Zijlstra presenteert inhoud cultuurbezuinigingen

Nog veel onduidelijkheid over individuele instellingen

Erik Zwennes ,

De inhoud van de 200 miljoen euro aan cultuurbezuinigingen is vanmiddag bekend gemaakt door Staatssecretaris Halbe Zijlstra van Cultuur. Het kabinet kiest ervoor om niet de kaasschaaf te hanteren, maar om heldere keuzes te maken. Dit heeft vergaande gevolgen voor diverse instellingen en partijen. In de brief wordt niet duidelijk welke instellingen al dan niet geld zullen ontvangen.

Nog veel onduidelijkheid over individuele instellingen

De inhoud van de 200 miljoen euro aan cultuurbezuinigingen is vanmiddag bekend gemaakt door Staatssecretaris Halbe Zijlstra van Cultuur. Het kabinet kiest ervoor om niet de kaasschaaf te hanteren, maar om heldere keuzes te maken. Dit heeft vergaande gevolgen voor diverse instellingen en partijen. 'Topinstellingen in de cultuursector moeten op hoog niveau cultuur kunnen blijven maken. Daarom worden deze instellingen - net als musea, het erfgoed en bibliotheken - zoveel mogelijk ontzien bij de bezuinigingen,’ aldus Zijlstra in de brief. In de brief wordt niet duidelijk welke instellingen al dan niet geld zullen ontvangen.

Zijlstra wil het geld zoveel mogelijk weghalen bij instellingen die niet direct kunst maken, maar die kunst ondersteunen of faciliteren. De 'parels' wil hij niet belasten. Met die keuze gaat hij in tegen de Raad voor Cultuur, die geld zoveel mogelijk uitgesmeerd over de gehele culturele 'basisinfrastructuur' wilde weghalen. Volgens Zijlstra moet de cultuursector minder afhankelijk worden van overheidssubsidie. 'Dat is niet gezond en het moet veranderen. Daarom is een cultuuromslag nodig. Subsidie is niet vanzelfsprekend, maar moet gebaseerd zijn op scherpere en beredeneerde keuzes', aldus de staatssecretaris. Belangrijk uitgangspunt is dat het publiek moet kunnen zien waar het geld heen gaat. Concreet betekent dit, dat er straks relatief meer subsidie terechtkomt bij kunst en cultuur die in een museum of op de planken getoond wordt, dan bij ondersteunende functies binnen de sector.’

Ondanks de onduidelijkheden die blijven na lezing van de brief benoemt Zijlstra wel voor hoeveel instellingen er nog plaats is als de nieuwe budgetten per 2013 ingaan. De 700 miljoen rijkssubsidie die dan nog beschikbaar is, gaat bijvoorbeeld deels naar de orkestsector. Maar daar zullen wel orkesten sneuvelen: van tien nu naar zeven. Het aantal dansgezelschappen zal slinken van zeven naar vier, operagezelschappen van drie naar twee, theatergezelschappen van negen naar acht en het aantal filmfestivals van vijf naar drie.

Het nieuwe subsidiestelsel gaat in op 1 januari 2013.

Later meer...