Nog twee maanden en dan is het Nederlands Pop Instituut (NPI) niet meer, lang leve het Muziek Centrum Nederland (MCN). Het rock-‘n-roll gevoel is verdwenen, maar een knallende opening mag nog wél worden verwacht.  

De hakken zijn uit het zand, het bestuur is teruggetreden en het slotcongres staat gepland. 30 jaar popbeleid vanuit het NPI komt ten einde. De taken én medewerkers vloeien samen met zes andere organisaties in het nieuwe instituut Muziek Centrum Nederland (MCN). Arjen Davidse, die lang tegen de samenwerking opzag, begint in het MCN te geloven. “Ik begin de nieuwe perspectieven te zien. We worden nu door Den Haag een stuk serieuzer genomen en mogen meepraten met de grote jongens.”

Op dit moment is iedereen bij het NPI nog hard aan het werk. Per 1 maart gaat het personeel verhuizen. Ook zal in maart een slotcongres plaatsvinden. Het thema zal 50 jaar popmuziek in Nederland zijn. “We zullen niet als een nachtkaars uitgaan”, bezweert Davidse die overigens nog niet kan vertellen waar ze heen verhuizen. “Het huurcontract is nog niet getekend, maar het is ergens in Amsterdam.”

Alle medewerkers van het NPI krijgen een baan bij het MCN. De medewerkers hebben hun nieuwe collega’s al ontmoet. “Ze zijn jonger dan we hadden gedacht, maar wel een stuk stijver en netter.” Echte cultuurverschillen blijken mee te vallen: “We zijn toch allemaal muziekfreaks. We houden wel van andere muziek, maar een freak blijft een freak. Al is het rock-’n-roll gevoel nu wel weg.”

Over de wijze van opening van het MCN zijn de verschillende muziekfreaks nog niet uit. “Zij wilden een lint knippen in bijzijn van de koninklijke familie. Het leek mij juist wel leuk om een complete vleugel van het dak te gooien, maar dat zou volgens ‘de klassieken’ een belediging van hun doelgroep zijn. Misschien moeten we dan maar Van Vollenhoven op een vleugel van het dak gooien