuk vonden, niet omdat we er een hit in hoorden. Hetzelfde geldt voor Lorde’s Royals, een nummer dat bij ons binnen kwam via een luisteraar. Terwijl ze in Amerika nog steeds wachten tot de platenmaatschappij muziek komt brengen, draaien we Europa meer en meer wat we willen. Kijk ook naar hoe de charts veranderen: je hoeft geen single uit te brengen of officieel in promotie te zijn om een hitnotering te kunnen scoren. De wereld is daarmee open voor iedereen, en wij voelen ons vrijer dan ooit.”