Lucieer en zanger Ralph Mulder werken momenteel mee aan het toneelstuk Lebensraum, van de Zweedse theatermaker Jakop Ahlbom. “Eind maart gaat de voorstelling in première”, aldus Lucieer. Theater is geen onbekend terrein voor de band. “We hebben al eerder gewerkt met Ahlbom, voor de voorstelling Innenschau.” Voor de nieuwe voorstelling Lebensraum liet Ahlbom zich inspireren door de stomme films van Buster Keaton aan het begin van de 20e eeuw. Stomme film is tegenwoordig weer helemaal hip: de Franse film The Artist - nu in de bioscoop - won drie Golden Globes. Maar Lebensraum heeft een bredere melange aan invloeden, denkt Lucieer: “Het stuk houdt eigenlijk het midden tussen een aantal dingen: dans, mime, toneel en acrobatiek. De kracht van Ahlbom zit vooral in het visuele. Hij werkt veel met effecten. Trucs eigenlijk, al klinkt dat wat gek. Het zijn geen Hans Klok konijn-uit-een-hoed-trucs, ze zijn er alleen als ze het verhaal ten goede komen.
Tot halverwege mei verzorgen Lucieer en Mulder live de muziek bij de voorstellingen. Maar Alamo Race Track ligt ondertussen niet stil. “In Nederland hebben we geen shows meer staan, maar eind deze maand hebben we onze eerste Duitse tour”, vertelt Lucieer. “Onze plaat is daar net uit, en krijgt veel goede recensies. Ook veel radiozenders pikken het op.” Maar de band zoekt het voorzichtig al verder weg: de VS lonkt. Lucieer: “Dat is nog een beetje toekomstmuziek. Maar we zijn er een tijdje geleden geweest, en hebben veel afgesproken met David Newgarden van Chimera Music, het label dat ons daar gaat uitbrengen.” Een tour komt er ook: “Dat gaan we zeker doen, de vraag is alleen wanneer. De boeker moet een tourtje kunnen plannen op het moment dat iedereen tegelijk daar kan zijn: een lastig verhaal dus.”
In de tussentijd gaat Alamo Race Track naar Frankrijk, waar Unicorn Loves Deer in het voorjaar uitkomt. Ook boekers in Zwitserland en Oostenrijk - sterk gericht op wat er in Duitsland gebeurt -pikken de plaat nu op, vertelt Lucieer: “Daar zijn nu ook boekers die ons willen hebben.” Het is goed voor een band om in het buitenland te spelen, denkt de gitarist. “Je bent alleen maar met de optredens bezig, verder heb je weinig om handen. Dus kom je er helemaal in na een tijdje.” Ook het verschil in publiek is soms frappant. “In Frankrijk bijvoorbeeld komt een heel ander soort publiek naar de shows. Je hebt als band de volle aandacht, de mensen luisteren aandachtig. In Nederland staan mensen achterin bij de bar te praten terwijl ze nog een rondje bier bestellen; dat zie je daar totaal niet.” (Voor irritaties hierover zie overigens hier, vanavond meer in 3voor12radio - SH.)
Plannen voor een nieuwe plaat zijn er ook al, zij het nog niet heel concreet. Na de zomer gaat de band waarschijnlijk aan de plaat werken. “Theater is een heel leuke afwisseling”, vindt Lucieer. “Het levert ook nieuwe inspiratie op: Unicorn Loves Deer is sterk beïnvloed door het theaterstuk waar we toen mee bezig waren. Ik hoop dat dat nu ook weer gebeurt.”