Toen Rick Treffers van Live in the Living vorig jaar bij de singer-songwriters van de Grote Prijs van Nederland (GPNL) jureerde, viel hem meteen op hoeveel ruimte er was tussen publiek en artiest. “De rumoerigheid viel wel mee, maar ik had niet het gevoel dat de liedjes echt tot hun recht kwamen in de zalen.” Treffers stelde voor om de halve finales in huiskamers te houden. Als bedenker van het Live in the Living-concept had hij al ervaring met het organiseren van huiskamerconcerten. De organisatie van GPNL zag dat plan zitten en binnenkort is het zover: op 14 en 21 september treden zes bands per avond op in een huiskamer ergens in Utrecht en Apeldoorn.

Spelen in een huiskamer zorgt niet voor een kleiner publiek volgens Treffers: “Ik heb halve finales gezien waar niet meer dan een man of dertig op afkwam. Bovendien zochten wij naar huiskamers waarin zoveel mogelijk mensen passen. Dat is gelukt; in Apeldoorn kunnen zestig mensen terecht, in Utrecht zelfs tachtig. Daar is het al uitverkocht.” De entree is met vijftien euro twee keer zo duur als de andere halve finales. “Dat komt omdat de huiseigenaren zelf voor hapjes en drank zorgen. De kosten daarvan zittten bij de entree inbegrepen en het publiek mag eten en drinken zolang de voorraad strekt,” zegt Treffers.

Het stereotype beeld van singer-songwriters is dat ze nogal introvert zijn. Spelen met het publiek dicht op de huid is best eng, maar daar hoort Treffers nog niemand over klagen. “Ze zijn allemaal blij dat ze mogen spelen. Bovendien hoeven de muzikanten niet in hun eentje te komen. Een band mag zeker mee, maar dan liever wel zo klein mogelijk. De Tilburgse band Jess had al plannen om met zeven man te komen. Dat worden er dus vier.”